SGLT2-remmer vermindert CV sterfte en hospitalisatie voor HF, vooral in diegenen met HF op baseline
Canagliflozin For Prevention Of Heart Failure In Type 2 Diabetes: Results From The CANVAS Program
Gepresenteerd tijdens ACC.18 door Gemma Figtree (Royal North Shore Hospital, University of Sydney, Australia)
Nieuws - 12 mrt. 2018Introductie en methoden
De gerandomiseerde CANVAS studie evalueerde de SGLT2 remmercanagliflozine 300 mg en 100 mg in vergelijking met placebo, in patiënten met type 3 diabetes (T2DM, HbA1c tussen 7.0% en 10.5%, eGFR ≥30 mL/min/1.73m² ouder dan 30 met CV event in de voorgeschiedenis, of 50 jaar en ouder met ten minste 2 CV risicofactoren). Van de 10142 deelnemers hadden 1461 (14.4%) een eerdere diagnose hartfalen (HF) en 85.6% niet.
Effecten van canagliflozine op CV en renale uitkomsten zijn eerder gepubliceerd, waaronder een 14% daling van het samengestelde eindpunt van CV sterfte, niet-fataal MI en niet-fatale beroerte, minder progressie van albuminurie (-27%) en een 40% lager risico op een samengesteld nier-eindpunt. De doelstellingen van deze analyse waren om ver meer detail de effecten van canagliflozine op HF te verkennen, en om de effectiviteit en veiligheid in patiënten met en zonder HF in de voorgeschiedenis te bepalen.
Belangrijkste resultaten
- Het primaire eindpunt van CV sterfte of hospitalisatie voor HF (HHF) was significant verminderd in patiënten op canagliflozine ten opzichte van placebo (16.3 vs. 20.8 per 1000 patiëntjaren(PY), HR: 0.78, 95%CI: 0.67-0.91).
- Een secundair eindpunt was fataal HF of HHF, welke een significante daling liet zien met canagliflozine (6.4 vs. 9.7 per 1000 PY, HR: 0.70, 955CI: 0.55-0.89), hetgeen met name het gevolg was van een daling van HHF (5.5 vs 8.7, HR: 0.67, 95%CI: 0.52,0.87).
- Subgroepanalyses toonden een significante interactie (P=0,03) tussen BMI en het effect van canagliflozine, waarbij een behandelvoordeel op CVD sterfte of HHF werd gezien in diegenen met ≥30 kg/m² (HR: 0.68, 95%CI: 0.56-0.82), maar niet in patiënten met BMI <30 kg/m².
- Een andere significante interactie werd gezien met baseline HbA1c, met een significant behandeleffect in diegenen met ≥8%, maar niet in diegenen met HbA1c <8%. Patiënten niet op metformine op baseline lieten ook een behandelvoordeel zien, maar diegenen die metformine namen niet. Patienten op diuretica op baseline hadden een behandelvoordeel, maar diegenen niet op diuretica niet.
- Wanneer data werden gestratificeerd volgens HF in de voorgeschiedenis, werd er geen significant voordeel op CV sterfte en HHF van canagliflozine gezien in diegenen zonder geschiedenis met, vs placebo (13.6 vs. 15.2 per 1000 PY, HR: 0.87, 95%CI: 0.72-1.06). In diegenen met HF op baseline liet canagliflozine wel een behandelvoordeel ten opzichte van placebo zien (35.4 vs 56.8 per 1000 PY, HR: 0.61, 95%CI: 0.46-0.80).
- Voorgeschiedenis met HF had geen significante interacties met de associatis tussen behandeling en CV en renale uitkomsten.
- Veiligheidsevents verschilden niet significant tussen diegenen met en zonder HF op baseline.
Conclusie
Deze analyse van de CANVAS studie laat zien dat in patiënten met T2DM en een verhoogd risico op CVD, canagliflozine het risico op CV sterfte of HHF verlaagde in een brede range van patiëntengroepen. De analyse toont ook dat patiënten met HF in de voorgeschiedenis meer voordeel hebben van behandeling met canagliflozine. Er was geen bewijs voor een verschil in het veiligheidsprofiel op basis van een diagnose HF op baseline.
Disclosures
Onze berichtgeving is gebaseerd op de op het ACC-congres verstrekte informatie
Het ACC journaal 2018 wordt mogelijk gemaakt door Amgen en Novartis.
Deze resultaten werden gelijktijdig gepubliceerd in Circulation
Deel deze pagina met collega's en vrienden: