Patiënten met ernstige hypertriglyceridemie hebben baat bij omega-3-carbonzuren 2 g/dag
Omega-3 carboxylic acids in patients with severe hypertriglyceridemia: EVOLVE II, a randomized, placebo-controlled trial
Achtergrond
Ernstige hypertriglyceridemie (SHTG) wordt gekenmerkt door een serum TG-concentratie ≥ 500 mg/dL (5.65 mmol/L) en is geassocieerd met een hoog risico op acute pancreatitis en CVD [1,2]. Internationale richtlijnen stellen dat het behandeldoel is om de TG-concentratie in deze aandoening te minimaliseren, bijvoorbeeld door toediening van omega-3-vetzuren eicosapentaeenzuur (EPA) en docosahexaeenzuur (DHA) [3,4]. Een nieuwe formulering van omega-3-carbonzuren (OM3-CA), afgeleid van visoliën en met EPA en DHA, biedt verbeterde biologische beschikbaarheid in vergelijking met ethylesterformuleringen en is goedgekeurd voor de behandeling van SHTG met een dagelijkse dosis van 2 g of 4 g als toevoeging aan een dieet [5,6].
In deze gerandomiseerde, dubbelblinde fase 3-studie waren de primaire doelstellingen om de werkzaamheid en veiligheid van dagelijks OM3-CA 2 g te beoordelen in vergelijking met dagelijks olijfolie 2 g in het verlagen van serum TG- en lipidenconcentraties gedurende een behandelperiode van 12 weken. In deze studie werden 162 patiënten met SHTG geïncludeerd, inclusief patiënten met kwalificerende TG-concentraties > 885 mg/dL (10 mmol/L) en patiënten met Fredrickson Type V hyperlipidemie, een aandoening die biochemisch gedefinieerd is als TG:VLDL-c-ratio ≥ 6.
De secundaire doelstellingen van het onderzoek waren om de effecten van dagelijks 2 g OM3-CA te bepalen, in vergelijking met dagelijks 2 g olijfolie, op niet-HDL-c- en HDL-c-concentraties gedurende een 12 weken behandelperiode, terwijl de effecten van de studiemedicatie op LDL-c en LVDL-c de verkennende doelstellingen van dit onderzoek omvatten.
In aanmerking komende deelnemers hadden een BMI ≥ 20 kg/m2, onbehandelde dyslipidemie of dyslipidemie behandeld met lipidenverlagende therapie en kwalificerende serum TG-concentraties van ≥ 500 mg/dL en <2500 mg/dL (<2000 mg/dL in Canada).
Belangrijkste resultaten
- In de totale onderzoekspopulatie was de mediane procentuele verandering ten opzichte van de startwaarde van TG-concentraties in de OM3-CA-behandelgroep -28.1% (interquartile range [IQR]: -42.1% tot -5.5%) versus -10.2% (IQR: -36.4% tot 23.0 %) in de olijfolie behandelgroep.
- Voor patiënten met kwalificerende TG-concentraties > 885 mg/dL was de gemiddelde procentuele verandering in TG-concentraties voor de OM3-CA-behandelgroep -37.5% (IQR: -46.1% tot -18.1%) versus -9.3% (IQR: - 36.3% tot 27.0%) in de olijfolie behandelgroep.
- De mediaan van verschillen in TG-concentraties tussen de twee behandelgroepen was -14.2% (95 CI: -26.2% tot -2.8%; P=0.017) in de totale onderzoekspopulatie en -26.3% (95%CI: -40.5 % tot -11.5%; P=0.001) bij patiënten met kwalificerende TG-concentraties > 885 mg/dL.
- De mediaan van verschillen in niet-HDL-c-concentraties tussen de twee behandelingen was statistisch significant in zowel de totale onderzoekspopulatie (-9.0%, 95% CI: -14.8% tot -2.8%, gecorrigeerde P=0.018), alsook bij patiënten met kwalificerende TG-concentraties > 885 mg/dL (-15.9%; 95%CI: -24.0% tot -7.8%, niet-gecorrigeerde P=0.001).
- De mediaan van de verschillen tussen de twee behandelingen was niet statistisch significant met betrekking tot HDL-c-concentraties in de totale onderzoekspopulatie en bij patiënten met kwalificerende TG-concentraties > 885 mg/dL.
- Bij 112 patiënten met Fredrickson type V hyperlipidemie was de mediaan van de verschillen tussen de twee behandelgroepen niet statistisch significant in de totale onderzoekspopulatie (-10.3%, 95%CI: -23.9% tot 3.5%, gecorrigeerde P=0.303), maar was wel statistisch significant in degenen met kwalificerende TG-concentraties > 885 mg/dL (-24.3%; 95%CI: -40.9% tot -7.3%; niet-gecorrigeerd P=0.007).
- Behandeling met OM3-CA of olijfolie resulteerde in een niet-significant verschil in LDL-c-concentraties in de totale onderzoekspopulatie, evenals bij patiënten met kwalificerende TG-concentraties > 885 mg/dL (respectievelijk 22.7%; IQR: 3.1% tot 43.5% en 12.6%; IQR: -6.8% tot 51.9%).
- In de totale onderzoekspopulatie was de gemiddelde procentuele verandering vanaf start tot week 12 in VLDL-c-concentraties in de OM3-CA-behandelgroep -19.0% (IQR: -34.7% tot -3.6%) versus -0.8% (IQR: -29.2% tot 24.2%) in de olijfolie behandelgroep met een mediaan verschil van -14.5%; 95%CI: -24.9% tot -4.0%; niet-gecorrigeerde P=0.006). Voor de patiënten met kwalificerende TG-concentraties > 885 mg/dL was de gemiddelde procentuele verandering in VLDL-c-concentraties -28.2% (IQR: -37.9% tot -12.9%) in de OM3-CA-behandelgroep en -0.2% (IQR: -28.8% tot 28.8%) in de olijfolie behandelgroep met een mediaan verschil van -25.0%; 95%CI: -36.7% tot -11.0%, niet-gecorrigeerde P=0.001).
- Over het algemeen werd de behandeling met OM3-CA goed verdragen. Er waren 13 gerapporteerde treatment-emergent adverse events (TEAE's) waarvan werd aangenomen dat ze verband hielden met het studiegeneesmiddel, zeven in de OM3-CA-behandelgroep en zes in de olijfolie-behandelgroep, waarvan diarree, dysgeusie en oprisping het vaakst werden gemeld.
Conclusie
Patiënten met SHTG die dagelijks 2 g OM3-CA kregen hadden een statistisch significante vermindering van de TG- en niet-HDL-c-concentraties in vergelijking met degenen die dagelijks 2 g olijfolie kregen. Patiënten met kwalificerende TG-concentraties > 885 mg/dL (> 10 mmol/L) vertoonden een grotere TG-verlaging dan die in de totale studiepopulatie. Deze bevindingen suggereren dat OM3-CA nuttig kan zijn voor de preventie van acute pancreatitis en CVD bij deze patiënten.
Deel deze pagina met collega's en vrienden: