ACEi/ARB therapie bij ontslag geassocieerd met minder sterfte en heropname in HFrEF
Literatuur - Gilstrap LG et al., J Am Heart Assoc. 2017Initiation, Continuation, or Withdrawal of Angiotensin-Converting Enzyme Inhibitors/Angiotensin Receptor Blockers and Outcomes in Patients Hospitalized With Heart Failure With Reduced Ejection Fraction
Gilstrap LG, Fonarow GC, Desai AS, et al.
J Am Heart Assoc. 2017;6:e004675.
Achtergrond
Angiotensin-converting enzyme remmers (ACEi) en angiotensin II receptor blokkers (ARBs) verbeteren symptomen, verminderen ziekenhuisopnames en verbeteren de overleving in hartfalen (HF) patiënten met verminderde ejectiefractie. Ze worden aanbevolen in richtlijnen bij ontslag uit het ziekenhuis voor preventie van symptomatisch HF in deze patiënten [1-5]. De impact van het voortzetten of stoppen van ACEi/ARB therapie na ziekenhuisopname voor acuut gedecompenseerd HF (ADHF) is echter niet grondig geëvalueerd.In deze studie werd de relatie tussen het voortzetten of wegnemen van ACEi/ARB therapie en uitkomsten bepaald, in 16052 HFrEF patiënten opgenomen voor ADHF. Data van het Get With The Guidelines HF (GWTG-HF) register werden gebruikt voor deze analyses.
Belangrijkste resultaten
- 90.5% van de patiënten werd ontslagen op ACEi/ARB, van wie 59.6% behandeling voortzette en 30.9% ACEi/ARB startte, 1.9% stopte met ACEi/ARB therapie, en 7.5% kreeg het niet.
- Patiënten die stopten of niet starten met ACEi/ARB therapie, hadden hogere frequenties van nierdysfunctie, maar ze kregen minder vaak instructies bij het ontslag, advies over stoppen met roken, tijdige follow-up afspraken en ICD counseling.
- De gecorrigeerde HR voor 30-daagse mortaliteit in patiënten die stopten met ACEi/ARB therapie was 1.92 (95% CI: 1.32-2.81; P<0.001) ten opzichte van patiënten die therapie voortzetten. Voor patiënten die geen therapie startten, was de gecorrigeerde HR voor 30-daagse mortaliteit 1.50 (95% CI: 1.12-2.06; P=0.006).
- De gecorrigeerde HR voor 1-jaars mortaliteit in patiënten die stopten met ACEi/ARB therapie was 1.35 (95% CI: 1.13-1.61; P=0.001), en voor patiënten die geen therapie startten was deze 1.28 (95% CI: 1.14-1.43; P<0.001).
- De gecorrigeerde HR voor 30-daagse heropname was 1.40 (95% CI: 1.16-1.71; P<0.001) onder diegenen die stopten, ten opzichte van patiënten die ACEi/ARB voortzetten of startten en 1.14 (95% CI: 1.01-1.29; P=0.038) onder diegenen die niet startten met ACEi/ARB.
- Na 90 dagen was er na correctie geen verschil in heropnamefrequentie tussen de groepen.
- De bevindingen ten aanzien van het samengestelde eindpunt van mortaliteit en heropname kwamen overeen met de beschreven afzonderlijke data.
Conclusie
In een groot cohort van meer dan 16000 HFrEF patiënten, was het voortzetten of starten van ACEi/ARB therapie ten tijde van ontslag na ziekenhuisopname voor ADHF geassocieerd met lagere sterfte en heropnamefrequentie, ten opzichte van diegenen die stopten of deze behandeling niet starten. Deze bevindingen geven verder inzicht in richtlijnaanbevelingen voor deze patiënten.Vind dit artikel online op JAHA
Referenties
1. Effects of enalapril on mortality in severe congestive heart failure. Results of the Cooperative North Scandinavian Enalapril Survival Study (CONSENSUS). The CONSENSUS Trial Study Group. N Engl J Med. 1987;316:1429–1435.
2. Effect of enalapril on survival in patients with reduced left ventricular ejection fractions and congestive heart failure. The SOLVD Investigators. N Engl J Med. 1991;325:293–302.
3. Effect of enalapril on mortality and the development of heart failure in asymptomatic patients with reduced left ventricular ejection fractions. The SOLVD Investigators. N Engl J Med. 1992;327:685–691.
4. Pfeffer MA, Braunwald E, Moy_e LA, et al. Effect of captopril on mortality and morbidity in patients with left ventricular dysfunction after myocardial infarction. Results of the survival and ventricular enlargement trial. The SAVE Investigators. N Engl J Med. 1992;327:669–677.
5. Yancy CW, Jessup M, Bozkurt B, et al. 2013 ACCF/AHA guideline for the management of heart failure: executive summary: a report of the American College of Cardiology Foundation/American Heart Association Task Force on Practice Guidelines. Circulation. 2013;128:1810–1852.
Deel deze pagina met collega's en vrienden: