Cardiovasculaire Geneeskunde.nl

Plotse dood is de meest voorkomende oorzaak van sterfte vanaf 30 dagen post-NSTE-ACS

Modes and timing of death in 66 252 patients with non-ST-segment elevation acute coronary syndromes enrolled in 14 TIMI trials

Literatuur - Berg DD, Wiviott SD, Braunwald E et al. - Eur Heart J 2018; published online ahead of print

Introductie en methoden

De vroege gevolgen van niet-ST-elevatie acuut coronair syndroom (NSTE-ACS) zijn welbekend, maar de langetermijnrisico’s zijn minder goed beschreven [1]. Deze analyse van 14 klinische trials van de Thrombolysis in Myocardial Infarction (TIMI) studiegroep evalueerde de wijze en het moment van overlijden van NSTE-ACS patiënten.

NSTE-ACS patiënten werden geïncludeerd tussen 1989 en 2014. Alle 14 trials droegen bij met ≥10 sterftegevallen en hadden een mediane follow-upduur van ≥100 dagen. Sterfte werd geclassificeerd als cardiovasculair (CV), bloeding of niet-CV/niet-bloeding. CV sterftegevallen werden verder onderverdeeld in specifieke wijzen van overlijden, waaronder plotse dood (SD), recidief myocardinfarct (MI), hartfalen (inclusief cardiogene shock) en andere CV sterftegevallen (inclusief ischemische stroke, longembolie, acute aortasyndromen en cardiale ruptuur), volgens de definities van de American College of Cardiology/American Heart Association [2].

Belangrijkste resultaten

Wijze van overlijden na 1 jaar

Wijze van overlijden in de eerste 30 dagen en daarna

Plotse dood is de meest voorkomende oorzaak van sterfte vanaf 30 dagen post-NSTE-ACS

Conclusie

In een populatie opgebouwd uit 14 trials veroorzaakten CV events de meerderheid van sterftegevallen post-NSTE-ACS. Recidief MI vertegenwoordigde het hoogste percentage van CV sterftegevallen gedurende de eerste 30 dagen na NSTE-ACS, terwijl SD de meest voorkomende oorzaak van sterfte was na 30 dagen.

Redactioneel commentaar

Lars Wallentin vergelijkt In zijn redactionele commentaar [3] de resultaten van de meta-analyse gepubliceerd door Berg et al. met de recente resultaten van het SWEDEHAERT (Swedish Web-System for Enhancement and Development of Evidence-Based Care in Heart Disease Evaluated According to Recommended Therapies) register, dat een 3-4 maal hogere totale en CV mortaliteit na 1 (respectievelijk 5.4% en 4.4% vs. 1.4% en 1.2%) en 12 (respectievelijk 14.3% en 9.9% vs. 4.3% en 2.9%) maanden rapporteerde, in vergelijking met de TIMI resultaten, mogelijk door verschillen in patiëntselectie. SWEDEHEART includeerde iedereen die zich meldde met verdenking op of gedefinieerde NSTEMI onmiddellijk bij aankomst, terwijl de RCT’s geselecteerde overlevenden in een later stadium van de ziekte includeerden. Dit benadrukt zorgen omtrent de relevantie van resultaten wanneer nieuwe therapieën in zeer selectieve laagrisicopopulaties worden getest. De data die verkregen worden met een selectieve RCT kunnen mogelijk niet representatief zijn voor een bredere, complexe real-life populatie waarin de effecten zowel kleiner als groter kunnen zijn in vergelijking met de geselecteerd RCT cohorten. Bovendien bestaat een risico dat belangrijke informatie over zowel effectiviteit als veiligheid verloren gaat wanneer nieuwe therapieën in laagrisicopopulaties worden getest, wat belangrijke invloed kan hebben op verdere ontwikkeling en mogelijke goedkeurig van nieuwe therapieën. De auteurs concluderen: ‘Om de kansen op duidelijke en relevante resultaten te verhogen moeten alle trials zoveel mogelijk worden aangemoedigd om de hele targetpopulatie te includeren. Een dergelijke strategie is zowel uitvoerbaar als kosteneffectief door RCT’s uit te voeren die zijn ingebed in continue registers in plaats van de conventionele aanpak te gebruiken’.

Referenties

Toon referenties

Download de slide Vind dit artikel online op Eur Heart J

Deel deze pagina met collega's en vrienden: