Cardiovasculaire Geneeskunde.nl

Lichaamsbeweging vermindert CVD-gerelateerde sterfte bij hypertensie

Literatuur - Williams PT - Hypertension. 2013 Sep;62(3):485-91


Walking and running produce similar reductions in cause-specific disease mortality in hypertensives

 
Williams PT
Hypertension. 2013 Sep;62(3):485-91. doi: 10.1161/HYPERTENSIONAHA.113.01608
 

Achtergrond

Lichamelijke inspanning verlaagt het risico op sterfte door alle oorzaken en door cardiovasculaire aandoeningen (CVD), zowel in mensen met een normale als verhoogde bloeddruk [1]. Veel aspecten van het gunstige effect van lichamelijke inspanning voor hypertensieve mensen blijven onduidelijk, zoals of er een dosis-responsrelatie bestaat, het effect van intensiteit en welke specifieke ziekten erdoor worden beïnvloed. Eerder cohorten boden weinig inzicht in de optimale inspanningsdosis, aangezien deze voor algemene doelen waren opgezet en activiteiten daarom niet gedetailleerd waren gekwantificeerd. Geen van deze studies vergeleek de voordelen van matige versus intensieve inspanning.
De National Runners’ and Walkers’ Health Studies [2-10] vormt het enige grote prospectieve cohort dat is opgezet om specifiek de gezondheidsvoordelen van lichamelijke inspanning te bepalen. Gegevens van meer dan 10000 gebruikers van antihypertensiva (6973 wandelaars en 3907 hardlopers) werden geanalyseerd om de aard van de dosis-responsrelatie tussen lichamelijke inspanning en mortaliteit te bestuderen en of deze specifieke CVD diagnoses, diabetes mellitus en chronische nierziekte (CKD) beïnvloedt.

 
Belangrijkste resultaten

  • Mensen met hypertensie hadden een hoger risico op sterfte door alle oorzaken dan normotensieve mensen (30.5% hoger, 95%CI: 21.0-40.8%, P<0.001), net als op CVD-gerelateerde sterfte (47.5% hoger, 95%CI: 33.5-62.8%, P<0.001) (gecorrigeerd).
  • Het opvolgen van de huidige richtlijnen (1.07-1.8 METh/d) gaf een niet-significante risicoverlaging van 9% op sterfte door alle oorzaken, ten opzichte van het niet behalen van de aanbevelingen (<1.07 METh/d). Wanneer de richtlijnen 1-2 keer werden overschreden (1.8-3.6 METh/d) nam het risico op sterfte door alle oorzaken af met 29%. Energieverbruik van >3.6 METh/d leek de sterfte door alle oorzaken niet verder te verminderen.
  • Ten aanzien van CVD-gerelateerde sterfte gaf inspanning van 1.8-3.6 METh/d een risicoverlaging van 34%, welke stand hield bij hoger energieverbruik. Correctie voor BMI veranderde deze resultaten niet.
  • Andere CVD eindpunten zoals cerebrovasculaire aandoeninggerelateerde, hartfalengerelateerde en dysritmie gerelateerde sterfte lieten sterkere risicodalingen zien bij >1.8METh/d dan bij <1.8METh/d. Het risico op ischemische hartziektegerelateerde sterfte per METh/d werd minder beïnvloed door energieverbruik, en hypertensieve hartziektegerelateerde sterfte bleek niet gerelateerd aan energieverbruik door sporten.
  • Elke METh/d stijging in energieverbruik was geassocieerd met 19.1% lager risico voor diabetes mellitusgerelateerde sterfte, hetgeen stabiel was na correctie voor BMI.
  • Het risico op CKD-gerelateerde sterfte verminderde met 25.4% per METh/d.
  • Hardloper of wandelaar zijn maakte geen significant verschil voor het risico op alle CVD-gerelateerde sterfte, bij 1.8-3.6 of >3.6 METh/d, noch voor noch voor individuele CVD eindpunten. Type lichamelijke inspanning beïnvloedde de per METh/d afname in diabetes mellitusgerelateerde en CKD-gerelateerde sterfte ook niet.

    Klik op de figuur om deze te downloaden.



Conclusie

Lichamelijk inspanning kan het risico van mensen met hypertensie op cerebrovasculaire ziekte, hartfalen en cardiale disritmieën verminderen. Risicodalingen waren groter dan die eerder zijn gerapporteerd; dit kan betekenen dat hypertensieve mensen meer voordeel ondervinden van lichamelijke inspanning, of het kan een gevolg zijn van de gespecialiseerde studie-opzet.
Deze bevindingen suggereren dat de huidige aanbevelingen voor lichamelijke inspanning niet voldoende zijn om CVD sterfte significant te verminderen. Afname van mortaliteit werd gezien wanneer iets meer dan volgens de richtlijnen werd gesport, namelijk tussen 1.8 en 3.6 METh/d, waarbij mensen die antihypertensiva nemen hetzelfde risico hebben als inactieve niet-gebruikers.
Mits het energieverbruik hetzelfde is, leveren wandelen en rennen dezelfde risicodaling. Dit betekent dat iemand twee keer zo ver en lang stevig moet wandelen om dezelfde hoeveelheid energie te verbruiken als iemand die rent.
 

References

1. Rossi A, Dikareva A, Bacon SL, Daskalopoulou SS. The impact of physical activity on mortality in patients with high blood pressure: a systematic review. J Hypertens. 2012;30:1277–1288.
2. Williams PT. Relationship of distance run per week to coronary heart disease risk factors in 8283 male runners. The National Runners’ Health Study. Arch Intern Med. 1997;157:191–198.
3. Williams PT, Franklin BA. Reduced incidence of cardiac arrhythmias in walkers and runners. PLoS One. 2013;8:e65302.
4. Williams PT. Vigorous exercise, fitness and incident hypertension, high cholesterol, and diabetes. Med Sci Sports Exerc. 2008;40:998–1006.
5. Williams PT. Advantage of distance- versus time-based estimates of walking in predicting adiposity. Med Sci Sports Exerc. 2012;44:1728–1737.
6. Williams PT. Non-exchangeability of running vs. other exercise in their association with adiposity, and its implications for public health recommendations. PLoS One. 2012;7:e36360.
7. Williams PT. Distance walked and run as improved metrics over timebased energy estimation in epidemiological studies and prevention; evidence from medication use. PLoS One. 2012;7:e41906.
8. Williams PT, Thompson PD. Walking versus running for hypertension, cholesterol, and diabetes mellitus risk reduction. Arterioscler Thromb Vasc Biol. 2013;33:1085–1091.
9. Williams PT. Reduced diabetic, hypertensive, and cholesterol medication use with walking. Med Sci Sports Exerc. 2008;40:433–443.
10. Williams PT. Reductions in incident coronary heart disease risk above guideline physical activity levels in men. Atherosclerosis. 2010;209:524–527.
 

Klik door naar dit artikel op Pubmed

Deel deze pagina met collega's en vrienden: