Management van patiënten met hartfalen en atriumfibrilleren
10' educatie - 1 nov. 2017 - Dr. Dirk Lok - Deventer ZiekenhuisHF-patiënten die orale antistolling behoeven in verband met atriumfibrilleren hebben vaak nierfunctiestoornissen. Dr. Lok bespreekt hoe dit antistollingsbehandeling beïnvloedt.
Video navigation menu
- Bijzonderheden bij gebruik van OAC's in patiënten met hartfalen 0:22
- Patiënten met AF, HF en nierfunctiestoornissen: gevolgen voor behandeling met NOAC's 2:57
- Volgens EMA/FDA is dosisaanpassingen in de CHARM-HF-populatie regelmatig nodig, maar stoppen niet 7:27
- ESC richtlijnen over dosisreductie van NOAC's bij nierfunctiestoornissen 10:35
- Samenvatting: frequente dosisaanpassingen zijn nodig, maar verschillen bestaan tussen de verschillende NOAC's 11:10
Educatieve informatie
In grote NOAC-trials werden AF patiënten met klaring <25-30 ml/min uitgesloten, dus er is weinig informatie over gebruik van deze medicatie in patiënten met verstoorde nierfunctie, hetgeen vaak voor komt bij hartfalen. Het doel van deze opname is te overwegen hoe de verschillende antistollingstherapieën zich verhouden met betrekking tot de klinische aspecten bij deze patiënten populatie.
Faculty
Dr. D.J.A. Lok is cardioloog in het Deventer Ziekenhuis te Deventer.
Disclosures
Deze educatieve video is ontwikkeld onder inhoudelijke verantwoordelijkheid van CVGK. Meningen en interpretaties komen voor rekening van de spreker en zijn niet noodzakelijk die van CVGK.
Deze productie is mede mogelijk gemaakt door een financiële ondersteuning van BMS/Pfizer.
Consultant/spreker geweest voor Novartis, aan Advisory Board deelgenomen voor Roche Diagnostics.
Deel deze pagina met collega's en vrienden: