Cardiovasculaire Geneeskunde.nl

Dyskaliëmie in HF patiënten met verschillende EF in de dagelijkse praktijk

Incidence, Predictors, and Outcome Associations of Dyskalemia in Heart Failure With Preserved, Mid-Range, and Reduced Ejection Fraction

Literatuur - Savarese G, Xu H, Trevisan M et al. - JACC HF 2019 7(1):65-76. doi: 10.1016/j.jchf.2018.10.003

Introduction and methods

Gebruik van medische behandelingen in HF kunnen mogelijk interfereren met kaliumwaarden, resulterend in dyskaliëmie (dysK), hetgeen zowel hypokaliëmie (hypoK) als hyperkaliëmie (hyperK) omvat [1,2]. Data over incidentie van dysK in HF patiënten is beperkt en betreft voornamelijk HFrEF patiënten die geïncludeerd waren in gerandomiseerde klinische trials [3].

Er is meer informatie nodig over de incidentie van dysK in verschillende EF types en omdat angst voor dysK kan leiden tot ondergebruik of onderdosering van renine-angiotensine-aldosteron systeem (RAAS) remmers. Daarom bestudeerde deze studie de incidentie, voorspellers en associatie met klinische uitkomsten van dysK in HF patiënten met verschillende ejectiefractie (EF) in een populatie uit de dagelijkse praktijk.

HF patiënten van de Swedish Heart Failure (SwedeHF) Registry [4] geregistreerd tussen 1 januari 2006 en 31 december 2010 werden geïncludeerd in deze studie en hun kaliumwaarden werden gemeten op de index datum en binnen 1 jaar vanaf de index registratie. Na exclusie van degenen met missende data van kalium en creatininewaarden, met abnormale kaliumwaarden, met missende EF data of die met dialyse, werden 5848 patiënten geïncludeerd in deze analyse.

De eerste studieuitkomst was 1-jaarsincidentie van hypoK of hyperK. De tweede uitkomst was 1-jaarsrisico van totale sterfte, HF ziekenhuisopname, of CVD ziekenhuisopname anders dan HF na incidentie van hypoK of hyperK. Incidente hyperK en hypoK werden gedefinieerd als de eerste metingen van respectievelijk kalium >5.0 en<3.5 mmol/l, en matige of ernstige hyperkaliëmie en ernstige hypokaliëmie als >5.5 mmol/l en <3.0 mmol/l.

Belangrijkste resultaten

Conclusie

In een cohort van dagelijkse praktijk HF patiënten was dysK (zowel hyperK als hypoK) veelvoorkomend en het risico op matige of ernstige hyperK was het hoogst in HFpEF en HFmrEF en het risico op hypoK was het hoogst in HFpEF. HyperK en hypoK waren geassocieerd met vergelijkbare voorspellers. Incidente dysK was geassocieerd met verhoogde sterfte ongeacht EF categorie. Incidente hypoK was geassocieerd met het risico op CVD ziekenhuisopname anders dan HF.

Deze data kunnen helpen bij het op maat voorschrijven van RAAS remmer therapie, het identificeren van patiënten die kalium-monitoring nodig hebben en degenen die het meest waarschijnlijk dysK ontwikkelen en het kan nuttig zijn in het ontwerp van HF trials met RAAS-remmers en kalium-bindende middelen.

Redactioneel commentaar

Na het samenvatten van de resultaten, benoemen Cooper en Mentz [5] de sterkte punten van de studie door Savarese et al, die de grote studiepopulatie, de inclusie van het bereik van EF, het bestuderen van zowel hypokaliëmie als hyperkaliëmie, en de studiepopulatie van een klinisch praktijkregister omvatten. Vooral het laatste is belangrijk omdat data van klinische trials suggereren dat de aantallen van stoppen met medicatie of ziekenhuisopname laag zijn in HF patiënten die RAAS nemen en hyperkaliëmie doormaken, terwijl in de dagelijkse praktijk deze aantallen veel hoger zijn. Echter, zoals met alle registerstudies, was er de beperking van ongemeten confounders. In de studie door Savarese et al, werden de rationale, frequentie en timing van metingen van kaliumwaarden niet genoemd en ook niet de reactie op dyskaliëmie (bijvoorbeeld verandering in medicatie). De auteurs concluderen dat de studie door Savarese et al het grondwerk heeft gelegd voor volgende studies om strategieën te testen en te implementeren om dyskaliëmie in HF patiënten te voorkomen.

Referenties

Toon referenties

Vind dit artikel online op JACC HF

Deel deze pagina met collega's en vrienden: