Potente P2Y12-receptorremmer toont sterker antitrombotisch effect in T2DM patiënten met CVD
Antithrombotic potency of ticagrelor versus clopidogrel in type-2 diabetic patients with cardiovascular disease
Achtergrond
Type 2 diabetes (T2DM) patiënten hebben een hoog risico op CV morbiditeit en sterfte, dat mede door plaatjeshyperactiviteit wordt veroorzaakt [1-3]. Remming van de P2Y12 receptor door middel van antiplaatjestherapie heeft grote klinische voordelen getoond in het voorkomen van secundaire coronaire events in CVD patiënten [4,5]. Echter, gegevens over de effecten in T2DM patiënten zijn beperkt en meestal verkregen uit subgroepanalyses [6]. Uit de beschikbare studies blijkt dat, naast de verhoogde plaatjesreactiviteit, patiënten minder reageren op antiplaatjestherapie dan niet-diabetische patiënten. De PLATO trial demonstreerde een snellere en significante vermindering van CV events in ACS patiënten die werden behandeld met ticagrelor in vergelijking met clopidogrel. Hoewel de resultaten in de diabetische subgroep vergelijkbaar waren, werd er geen significant verschil gevonden [7].
Een gerandomiseerde, cross-over, open-label, 2-behandelingen-trial in T2DM patiënten met stabiel CVD werd uitgevoerd. Patiënten (n=20) werden behandeld met beide therapieën, bestaande uit ticagrelor of clopidogrel, met een wash-out-periode van 2 weken en werden gerandomiseerd naar een van de twee behandelingssequenties. Patiënten kregen een oplaaddosering plus één week met dagelijkse behandeling van beide therapieën. Antitrombotische effecten werden gemeten in een ex vivo model waarin niet-ontstold bloed wordt geperfundeerd over een trombogeen substraat. Het verschil in trombusoppervlakte voor en na interventie is een maat voor het antitrombotische effect van de behandeling. Plaatjesfunctie werd bepaald met meervoudige electrode aggregometrie, waarin adenosine difosfaat plaatjesaggregatie uitlokt via de P2Y12-receptor signaalroute. Bovendien werd VerifyNow gebruikt om aggregatie te bepalen in volbloed behandeld met de P2Y12-receptor-remmers, door gebruik te maken van licht transmissie.
Belangrijkste resultaten
- Behandeling met clopidogrel resulteerde in een reductie van 16%, 20% en 17% van de trombusgrootte bij hoge shear na 2 uur, 6 uur en 7 dagen, met alleen een significante daling na 6 uur. Behandeling met ticagrelor daarentegen resulteerde in een significant verminderde trombusgrootte op elke tijdstip (respectievelijk 33%, 40% en 31%). Ook werd een significant verschil in trombusgrootte gevonden tussen de behandelingen met ticagrelor en clopidogrel na 6 uur.
- Een vergelijkbaar patroon werd waargenomen voor trombusvorming bij lage shear, hoewel de vermindering van de trombusgrootte kleiner was, aangezien plaatjes onder deze omstandigheden geen belangrijke rol spelen.
- Meervoudige elektrode aggregatie liet verminderingen zien van 46%, 56% en 54% met clopidogrelbehandeling na respectievelijk 2 uur, 6 uur en 7 dagen. Na behandeling met ticagrelor waren de dalingen in aggregatie vanaf de start van de studie groter (respectievelijk 79%, 79% en 15%). Op elke tijdstip was de plaatjesaggregatie met ticagrelorbehandeling significant lager dan de aggregatie met clopidogrel.
- Plaatjesaggregatie zoals gemeten met VerifyNow, liet een vergelijkbaar patroon zien met een meer uitgesproken verschil tussen behandeling met ticagrelor en clopidogrel, met lagere P2Y12 reactie-eenheden (PRU) voor ticagrelor (42 vs 220 bij 2 uur, 23 vs 189 bij 6 uur en 41 tegen 177 bij 7 dagen).
Conclusie
Deze gerandomiseerde, cross-over trial toonde aan dat behandeling met ticagrelor resulteerde in een sterkere remming van plaatjesaggregatie, en belangrijker nog, een krachtigere antitrombotische werking dan clopidogrel in T2DM patiënten met stabiel CVD.
Deel deze pagina met collega's en vrienden: