Nephrology: Update 4
Literatuur - C. Halma, internist-nefroloog MCL, Leeuwarden
Inleiding
Acute interstitiële nefritis (AIN) is een regelmatig voorkomende oorzaak van acute nierschade. Geneesmiddelen, vooral antimicrobiële en niet-steroïde anti-inflammatoire middelen, en tegenwoordig protonpompremmers, zijn de meest voorkomende oorzaak van AIN.De pathogenese is gebaseerd op een immunologische reactie tegen endogene nefritogene antigenen of exogene antigenen die verwerkt worden door cellen in de niertubuli, waarbij een celgemedieerde immuunreactie een centrale rol vervult. Het karakteristieke interstitiële infiltraat bestaat meestal uit lymfocyten, macrofagen, eosinofiele granulocyten en plasmacellen. Deze infiltraten kunnen zich snel transformeren tot gebieden met interstitiële fibrose.
Patiënten met AIN presenteren zich meestal met een creatinine stijging met aspecifieke symptomen van een acute nierinsufficientie, soms met meer specifieke extrarenale verschijnselen, zoals koorts, huiduitslag, artralgieën en perifere eosinofilie.
De identificatie en het verwijderen van het veroorzakende geneesmiddel vormen het belangrijkste onderdeel van de behandeling. Recente studies suggereren dat een vroegtijdige toediening van corticosteroïden (binnen zeven dagen na het stellen van de diagnose) leidt tot een sneller herstel van de nierfunctie en een afgenomen risico op chronische nierinsufficientie. Daarentegen lijkt een latere behandeling met corticosteroïden, op het moment dat interstitiële fibrose is ontstaan, een minder uitgesproken of geen therapeutisch voordeel te bieden.
Download Nephrology up-date 4.pdf
Deel deze pagina met collega's en vrienden: