Prediabetes leidt tot schade aan de kleine bloedvaten
Nieuws - 19 dec. 2016Artsen en onderzoekers van het Maastricht UMC+ hebben, in het kader van de Maastricht Studie, vastgesteld dat op het moment dat de diagnose diabetes type 2 wordt gesteld, er soms al ernstige complicaties zijn opgetreden als gevolg van schade aan de microcirculatie. Complicaties aan netvlies, nieren, hart, zenuwen en hersenen hebben schade aan de kleine bloedvaten gemeen, die al aanwezig blijkt in het voorstadium van diabetes, prediabetes genoemd.
Deze ontdekking heeft verstrekkende gevolgen. Consequentie is namelijk dat er al veel eerder, namelijk in het stadium van prediabetes, maatregelen genomen moeten worden. Aangezien tenminste 25 procent van de bevolking tussen pakweg 40 en 75 jaar prediabetes heeft, van wie een groot deel daadwerkelijk diabetes type 2 krijgt, gaat het hier om een niet te onderschatten gezondheidsprobleem.
Prediabetes levert geen symptomen op maar ondertussen wordt er dus wel degelijk schade aangericht, in eerste instantie aan de kleine bloedvaten. Gevolg daarvan is dat organen minder bloed en dus zuurstof en voeding krijgen en niet meer optimaal kunnen functioneren. De onderzoekers hebben vastgesteld dat dat effect door het gehele lichaam plaatsvindt. Ze hebben metingen gedaan aan de microcirculatie, in de huid en in het netvlies. In beide gevallen werd dezelfde schade aan de kleine bloedvaten gevonden. Die schade verhoogt de kans op het ontwikkelen van diabetes type 2 en hart- en vaatziekten. Dat betekent dat er wegen gevonden moeten worden om in dat stadium al te interveniëren om erger te voorkomen. Daar is de zorg op dit moment echter niet op ingericht. Er wordt momenteel ook helemaal niet specifiek gezocht naar prediabetes.
De ontdekking over de schade aan kleine bloedvaten is gedaan in het kader van De Maastricht Studie, een grootschalig onderzoek onder duizenden mensen in de regio Maastricht/ Heuvelland naar de oorzaken en gevolgen van diabetes type 2 en andere chronische ziekten. Bij dat onderzoek zijn niet alleen diabetespatiënten betrokken, maar ook een controlegroep, een dwarsdoorsnede van de bevolking. Van die controlegroep blijkt 21 procent prediabetes te hebben.
Metingen van de microcirculatie vinden slechts zelden plaats, omdat ze tijdrovend en moeilijk uit te voeren zijn. En als het al gebeurt, is dat doorgaans bij een kleine groep. De Maastricht Studie is daarin uniek, aangezien er verschillende microcirculatiemetingen zijn gedaan, en bovendien in een grote populatie. De ontdekking van het effect van prediabetes is gepubliceerd in het blad Circulation.
CVGK heeft artikel van Sörensen en collega's in Circulation eerder besproken:
Deze ontdekking heeft verstrekkende gevolgen. Consequentie is namelijk dat er al veel eerder, namelijk in het stadium van prediabetes, maatregelen genomen moeten worden. Aangezien tenminste 25 procent van de bevolking tussen pakweg 40 en 75 jaar prediabetes heeft, van wie een groot deel daadwerkelijk diabetes type 2 krijgt, gaat het hier om een niet te onderschatten gezondheidsprobleem.
Prediabetes levert geen symptomen op maar ondertussen wordt er dus wel degelijk schade aangericht, in eerste instantie aan de kleine bloedvaten. Gevolg daarvan is dat organen minder bloed en dus zuurstof en voeding krijgen en niet meer optimaal kunnen functioneren. De onderzoekers hebben vastgesteld dat dat effect door het gehele lichaam plaatsvindt. Ze hebben metingen gedaan aan de microcirculatie, in de huid en in het netvlies. In beide gevallen werd dezelfde schade aan de kleine bloedvaten gevonden. Die schade verhoogt de kans op het ontwikkelen van diabetes type 2 en hart- en vaatziekten. Dat betekent dat er wegen gevonden moeten worden om in dat stadium al te interveniëren om erger te voorkomen. Daar is de zorg op dit moment echter niet op ingericht. Er wordt momenteel ook helemaal niet specifiek gezocht naar prediabetes.
De ontdekking over de schade aan kleine bloedvaten is gedaan in het kader van De Maastricht Studie, een grootschalig onderzoek onder duizenden mensen in de regio Maastricht/ Heuvelland naar de oorzaken en gevolgen van diabetes type 2 en andere chronische ziekten. Bij dat onderzoek zijn niet alleen diabetespatiënten betrokken, maar ook een controlegroep, een dwarsdoorsnede van de bevolking. Van die controlegroep blijkt 21 procent prediabetes te hebben.
Metingen van de microcirculatie vinden slechts zelden plaats, omdat ze tijdrovend en moeilijk uit te voeren zijn. En als het al gebeurt, is dat doorgaans bij een kleine groep. De Maastricht Studie is daarin uniek, aangezien er verschillende microcirculatiemetingen zijn gedaan, en bovendien in een grote populatie. De ontdekking van het effect van prediabetes is gepubliceerd in het blad Circulation.
CVGK heeft artikel van Sörensen en collega's in Circulation eerder besproken:
Deel deze pagina met collega's en vrienden: