Cardiovasculaire Geneeskunde.nl

Cocaïnegebruik verstoort coronaire bloedstroom

Nieuws - 19 nov. 2014

 

Cocaine users experience abnormal blood flow, risk heart disease

 
Gepresenteerd op de AHA Scientific Sessions 2014 door: Varun Kumar (Cardiovascular Division, Department of Medicine, Mount Sinai Hospital Medical Center, Chicago, IL)
 

Achtergrond

Cocaïnegebruikers die klagen over pijn op de borst hebben mogelijk een verstoorde bloedstroom in de coronaire microvasculatuur. Dit wordt mogelijk niet opgepikt in reguliere testen, waardoor deze patiënten risico lopen op hartcomplicaties of zelfs de dood. De aanwezigheid van coronaire microvasculaire dysfunctie is namelijk, ondanks normale epicardiale coronaire arteriën, een bekende factor die mortaliteit en morbiditeit kan beïnvloeden.
Gezien het groeiend aantal mensen dat cocaïne gebruikt in stedelijke populaties, is het noodzakelijk om het effect van cocaïne op de coronaire microvasculatuur te onderzoeken. Hartfilmpjes van 202 cocaïnegebruikers werden vergeleken met die van willekeurig gekozen niet-gebruikers. Microvasculaire dysfunctie werd bepaald middels gecorrigeerde TIMI frame count (cTFC) en TIMI perfusion grade (TMPG) in mensen zonder acuut of recent myocardinfarct (MI), significante epicardiale coronaire arterieziekte (CAD) of vasospasmen. De angiogrammen werden geblindeerd beoordeeld.
 

Belangrijkste resultaten

  • De TMPG 0/1 voor de linker anterior descending (LAD), circumflex (LCx) en rechter coronaire (RCA) arterie waren statistisch significant onder de cocaïnegebruikers (LAD: 22% vs. 5%, P<0.0001, LCx: 25% vs. 6%, P<0.0001, RCA: 42% vs. 8%, P<0.0001).
  • Voor cTFC waren LAD en LCx significant verhoogd in cocaïnegebruikers (27.33 + 10.9 vs. 24.88 + 10.05, P=0.03 en 41.11 + 14.28 vs. 38.23 + 12.69, P=0.04).
  • Een significant percentage cocaïnegebruikers had cTFC<14 (dus snellere bloedstroom) in de RCA (9% vs. 3%, P=0.008).

Conclusie

Deze studie laat zien dat cocaïnegebruik is geassocieerd met significante coronaire microvasculaire dysfunctie, ondanks de afwezigheid van significante epicardiale CAD. Een lagere coronaire vultijd zou de reden kunnen zijn voor de geobserveerde hogere frequentie van hyperaemische stroom in de RCA, hetgeen geassocieerd is met slechtere klinische uitkomsten, met name in de context van verstoorde myocardiale perfusie.
 
- Onze berichtgeving is gebaseerd op de op het AHA congres verstrekte informatie –
 

Het AHA Journaal 2014 wordt mede mogelijk gemaakt door MSD

Deel deze pagina met collega's en vrienden: