Cardiovasculaire Geneeskunde.nl

AF-patiënten die orale antistolling krijgen, hebben een lager risico op dementie

Less dementia with oral anticoagulation in atrial fibrillation

Literatuur - Friberg L, Rosenqvist M. - Eur Heart J 2017; published online ahead of print

Achtergrond

Atriumfibrilleren (AF) is geassocieerd met een verhoogd risico op beroerte, wat aanzienlijk verminderd is door OAC-therapie. AF is ook geassocieerd met dementie, maar het is onduidelijk of OAC-therapie nuttig is voor de preventie van dementie, omdat beschikbare onderzoeken tot tegenstrijdige resultaten hebben geleid [1-4].

In deze retrospectieve cohortstudie werd de incidentie van dementie bij AF-patiënten met en zonder OAC-behandeling geëvalueerd met behulp van gegevens uit het Zweedse patiëntenregister en het register van uitgegeven geneesmiddelen [5,6]. Er werd ook beoordeeld of er een verschil is tussen nieuwe antistollingsmiddelen en warfarine in deze context.

Alle personen met de diagnose AF tussen 2006 en 2014 en zonder een voorgeschiedenis van dementie werden in de analyse opgenomen. Informatie binnen 30 dagen na het eerste contact werd gebruikt als startconditie. Nieuw ontwikkelde dementie tijdens de follow-up werd vanaf dag 31 gedetecteerd binnen de risicotijd. 444.106 patiënten werden opgenomen in de studie. Gedurende meer dan 1.5 miljoen jaar follow-up werden 26.210 patiënten gediagnosticeerd met dementie, wat overeenkomt met 1.73 per 100 patiëntjaren met risico (patient years at risk, PYAR).

Belangrijkste resultaten

Conclusie

In een groot retrospectief cohortonderzoek was het risico op dementie hoger bij patiënten met AF zonder orale antistolling, in vergelijking met AF-patiënten die orale antistolling kregen. Deze resultaten suggereren dat een vroege start met antistollingsbehandeling bij patiënten met AF kan bijdragen aan het behoud van de cognitieve functie.

Referenties

Toon referenties

Vind dit artikel online op Eur Heart J

Deel deze pagina met collega's en vrienden: