CVD risico geassocieerd met hoog Lp(a) gereduceerd bij laag LDL-c in een primaire preventie setting
Cardiovascular disease risk associated with elevated lipoprotein(a) attenuates at low low-density lipoprotein cholesterol levels in a primary prevention setting
Introductie en methoden
Verhoogd lipoproteïne(a) [Lp(a)] is een onafhankelijke risicofactor voor CVD en Mendeliaanse randomisatiestudies hebben een causale associatie aangetoond [1-4]. Voorgaande studies suggereren dat verhoogd Lp(a) voornamelijk samen met hoge waarden van LDL-c CVD veroorzaakt [5-6]. De vraag blijft echter of het risico op CVD geassocieerd met hoge Lp(a)-waarden verlaagd is in individuen met lage LDL-c concentraties.
Data van twee grote prospectieve cohort studies werden gebruikt om de associatie tussen Lp(a) en LDL-c met het risico op CVD-incidentie en -mortaliteit te testen.
Deelnemers van the European Prospective Investigation of Cancer (EPIC)-Norfolk prospective population study (1993-1997) en the Copenhagen City Heart Study (CCHS) prospective population study (1991-1994 en 2001-2003) deden mee aan het onderzoek. Deelnemers met een myocardinfarct, beroerte of lipiden-verlagende therapie bij aanvang van de studie, ontbrekende LDL-c of Lp(a) waarden en niet-Kaukasische deelnemers werden uitgesloten, waarna een studiepopulatie van 26.102 over bleef (EPIC-Norfolk: 16.654, CCHS: 9.448).
Voor de analyse werden deelnemers aan de hand van Lp(a) en LDL-c waarden ingedeeld in groepen. In beide cohorten was laag Lp(a) gedefinieerd als <80e cohort percentiel gebaseerd op de EAS voorgestelde drempelwaarde for Lp(a) [7]. LDL-c waarden werd gecorrigeerd voor LDL-c afkomstig van Lp(a) (LDL-ccorr) [8] en daarna werden deelnemers verdeeld in groepen voor de LDL- ccorr waarden <2.5, 2.5-3.49, 3.5-4.49, 4.5-5.49 en ≥5.5 mmol/L.
Atherosclerotische CVD events in deze studie omvatten coronaire hartziekten, niet-fataal myocardinfarct, en fatale en niet-fatale beroerte.
Belangrijkste resultaten
- Deelnemers uit de EPIC-Norfolk studie met Lp(a) waarden uit het <80e cohort percentiel en LDL-ccorr ≥5.5 mmol/L hadden een HR van 1.61 (95%CI: 1.29-2.00, P<0.001) in vergelijking met individuen met LDL-ccorr <2.5 mmol/L.
- Deelnemers uit de EPIC-Norfolk studie met Lp(a) waarden uit het ≥80e cohort percentiel en LDL-ccorr ≥5.5 mmol/L hadden een HR van 2.17 (95%CI: 1.58-2.98, P<0.001) en degenen met een LDL-ccorr <2.5 mmol/L hadden een HR van 1.11 (95%CI: 0.77-1.59, P=0.57), in vergelijking met individuen met Lp(a) <80e cohort percentiel en LDL-ccorr <2.5 mmol/L.
- In vergelijking met individuen met LDL-ccorr <2.5 mmol/L hadden deelnemers uit de CCHS studie met Lp(a) waarden uit het <80e cohort percentiel en LDL-ccorr ≥5.5 mmol/L een HR van 1.42 (95%CI: 1.15-1.74, P<0.001) in vergelijking met individuen met LDL-ccorr <2.5 mmol/L.
- In vergelijking met LDL-ccorr <2.5 mmol/L hadden deelnemers uit de CCHS studie met Lp(a) waarden uit het ≥80e cohort percentiel en LDL-ccorr ≥5.5 mmol/L een HR van 2.34 (95%CI: 1.63-3.35, P<0.001) en deelnemers met LDL-ccorr <2.5 mmol/L hadden een HR van 1.08 (95%CI: 0.85-1.38, P=0.48), in vergelijking met individuen met Lp(a) <80e cohort percentiel en LDL- ccorr ≥5.5 mmol/L.
- In beide cohorten was er geen significante interactie tussen LDL-ccorr en Lp(a) waarden op het CVD risico (EPIC-Norfolk: P=0.80 en CCHS: P=0.11).
Conclusie
Deze studie bevestigt dat Lp(a) en LDL-c onafhankelijk geassocieerd zijn met het risico op CVD in een primaire preventie setting. Het verhoogde risico op CVD bij hoge Lp(a) concentraties was verlaagd bij lage LDL-c concentraties, maar er werd geen interactie gevonden tussen Lp(a) en LDL-ccorr waarden op het CVD risico.
Deel deze pagina met collega's en vrienden: