Cardiovasculaire Geneeskunde.nl

Belangrijkste boodschap voor eerstelijnszorg van de 2016 ESC Richtlijnen voor Cardiovasculaire Preventie

Nieuws - 11 dec. 2017

Een nieuwe versie van de Europese Richtlijnen voor Cardiovasculaire Preventie werd in 2016 gepubliceerd door de Sixth Joint Task Force, een samenwerkingsverband tussen de Europese Vereniging voor Cardiovasculaire Preventie en Rehabilitatie van de Europese Vereniging voor Cardiologie (ESC) en 9 andere Europese verenigingen [1]. Deze richtlijnen voor CV-preventie zijn relevant voor huisartsen omdat zij een cruciale rol spelen in hoe en wanneer het risico moet worden beoordeeld, door patiënten te helpen een verbeterde levensstijl te bereiken en niveaus van risicofactoren te verlagen.

Een van de belangrijkste boodschappen voor artsen in de eerstelijnszorg is het belang van een levenslange benadering, aangezien CV-risico en -preventie dynamisch en continu zijn naarmate patiënten ouder worden en/of co-morbiditeiten accumuleren [2]. Bovendien wordt, in vergelijking met eerdere richtlijnen, meer nadruk gelegd op een populatie-gebaseerde aanpak, op ziekte-specifieke interventies en specifieke subgroepen, zoals jonge en oudere personen, vrouwen en etnische minderheden. De ESC-richtlijnen zijn gebaseerd op 'te doen'- en 'niet-doen'-regels, maar volgens de richtlijnen zijn dit geen absolute regels en moet er ook rekening worden gehouden met andere factoren.

Marchal et al. [3] geven commentaar op deze vertaling voor de eerste lijn van de 2016 richtlijnen en beschrijven de uitdagingen die hieruit voortkomen voor huisartsen. In het licht van onder andere de vergrijzende bevolking en de meer persoonlijke aanpak van CV risicomanagement, moeten huisartsen een visie ontwikkelen voor het organiseren van de zorg zoals aanbevolen in de nieuwe richtlijnen, ze moeten proactief zijn om systematisch en routinematig gegevens te verzamelen over mogelijke CV risicofactoren, ze moeten bijdragen aan een gezonde levensstijl in de hele bevolking aangezien hun verantwoordelijkheid verder gaat dan de klinische praktijk en uiteindelijk moeten ze bewijs aanleveren voor de effecten van de nieuwe benaderingen.

Referenties

Toon referenties

Vind dit artikel online op Eur J Gen Prac

Deel deze pagina met collega's en vrienden: