Cardiovasculaire Geneeskunde.nl

High frequency source ablatie even effectief en veilig als CPVI bij paroxysmaal AF

AHA 2013 - LBCT.5

Nieuws - 19 nov. 2013


RADAR-AF Trial. A Randomized Multicenter Comparison of Radiofrequency Catheter Ablation of Drivers versus Circumferential Pulmonary Vein Isolation in Patients with Atrial Fibrillation

 
Gepresenteerd op het AHA congres 2013 door Dr. Felipe Atienza (Hospital General Universitario, Gregorio Marañón, Madrid, Spain)
LBCT V - New Strategies for Atrial Fibrillation Patients: Rhythm and Thrombosis  
 

Achtergrond

Empirische circumferentiële longvene isolatie (CPVI) is de voorkeursbehandeling voor geneesmiddel-refractair atriumfibrilleren (AF), maar de resultaten zijn niet optimaal. De uitkomsten van mechanistisch-gebaseerde strategieën gericht op de veroorzakers van AF zijn nog onbekend.
Doel van de RADAR-AF studie was het vergelijken van de effectiviteit en veiligheid van hoogfrequente source ablatie (HFSA) met CPVI bij patiënten met symptomatische geneesmiddel-refractair atriumfibrilleren. Bij HFSA werd gebruik gemaakt van computer mapping om abnormaal hartweefsel op te sporen.
232 patiënten met paroxysmaal (115) of persistent atriumfibrilleren (117) werden onderzocht.
Patiënten met paroxysmaal atriumfibrilleren werden gerandomiseerd naar CPVI of HFSA; patiënten met persistent atriumfibrilleren werden gerandomiseerd naar CPVI of een gecombineerde ablatie benadering (CPVI +HFSA).  Primair eindpunt was afwezigheid van AF 6 maanden na ablatie zonder anti-aritmische medicatie. Secundaire eindpunten waren afwezigheid van AF en van atriële tachyaritmie/AF 6 en 12 maanden na ablatie met en zonder anti-aritmische medicatie en de incidentie van complicaties.
 

Belangrijkste resultaten

  • In paroxysmaal AF was HFSA noninferieur aan  CPVI na 12 maanden wat betreft het ontbreken van AF (beide 69%) en AT/AF (p=0.04), met een lagere incidentie van ernstige bijwerkingen (p=0.03).
  • In persistent AF waren er geen significante verschillen tussen de behandelingsgroepen in de primaire (60% vs 61%, p=ns) en secundaire eindpunten, en een trend naar een toename in optreden van ernstige bijwerkingen (24% vs 10%; p=0.08) in de gecombineerde groep.
 

Conclusie

Deze resultaten bieden mogelijk een nieuwe mechanistische behandeling voor atriumfibrilleren.
Met meer geavanceerde computersystemen en software programma’s kunnen moeilijker te bereiken gebieden in het hart worden opgespoord die aanleiding geven tot elektrische onregelmatigheden en kunnen deze afwijkingen op minder invasieve manieren worden gecorrigeerd.
 
Disclaimer
Onze berichtgeving van het AHA congres 2013 is volledig gebaseerd op de door de AHA beschikbaar gestelde informatie tijdens persconferenties en op de website.
 
 
Agenda • 20 november 2013, 18:45 uur, Dallas, Texas

AHA InterReview 2013

Op woensdagavond 20 november a.s. organiseert MSD BV in samenwerking met Benecke de AHA InterReview® 2013. Onder voorzitterschap van prof. dr. J.W. Jukema (cardioloog, LUMC Leiden) vatten vier vooraanstaande cardiologen de laatste ontwikkelingen in de klinische cardiologie op het AHA-Congres 2013 voor u samen.

Deel deze pagina met collega's en vrienden: