Therapie-ontrouw aan medicatie voor secundaire preventie na MI verhoogt sterfte
Adherence Tradeoff to Multiple Preventive Therapies and All-Cause Mortality After Acute Myocardial Infarction
Achtergrond
Recente data tonen aan dat ongeveer 40% van de patiënten die ACE-remmers, ARBs, bètablokkers (BB) of statines starten na ziekenhuisopname voor acuut myocardinfarct (AMI) ontrouw aan hun therapie worden tijdens het eerste behandeljaar [1-4]. De klinische impact van verminderde therapietrouw in post-AMI preventieve therapie is onbekend. In deze studie werden de effecten van compromissen aan therapietrouw voor ACE-remmers or ARBs, BB en statines op sterfte door alle oorzaken na AMI, onderzocht in een groot cohort van mensen die gebruik maken van Medicare.
De verkiesbaarheidscriteria waren als volgt: ouder dan 65 jaar, continue deelname voor ≥365 dagen voor en ≥180 dagen na de index AMI-ziekenhuisopname, welke tussen 1 januari 2008 en 31 december 2010 moest plaatsvinden, en overleving voor >180 dagen na de index-opname. De uiteindelijke studiepopulatie bevatte 90869 patiënten die ACE-remmers of ARBs, BB en statines kregen voorgeschreven binnen 30 dagen na ontslag van de index-opname.
De ‘proportion of days covered’ (PDC) werd berekend voor 180 dagen na ontslag uit het ziekenhuis door gebruik te maken van data en aantal dagen voorraad van het recept. Patiënten met een PDC ≥80% werden geclassificeerd als therapietrouw. Er waren 8 categorieën van medicatie-(on)trouw, afhankelijk van of patiënten alle, sommige of geen van de 3 preventieve therapieën namen.
Belangrijkste resultaten
- 51.5% van de patiënten waren ontrouw aan 1 of meer van de 3 therapieën gedurende de 180-dagen therapietrouw-monitorperiode. 30.7% namen hun ACE-remmers/ARBs niet goed, 23.8% namen BB niet en 23.0% namen hun statines niet.
- De ruwe en gecorrigeerde sterftecijfers waren na 1 jaar follow-up: 8.9% en 9.3% in patiënten die alle drie de therapieën namen, en 16.1% en 14.3% in patiënten die geen van alle namen.
- Diegenen die trouw ACE-remmer/ARBs en statines namen hadden een vergelijkbaar sterftecijfer als diegenen die de 3 therapieën namen (adjHR: 0.98; 95%CI: 0.91 - 1.07).
- Diegenen die geen van de 3 therapieën namen lieten de hoogste mortaliteit zien (HR: 1.65; 95%CI: 1.54 - 1.76), gevolgd door diegenen die alleen BB namen (HR: 1.32; 95%CI: 1.21 - 1.44), of alleen statines (HR: 1.26; 95%CI: 1.15 - 1.38), alleen ACE-remmers/ARBs (HR: 1.19; 95%CI: 1.07 - 1.32), alleen BB en statines (HR: 1.17; 95%CI: 1.10 - 1.25), en alleen ACE-remmer/ARBs en BB (HR: 1.12; 95%CI: 1.04 - 1.21).
Conclusie
Patiënten die een AMI hebben doorgemaakt die therapietrouw zijn aan ACE-remmers/ARBs en statines, maar niet aan BB, hebben een vergelijkbaar mortaliteitsrisico als diegenen die alle drie de middelen nemen. Deze data doen vermoeden dat het gebruik van BB voor secundaire preventie na MI mogelijk geen toegevoegde waarde hebben bovenop statines en ACE-remmers/ARBs. Therapie-ontrouw voor ACE-remmers/ARB of statines en ontrouw voor alle drie de middelen was geassocieerd met een hogere sterftefrequentie.
Redactioneel commentaar
In hun redactioneel commentaar [5], merken Peterson en Navar op dat ‘therapietrouw een van de grootste onopgeloste problemen in de geneeskunde weerspiegelt.’ Zij bespreken de beperkingen van deze studie, waaronder:
- Het enkele gebruik van factuurgegevens houdt geen rekening met alle mogelijke confounders.
- Patiënten met verzekering, die vaak betere therapietrouw vertonen, en patiënten die nooit hun recept ophaalden, werden niet in de studie geïncludeerd.
- PDC, als maat voor therapietrouw, garandeert niet dat patiënten hun medicatie innemen.
- De bestudeerde periode van therapietrouw was kort.
De auteurs concluderen: ‘We geloven dat gegevens van deze studie moeten oproepen tot actie. Het medische werkveld moet leren van collega’s in marketing, gedragseconomie, en sociale wetenschappen om te identificeren welke methoden het meest effectief zijn om therapietrouw te verbeteren, en dan moeten deze methoden worden getest in grote uitkomstenstudies. Hoeveel meer studies die slechte therapietrouw documenteren moeten we zien voordat er een kentering plaatsvindt?’
Deel deze pagina met collega's en vrienden: