Cholesterolabsorptieremmer bovenop statine als secundaire preventie beschermt tegen ischemische beroerte

Achtergrond

Het is aangetoond dat lipideverlagende therapie met statines resulteert in een 22% reductie van ernstige vasculaire events per 1 mmol/L reductie in LDL-C, inclusief een 21% RRR van ischemische beroerte per 1 mmol/L reductie in LDL-C [1]. In de IMPROVE-IT studie leidde de toevoeging van het niet-statine lipideverlagende geneesmiddel ezetimibe bovenop simvastatine, bij de langdurige behandeling van gestabiliseerde post-ACS patiënten, tot een significante vermindering van CV events [2,3].

In deze posthoc analyse van de multinationale, dubbelblinde, placebo-gecontroleerde IMPROVE-IT studie, werden de incidentie en voorspellers van beroerte na ACS geëvalueerd. Bovendien werd de werkzaamheid van ezetimibe bovenop simvastatine geëvalueerd ter voorkoming van beroerte en andere CV events, met name in patiënten met een voorgeschiedenis van een eerdere beroerte. Van de 18144 post-ACS patiënten had 3,5% tenminste één beroerte bij een mediane follow-up van 6 jaar. 89% waren eerste events en 11% waren recidiverende events. Van de eerste beroertes waren 82% ischemisch en 16% hemorragisch, terwijl 2% onbekend waren en 15% dodelijk waren.

Belangrijkste resultaten

• Een voorgeschiedenis van eerdere beroerte was de meest krachtige onafhankelijke voorspeller van een terugkerende beroerte ongeacht etiologie, met een meer dan driemaal verhoogd risico in patiënten met een eerdere beroerte in vergelijking met diegenen zonder een eerdere beroerte (7-jaar KM rate van 18.8% vs 4.3%; HR: 3.06; 2.40-3.92; P <0.001). Andere onafhankelijke voorspellers van beroerte waren: leeftijd ≥ 75 jaar, AF, DM, eerdere MI, nierdysfunctie en HF. De onafhankelijke voorspellers van ischemische beroerte waren hetzelfde met uitzondering van HF. Een voorgeschiedenis van AF, HF en hypertensie voorspelde hemorragische beroerte tijdens de follow-up.
• In de totale populatie was er geen significante vermindering van het eerste event van een beroerte ongeacht type met de toevoeging van ezetimibe aan simvastatine vergeleken met simvastatine monotherapie met respectievelijk percentages van 4.2% en 4.8% (HR: 0.86; 0.73-1.00; P=0.052).
• Ischemische beroerte als eerste event was significant verminderd met 21% bij ezetimibe/simvastatine vergeleken met placebo/simvastatine (7-year KM rate of 3.4% vs 4.1%; HR: 0.79; 0.67-0.94; P=0.008).
• Er was een niet significant, maar numeriek groter aantal hemorragische beroertes met ezetimibe/simvastatine vs placebo/simvastatine (0.8% vs 0.6%; HR: 1.38; 0.93-2.04; P=0.11).
• Er waren 20 minder latere beroertes met ezetimibe/simvastatine vergeleken met placebo/simvastatine. Bij de toevoeging van de recidief beroertes aan de eerste beroertes was er een significante vermindering van 17% in totale beroertes (325 vs 394; RR: RR: 0.83; 0.70-0.98; P=0.029) en een significante reductie van 24% in totale ischemische beroertes (258 vs 338; RR: 0.76; 0.63-0.91; P=0.003).
• Vergeleken met patiënten zonder een voorgeschiedenis van een eerdere beroerte, waren er grotere relatieve reducties in totale beroerte (RR: 0.54; 0.33-0.90; P=0.019 vs RR: 0.88; 0.74-1.05; P=0.16; P-interaction<0.001) en totale ischemische beroerte (RR: 0.45; 0.26-0.80; P=0.006 vs RR: 0.82; 0.68-1.00; P=0.045; P-interactie <0.001) in patiënten met een eerdere beroerte.

Conclusie

Referenties

Vind dit artikel online op Circulation