Cardiovasculaire Geneeskunde.nl

Verschillende factoren bepalen hoe snel T2DM vordert

Nieuws - 3 okt. 2018

Gepresenteerd door dr. Xuan Wang (Dundee, VK en Uppsala, Zweden) tijdens de jaarlijkse bijeenkomst van de European Association for the Study of Diabetes (EASD) in Berlijn, Duitsland (1-5 oktober).

Nieuw onderzoek toonde factoren aan die de snelheid van progressie van T2DM beïnvloeden, wat mogelijk de variabiliteit tussen individuen verklaart.

Het doel van de studie was om factoren te identificeren die geassocieerd zijn met de snelheid van T2DM progressie, met data uit de UK BioBank, een lopende gezondheidsstudie met meer dan 500.000 Britse vrijwilligers gerecruteerd tussen 2006-2010.

De UK BioBank-populatie bevat 25.290 diabetespatiënten, met deelnemers die zelf rapporteerden of ze diabetes type 1 of 2 hadden. Om gevallen met type 1 uit te sluiten van de studie, bekeken de onderzoekers genetische risicofactoren van deelnemers en selecteerden een cut-off waarde om ervoor te zorgen dat slechts 1% van de geselecteerde groep deze vorm van diabetes had. De onderzoekers bestudeerden een selectie van 6.215 blanke Europese patiënten met T2DM die niet langer dan 10 jaar de ziekte hadden.

Van deze groep konden ze twee selecties van 429 patiënten maken die gekoppeld werden in paren op basis van hoelang ze T2DM hadden. Elk paar bestond uit iemand met snelle progressie die insulinetoediening nodig had binnen 10 jaar en iemand met een langzame progressie van wie de ziekte gereguleerd kon worden met dieet. Het onderzoeksteam bestudeerde vervolgens klinische en biochemische factoren die de twee groepen verbinden om verbanden te ontdekken tussen hen en de geobserveerde snelheid van ziekteprogressie.

De auteurs vonden dat de groep met snelle progressie geassocieerd was met een jongere leeftijd van diagnose, een hogere BMI, hogere heup-tot-middel ratio, en namen vaker statines en fibraten. Bij het vergelijken van de familiegeschiedenis van de twee groepen vonden de onderzoekers dat een voorgeschiedenis met diabetes aan de moederskant van de familie geassocieerd was met een hoger risico op snelle ziekteprogressie.

De auteurs zeggen dat er geen associatie werd gevonden met de aanwezigheid van diabetes tussen broers en zussen of aan de vaderskant van de familie.

Ze concluderen: “De hogere prevalentie van een voorgeschiedenis met diabetes aan de moederskant in de groep met snelle progressie suggereert een invloed van maternale intra-uteriene omgeving op de progressie van diabetes bij nakomelingen, wat meer onderzoek vraagt.”

- Onze verslaglegging is gebaseerd op de persinformatie verstrekt tijdens de EASD -

Deel deze pagina met collega's en vrienden: