CAC-metingen voorspellen HFpEF risico in vrouwen
Usefulness of Coronary Artery Calcium to Predict Heart Failure with Preserved Ejection Fraction in Men Versus Women (From the Multi-Ethnic Study of Atherosclerosis)
Literatuur - Sharma K, Al Rifai M, Ahmed HM, et al. - Am J Cardiol 2017; published online ahead of printAchtergrond
De HFpEF-prevalentie neemt toe en treft meer vrouwen dan mannen, en de behandelmogelijkheden voor deze aandoening zijn beperkt [1,2]. De pathofysiologie van HFpEF is complex en er worden pogingen ondernomen om subgroepen van patiënten met specifieke kenmerken te identificeren, die mogelijk individuele therapeutische benadering behoeven [3].
CAD is geassocieerd met een verhoogd HFpEF risico, en HFpEF is aanwezig bij maximaal de helft van de patiënten. Omdat CAC een marker is van coronaire atherosclerose [4], kunnen CAC-metingen nuttig zijn bij de identificatie van personen met een hoog risico op HFpEF, voordat ze klinisch openlijke CAD ontwikkelen.
In deze analyse van de MESA-studie werd geëvalueerd of bepaling van aanwezigheid van CAC nuttig is voor de identificatie van patiënten met een hoger risico op HFpEF. Bovendien werd beoordeeld of de mogelijke associatie tussen CAC en het risico op HFpEF wordt beïnvloed door het geslacht.
De MESA-studie wierf 6814 asymptomatische mannen en vrouwen zonder klinische CVD, in de leeftijd van 45-84 jaar, tussen 2000 en 2002 in de VS. Aan het begin van de studie werd elke deelnemer beoordeeld op de aanwezigheid van CAC. Alle deelnemers werden tweemaal gescand en de gemiddelde Agatston-score werd berekend en voor alle analyses gebruikt [5].
Belangrijkste resultaten
- Tijdens de mediane follow-up tijd van 11.2 jaar waren er 127 incidentele HF-ziekenhuisopnames.
- De totale incidentie van HFpEF was 1.82 per 1000 persoonsjaren (person-years, PY). De incidentiecijfers waren iets hoger voor mannen in vergelijking met vrouwen (respectievelijk 2.00 versus 1.66 events per 1000 PY, P=0.29).
- De HFpEF-incidentie steeg geleidelijk naarmate de CAC-scores toenamen: voor CAC=0: 0.99 events per 1000 PY; voor CAC 1-100: 1.48 per 1000 PY; voor CAC 101-300: 2.95 per 1000 PY en voor CAC> 300: 5.39 events per 1000 PY.
- Het HFpEF risico was significant hoger in de CAC 101-300 en >300 groepen vergeleken met CAC=0 (respectievelijk niet-aangepast HR: 2.99; 95%CI: 1.76-5.08; en HR: 5.50; 95%CI: 3.52-8.59, P voor trend <0.001).
- Na correctie waren de verschillen niet langer significant, maar er bleef een trend bestaan voor een hoger risico bij toenemende CAC (P=0.02).
- Er was een 4-voudige toename in HFpEF-risico voor elke stijging van 1 eenheid in log-getransformeerde CAC, die na correctie niet langer significant was (HR: 1.12; 95% CI: 0.60-2.09).
- Er was een significante interactie tussen CAC en geslacht (P voor interactie=0.03 voor zowel continue als categorische CAC).
- Na aanpassing was CAC> 300 bij vrouwen geassocieerd met een 2.81-voudige toename van het risico op HFpEF (95% CI: 1.32-5.95; P voor trend <0.001).
Conclusie
In asymptomatische individuen zonder klinische CVD, was het detecteren van CAC geassocieerd met het HFpEF risico in vrouwen en dit kan daarom nuttig zijn voor de risicostratificatie van HFpEF bij vrouwen. Deze bevindingen suggereren dat CAC kan worden gebruikt voor het identificeren en introduceren van geschikte preventieve maatregelen voor vrouwen met een hoog risico op HFpEF.
Deel deze pagina met collega's en vrienden: