Vroege verbetering van gezondheidstoestand met ARNI behandeling in HFrEF patiënten
Association Between Sacubitril/Valsartan Initiation and Health Status Outcomes in Heart Failure With Reduced Ejection Fraction
Literatuur - Khariton Y, Fonarow GC, Arnold SV et al.., - JACC: Heart Failure. 2019. DOI: 10.1016/j.jchf.2019.05.016Introductie en methoden
Gezondheidstoestand in patiënten met hartfalen met behouden ejectiefractie (HFrEF) is een sterke en onafhankelijke voorspeller van CV morbiditeit en mortaliteit [1-4] en het optimaliseren van gezondheidstoestand is een eerste behandeldoel. Er zijn echter maar weinig geneesmiddelen die bewezen hebben kwaliteit van leven (KvL) te verbeteren en symptomen te verminderen.
Sacubitril/valsartan is een angiotensinereceptor-neprilysine-remmer (ARNI), waarvan is aangetoond dat het overleving verbetert en opnamecijfers verlaagt in HFrEF, in vergelijking met enalapril, in de PARADIGM-HF studie. Bovendien werd minder achteruitgang van gezondheidsstatus gezien in ARNI-behandelde patiënten van baseline tot 8 maanden [5]. Een beperking van de PARADIGM-HF is dat het niet de gezondheidstoestand voor de run-infase bepaalde, waardoor vroege voordelen van sacubitril/valsartan op dit vlak niet konden worden geëvalueerd. Bovendien is de impact van ARNI-behandeling op de gezondheidstoestand van patiënten in de dagelijkse praktijk onbekend.
Deze studie gebruikte daarom data van het CHAMP-HF (Change the Management of Patients with Heart Failure) register [6] om het verband tussen behandeling met sacubitril/valsartan en patiëntgerapporteerde gezondheidstoestand te bepalen. CHAMP-HF is een prospectief, multicenter, observationeel register van poliklinische patiënten met HFrEF (EF ≤40%) dat serieel de gezondheidstoestand vastlegt door middel van de 12-item Kansas City Cardiomyopathy Questionnaire (KCCQ). Verandering van de KCCQ was de primaire uitkomst. De klinische betekenis van veranderingen op patiëntniveau werden gedefinieerd als kleine (<5), matige (5-10), grote (10-20) of zeer grote (>20 punten) verbetering.
Patiënten werden toegewezen aan ARNI-behandeling of niet, afhankelijk van of ze ARNI-behandeling startten op enig moment na inclusie. Patiënten werden (1:2) gematched op basis van hun pre-ARNI/ARB status (gebruik in afgelopen 2 weken) en op basis van een tijdsafhankelijke propensityscore en hun meest recente KCCS-algemene samenvattingsscore (OS). 508 Van de patiënten die voor het eerst ARNI kregen werden succesvol gematched met 1016 patiënten die niet met ARNI starten op hetzelfde moment tijdens follow-up. Van diegenen die ARNI startten, hadden 267 (53%) ACEi/ARB behandeling gehad en 241 (47%) niet, in de 2 voorafgaande weken.
Belangrijkste resultaten
- De gemiddelde KCCQ-OS score bij inclusie in de CHAMP-HF studie was 63.6 ± 23.7, wat overenkomt met New York Heart Association (NYHA) functionele klasse II.
- Tussen de laatste pre-match tot de eerste post-match gezondheidsstatusbepaling, tijdens een mediaan van 57 dagen (IQR: 32-104), ervoeren ARNI patiënten gemiddeld 5.3 ± 18.6 punten verbetering in de KCCQ-OS, ten opzichte van 2.5 ± 17.4 points in de geen-ARNI patiënten (gecorrigeerde groepsniveau verschillen met regressiemodellering: 2.9, 95%CI: 1.14-4.6, P<0.001).
- KCCQ-OS bestaat uit vier gelijk gewogen domeinen: fysieke beperking (PL), symptoomfrequentie (SF), KvL en sociale beperking (SL). Verbeteringen waren het grootste in de PL (4.8 ± 24.8 vs. 2.0 ± 22.2 points) en KvL (6.4 ± 23.9 vs. 2.7 vs. 24.1 points) domeinen.
- Vergelijkbare bevindingen werden gezien in de novo gebruikers van ARNI (gemiddeld verschil: 2.9, 95%CI: 0.3-5.5, P=0.028) en in diegenen die switchten van ACEi/ARB naar ARNI (2.7, 95%CI: 0.4-5.0, P=0.024).
- 43.7% Van de ARNI patiënten vs 39.8% van de geen-ARNI patiënten ervoer ten minste een matige verbetering in gezondheidstoestand, en 32.7% vs. 26.9% een grote, en 20.5% vs. 12.1% een zeer grote verbetering.
- Numbers needed to treat (NNT) zodat 1 patiënt een groot voordeel ervaart was 18 (95%CI: 10-111) en voor een zeer grote verbetering was dit (95%CI: 9-24).
Conclusie
Real-world data van de CHAMP-HF studie laten zien dat poliklinische patiënten met chronisch HFrEF die behandeling met sacubitril/valsartan starten vroege en robuuste verbeteringen ervaren in hun ziektespecifieke gezondheidstoestand. De voordelen waren het grootst ten aanzien van fysieke beperkingen en KvL. Het voordeel van ARNI-behandeling was onafhankelijk van eerdere behandeling met ACEi/ARB.
Deel deze pagina met collega's en vrienden: