Cardiovasculaire Geneeskunde.nl

Somatostatineconcentraties geassocieerd met verhoogd risico op CVD en sterfte

Literatuur - Abbasi A et al., Clinical Chemistry 2017

Plasma N-terminal Prosomatostatin and Risk of Incident Cardiovascular Disease and All-Cause Mortality in a Prospective Observational Cohort: the PREVEND Study

 
Abbasi A, Kieneker LM, Eva Corpeleijn E, et al.
Clinical Chemistry 2017;63(1): 278–287
 

Achtergrond

Stomatostatine, dat aanwezig is in vele weefsels, speelt een belangrijke rol in neuroendocriene regulatie door:
  • remming van afgifte groeihormoon (GH)7 uit de pijnappelklier [1]
  • remming van glucagonsecretie en onderdrukking van de afgifte van insuline-like groeifactor-1 (IGF-1), dat in verband is gebracht met CV uitkomsten [2]
  • remming van uiteenlopende hormonen, inclusief serotonine, vasoactieve intestinale polypeptide (VIP), gastrine, insuline, glucagon, secretine en motiline [3]
  • regulatoire effecten op gastrointestinale tract, de endocriene pancreas, het immuunsysteem en het CV systeem.
Het n-terminale fragment prosomatostatin 1-64 (NT-proSST) is een stabiel fragment van de endogeen somatostatine-precursor en  weerspiegelt somatostatineconcentraties en kan een marker zijn voor acute HF en sterfte [5].
Deze studie evalueerde het verband tussen plasma NT-proSST en incidente CVD en sterfte door alle oorzaken, in deelnemers zonder voorgeschiedenis met CVD bij baseline (leeftijd: 28-75 jaar), van de Prevention of Renal and Vascular End-stage Disease (PREVEND) studie. Bovendien werd de voorspellende waarde van NT-proSST in aanvulling op de Framingham RisicoScore (FRS) bepaald in deze populatie.
 

Resultaten

  • Van 8134 deelnemers met een gemiddelde plasmaconcentratie NT-proSST van 412 (SD: 169) pmol/L in mannen en 364 (SD: 167) pmol/L in vrouwen (P < 0.001), ontwikkelde 8.7% een eerste CVD event, en 6.4% van de deelnemers overleed.
  • Leeftijd- en sekse-gecorrigeerde HRs van cumulatieve overleving voor het hoogste tertiel ten opzichte van het laagste tertiel van NT-proSST waren 1.28 (95% CI: 1.06 –1.54; P = 0.01) voor incidente CVD en 1.49 (95% CI: 1.19 –1.87; P < 0.001) voor sterfte door alle oorzaken.
  • Na correctie voor traditionele CVD risicofactoren uit de FRS, waren hogere waarden van NT-proSST geassocieerd met een verhoogd risico op incidente CVD (HR: 1.22; 95% CI: 1.01–1.48) en sterfte door alle oorzaken (HR: 1.32; 95% CI: 1.05–1.65).
  • Er was een 17% (95% CI: 3%–34%) hoger risico op incident CVD en een 28% (95% CI: 9%–49%) hoger risico op sterfte door alle oorzaken per verdubbeling van NT-proSST concentratie voor ieder eindpunt, na correctie voor de Framingham risicofactoren (HR voor CV mortaliteit: 1.22; 95% CI: 0.90 –1.64; HR voor cerebrovasculaire events: 1.05; 95% CI: 0.82–1.35).
  • Toevoeging van NT-proSST aan de geupdate FRS als continue variabele leidde tot een verbetering van het onderscheidend vermogen van  0.004 (95% CI: 0.002– 0.007; P < 0.001) voor het 10-jaars risico op CVD (correcte reclassificatie van 2.5%).
  • De toevoeging van hsTNT of NT-proBNP aan de FRS verbeterde de c-index van 0.785 (95% CI: 0.770–0.800) tot 0.796 (95% CI: 0.781–0.812; P voor verschil respectievelijk <0.001) of 0.787 (95% CI: 0.770–0.802; P <0.001).
 

Conclusie

NT-proSST concentraties waren geassocieerd met een verhoogd risico op incidente CVD en sterfte door alle oorzaken, na correctie voor traditionele CVD risicofactoren en nieuwe biomarkers, in een populatie-gebaseerd cohort van mannen en vrouwen zonder CVD in de voorgeschiedenis. Deze bevindingen ondersteunen een mogelijke toekomstige voorspellende rol van NT-proSST concentraties.
 
Vind dit artikel online op Clinical Chemistry
 

Referenties

1. Bersani M, Thim L, Baldissera FG, et al. Prosomatostatin 1– 64 is a major product of somatostatin gene expression in pancreas and gut. J Biol Chem 1989;264: 10633– 6.
2. Ezzat VA, Duncan ER, Wheatcroft SB, et al. The role of IGF-I and its binding proteins in the development of type 2 diabetes and cardiovascular disease. Diabetes Obes Metab 2008;10:198 –211.
3. Reisine T, Bell GI. Molecular biology of somatostatin receptors. Endocr Rev 1995;16:427– 42.
4. Olias G, Viollet C, Kusserow H, et al. Regulation and function of somatostatin receptors. J Neurochem 2004;89:1057–91.
5. Samols E. The endocrine pancreas. New York (NY): Raven Press; 1991.
 

Deel deze pagina met collega's en vrienden: