Associatie van bloeddrukvariabiliteit met CV risico is onafhankelijk van baseline CV risico
Blood pressure variability and risk of cardiovascular events and death in patients with hypertension and different baseline risks
Achtergrond
Klinische en observationele studies tonen aan dat verhoogde bloeddruk (BP) variabiliteit bijdraagt aan de risico's van CV events en sterfte, ongeacht de gemiddelde BP, vooral bij patiënten met een hoog risico [1,2]. In deze analyse van de Valsartan Antihypertensive Long-term Use Evaluation (VALUE) trial, werd de associatie van CV risico met grotere BP variabiliteit geëvalueerd bij patiënten met verschillende risiconiveaus van CV risico bij aanvang en of de associatie door een andere factor was gewijzigd.
In de VALUE trial werden 15245 patiënten met hypertensie en minstens één extra CV risicofactor gerandomiseerd om amlodipine 5 of 10 mg of valsartan 80 of 160 mg te ontvangen bovenop andere BP verlagende behandelingen om het BP doel van <140/90 mmHg [3] te behalen. De populatie voor de huidige analyse bestond uit patiënten zonder CV event gedurende de eerste 6 maanden van de studie, die deelnamen aan minimaal 3 bezoeken vanaf bezoek 6 (N=13803).
De per-protocol populatie was gedefinieerd als patiënten met ≥3 per-protocol bezoeken, dat betekent bezoeken zonder pauze in de toegewezen behandeling gedurende de 30 dagen voorafgaand aan het bezoek. De classificatie van het CV risico was gebaseerd op de Joint ESC Guidelines voor het classificeren van risico [4]. De primaire effect variabele was de tijd tot het eerste samengestelde CV eindpunt van een cardiaal event of beroerte.
Belangrijkste resultaten
- Tijdens een gemiddelde follow-up van 4.0 jaar (SD: 0.8 jaar) had 11.3% van de patiënten een CV event, 8.6% had een cardiaal event, 3.2% een beroerte en 0.6% had zowel een cardiaal event als een beroerte.
- In vergelijking met patiënten met de laagste variabiliteit, hadden degenen in het hoogste kwintiel van SD een verhoogd risico op een CV event (HR: 2.1; 95% CI: 1.7-2.4; P<0.0001). De risico's van cardiale events en beroerte waren beide toegenomen (HR: 2.3, 95% CI: 1.9-2.8; P<0.0001 en HR: 1.5, 95% CI: 1.1-2.1; P=0.008, respectievelijk), evenals de risico's van het myocard infarct (HR: 3.2, 95% CI: 2.3-4.3; P<0.0001), congestief hartfalen (HR: 3.1, 95% CI: 2.2-4.3; P<0.0001) en ischemische beroerte (HR: 1.9, 95% CI: 1.3-2.7; P<0.0001), maar niet hemorragische beroerte (HR: 0.6, 95% CI: 0.3-1.5; P=0.3).
- In gevoeligheidsanalyses waren de resultaten hetzelfde, behalve dat de associatie voor beroerte niet statistisch significant was in de per-protocol populatie.
- De associatie tussen BP variabiliteit van bezoek tot bezoek en CV events was vergelijkbaar bij patiënten met matig en zeer hoog risico (P voor interactie=0.4).
- Er was een significant verhoogd risico op sterfte (HR: 1.10; 95% CI: 1.04-1.17; P=0.002), equivalent aan een 10% toename in risico voor 5 mmHg verhoging in SD van bezoek-tot-bezoek SBP.
- Subgroepanalyses lieten zien dat de associatie sterker was voor jongere patiënten (P voor interactie=0.02) en voor patiënten met een vastgestelde CV ziekte (P voor interactie=0.04), evenals voor patiënten met een lagere BP (P<0.0001).
Conclusie
Patiënten met hypertensie en grotere BP variabiliteit hebben een verhoogd risico op CV events in vergelijking met degenen met een lage BP variabiliteit, ongeacht het CV risico bij aanvang. De associatie is sterker bij jongere patiënten en bij degenen met een lagere bloeddruk.
Deel deze pagina met collega's en vrienden: