NOAC vermindert ernstige CV complicaties in patiënten met myocardschade na niet-cardiale operaties
Dabigatran in myocardial injury after noncardiac surgery
Gepresenteerd tijdens ACC.18 door: dr. PJ Devereaux (McMaster University in Hamilton, ON, Canada)
Nieuws - 11 mrt. 2018Achtergrond
MINS refereert aan ‘myocardschade na niet-cardiale chirurgie’ en omvat myocardinfarct (MI) en geïsoleerde ischemische troponinestijging die optreden binnen 30 dagen na niet-cardiale chirurgie. MINS is onafhankelijk geassocieerd met een verhoogd risico op CV events en sterfte in de eerste twee jaar na een operatie.
Antistollingstherapie is gunstig in niet-chirurgische patiënten die risico op trombotische events hebben, maar geen enkele gepubliceerde studie heeft behandeling voor MINS onderzocht. Deze studie evalueerde het potentieel van de orale directe trombineremmer dabigatran, om een brede range aan vasculaire complicaties te voorkomen in patiënten met MINS. De internationale MANAGE trial randomiseerde 1754 patiënten (gemiddeld 70 jaar) met MINS naar dabigatran 110 mgBID of placebo. In een gedeeltelijk 2x2 factorieel design werden patiënten die niet al op PPI-behandeling stonden, gerandomiseerd naar omeprazol 20 mg per dag of placebo. Patiënten werden gevolgd voor maximaal 2 jaar of tot de studie gestopt werd. Het primaire effectiviteitseindpunt was een samenstelling van vasculaire sterfte en niet-fataal MI, niet-hemorragische beroerte, perifere arteriële trombose, amputatie en symptomatische VTE. Het primaire veiligheidseindpunt was een samenstelling van levensbedreigende, ernstige, en kritieke orgaanbloeding.
Belangrijkste resultaten
- 46% van de patiënten in de dabigatrangroep en 43% van de patiënten in de placebogroep stopten met de studiemedicatie, meestal met patiëntverzoek als reden.
- 97 van de 877 (11%) patiënten gerandomiseerd naar dabigatran maakten een primair effectiviteitseindpuntevent door, ten opzichte van133 van 877 (15%) patiënten op placebo, wat neerkwam op een risicoreductie van 28% (HR: 0.72, 95%CI: 0.55-0.93, P=0.012).
- Er was geen significant effect van omeprazole studiemedicatie op de effecten van dabigatran in de primaire effectiviteitsanalyse (P-interactie=0.79).
- Het primaire veiligheidseindpunt trad op in 29 (3%) patiënten op dabigatran en in 31 94%) patiënten op placebo, hetgeen niet significant verschillend was (HR: 0.92, 955CI: 0.55-1.53, P=0.79).
- Omeprazol studiemedicatie had geen significante interactie met het effect van dabigatran op het primaire veiligheidseindpunt.
Conclusie
Deze studie laat zien dat patiënten met MINS een aanzienlijk risico hebben op ernstige vasculaire complicaties. Zonder routinematige postoperatieve tronopinemeting zouden de meeste gevallen van MINS onopgemerkt blijven. Onder patiënten met MINS resulteerde behandeling met dabigatran 100 mg BID in een lager risico op majeure vasculaire complicaties ten opzichte van placebo.
Bijna de helft van de patiënten stopte met de studiemedicatie. De meest voorkomende reden voor stoppen was verzoek van de patiënt, maar 14% van de mensen had een ernstige complicatie (bijv hartaanval, stroke, bloeding). Devereaux merkt op in een persbericht dat analyses die patiënten meetelden tot 7 dagen nadat ze stopten met de studiemedicatie, zelfs een groter behandeleffect lieten zien, met 46% daling van majeure CV complicaties met dabigatran en geen overmaat aan levensbedreigende, majeure of kritische orgaanbloedingen.
Disclosures
Onze berichtgeving is gebaseerd op de op het ACC-congres verstrekte informatie
Het ACC journaal 2018 wordt mogelijk gemaakt door Amgen en Novartis.
Bekijk de video waarin PJ Devereaux de resultaten van de MANAGE trial bespreekt
Deel deze pagina met collega's en vrienden: