Voordeel van CV preventie met aspirine beïnvloed door lichaamsgewicht
Effects of aspirin on risks of vascular events and cancer according to bodyweight and dose: analysis of individual patient data from randomised trials
Introductie en methoden
Aspirine is geassocieerd met een lagere afname op lange-termijn van vasculaire events dan verwacht op basis van de werking, mogelijk door te lage dosering in patiënten met een hoger lichaamsgewicht (BW) en vice versa [1]. Deze meta-analyse van tien primaire preventiestudies onderzocht het effect van BW op de effectiviteit van lage (≤100 mg) en hoge dosis (300-325 of ≥500 mg) aspirine in 117.279 deelnemers [2-11]. Daarnaast werd onderzocht of het langetermijneffect van aspirine op het risico van kanker beinvloed wordt door BW.
Primaire vasculaire preventietrials werden geïdentificeerd op basis van de Antithrombotic Trialists (ATT)’ Collaboration, the Cochrane Collaboration Database of Systematic Reviews en eerdere systematische reviews. Trials werden als geschikt beschouwd voor de meta-analyse als patiënten gerandomiseerd aspirine versus geen aspirine kregen. Van alle geschikte trials werden data op patiënt-niveau verkregen over baseline risicofactoren, majeure vasculaire events en kanker. Definities van events gedefinieerd door de ATT Collaboration [12] werden gebruikt wanneer mogelijk. De resultaten werden gevalideerd door secundaire preventiestudies voor beroerte te gebruiken, die aspirine met controle vergeleken of verschillende aspirinedoses onderling vergeleken, bij een minimale randomisatie van 1000 deelnemers.
Belangrijkste resultaten
- De odds ratio voor deelnemers <70 kg met een lage dosis aspirine was 0.77 (419 vs 537 CV events; 95%CI: 0.68–0.87; P<0.0001; P-heterogeniteit=0.32), en voor deelnemers ≥70 kg was dit 0.94 (791 vs 840 CV events; 95%CI: 0.86–1.04; P=0.24; P-heterogeniteit=0.50).
- Een lage dosis aspirine verlaagde CV events minder bij een toename in BW (P-interactie=0.0072), met het beste effect in deelnemers van 60-69 kg (HR: 0.75; 95%CI: 0.65–0.85; P<0.0001), voornamelijk bij dagelijks gebruik (HR: 0.68; 95%CI: 0.56-0.83; P=0.0001).
- Een lage dosis aspirine was geassocieerd met een verhoogd sterftecijfer door CV events in deelnemers ≥70 kg (OR: 1.33; 95%CI: 1.08–1.64; P=0.0082).
- Het verhoogde risico op bloeding na lage dosis aspirine versus controle was verdwenen in deelnemers ≥90 kg (P-interactie=0.024).
- Hogere doses aspirine verlaagden het risico op CV events in grotere mate bij verhoogde BW (HR voor 325 mg aspirine in deelnemers ≥70 kg: 0.83; 95%CI: 0.70–0.98; P=0.028; HR voor 500 mg aspirine in deelnemers ≥90 kg: 0.52; 95%CI: 0.30–0.89; P=0.017).
- De resultaten waren gelijk in mannen en vrouwen, diegenen met diabetes, en in studies voor secundaire preventie van beroerte (P-interactie=0.0025 voor CV events).
- Een lage dosis aspirine was geassocieerd met een verlaagd risico voor colorectale kanker in deelnemers <70 kg (HR: 0.64; 95%CI: 0.50–0.82; P=0.0004), maar niet in diegenen ≥70 kg (HR: 0.87; 95%CI: 0.71–1.07; P=0.32), terwijl een hogere dosis aspirine voordeel gaf een deelnemers tot 80 kg (HR: 0.69; 95%CI: 0.55–0.87; P=0.0014).
Conclusie
BW beïnvloedt het effect van aspirine in primaire preventie van CV events. Lage dosis aspirine was effectiever in individuen <70 kg, terwijl een hogere dosis voordeel gaf aan patiënten ≥70 kg. Deze bevindingen suggereren dat de dosering van aspirine gepersonaliseerd moet worden in primaire CV preventie. Daarnaast beïnvloedt BW ook het effect van aspirine op het risico voor colorectale kanker in patiënten tot 80 kg.
Deel deze pagina met collega's en vrienden: