Cardiovasculaire Geneeskunde.nl

GARY: Duits register voor aortaklepvervangingen

Literatuur - ESC München, Hot Lines II, 27 augustus 2012


GARY: German Aortic Valve RegistrY – in hospital outcome
Gepresenteerd door C W Hamm (Bad Nauheim, Duitsland) (principal investigator)


Achtergrond

De German Aorta Valve Registry (GARY) is gestart in juli 2010 en is het enige register tot nu toe dat zowel TAVI als conventionele aortaklep vervangingen en reparatie includeert. Het register is bedoeld om een compleet beeld te krijgen van de huidige en toekomstige praktijk in de behandeling van aortaklep aandoeningen en om betrouwbare gegevens te krijgen over de korte- en lange-termijn uitkomst van verschillende behandelingsstrategieën.
Deelname aan het register is op vrijwillige basis, met 92 Duitse centra (van de mogelijke 99) die actief deelnemen op dit moment. Het is de bedoeling dat het register patiënten includeert tot 2015 en follow-up te verzamelen na een, drie en vijf jaar. Verwacht wordt dat in totaal ongeveer 80.000 patiënten uiteindelijk worden geïncludeerd.
In juli 2012 waren meer dan 26.000 patiënten geïncludeerd, van wie 23% patiënten met een Transcatheter Aortic Valve Implantation (TAVI) . De huidige data zijn van 15.252 patiënten die behandeld werden in 2011 uit 53 centra (toen het register nog in de run-in fase was).

Resultaten

  • 85% van alle TAVI patiënten waren >75 jaar met een hoger berekend risico van peri-operatieve mortaliteit
  • De gerapporteerde sterfte in het ziekenhuis voor electieve patiënten was 2,1% voor conventionele chirurgie, 5,1% voor de transfemorale TAVI en 7,7% voor de transapicale benadering
  • Uit stratificatie van de patiënten naar risicogroepen bleek dat vooral mensen met een hoog (log ES> 20%) en een zeer hoog (log ES> 30%) risico voordeel hadden van een transfemorale behandeling,  met sterftecijfers van respectievelijk 4,7% en 7,7%.
  • Het totale aantal cerebrovasculaire events gedurende verblijf in het ziekenhuis was laag in de conventioneel behandelde groep (2,2%) en iets hoger voor TAVI patiënten (transfemoraal 3,7%, transapicaal 3,5%)
  • Vasculaire complicaties werden gerapporteerd in 11,9% voor de transfemorale, 2,5% voor de transapicale en 1,0% voor de conventionele groep


Conclusie

Volgens prof. Mohr worden patiënten in de deelnemende Duitse centra behandeld volgens de richtlijnen, wat leidde tot lage sterfte in het ziekenhuis in alle groepen in vergelijking met vroegere onderzoeken. Patiënten in risicogroepen hebben minstens zoveel voordeel van TAVI procedures als van conventionele chirurgie, vooral wanneer deze transfemoraal worden uitgevoerd.
(Nadere resultaten worden in 2013 verwacht.)

Deel deze pagina met collega's en vrienden: