Cardiovasculaire Geneeskunde.nl

Behandeling met ARNI verbetert mitralisklepinsufficiëntie in HF patiënten

Angiotensin Receptor Neprilysin Inhibitor for Functional Mitral Regurgitation: The PRIME Study

Literatuur - Kang D-H, Park S-J, Shin S-H et al. - Circulation 2018, doi: 10.1161/CIRCULATIONAHA

Introductie en methoden

Mitralis-regurgitatie (MR) of mitralisklepinsufficiëntie wordt vaak gezien in patiënten met myocardinfarct (MI) of hartfalen (HF) [1-3]. Secundaire functionele MR is vaak het resultaat van linkerventrikel (LV) dysfunctie en therapie bestaat uit therapie voor HF zoals in de richtlijnen aanbevolen [4]. Helaas heeft behandeling met bètablokkers, ARBs, ACEi niet geresulteerd in een vermindering van de mate van MR en morbiditeit en mortaliteit blijven hoog in patiënten met functionele MR [5-7]. Bovendien heeft geen van de trials effectiviteit van medische therapie gemeten door kwantitatieve bepaling van MR. De hypothese werd gesteld dat de angiotensinereceptor-neprilysine remmer (ARNI) sacubitril/valsartan voordeel zou kunnen geven in de behandeling van functionele MR. Daarom werd de Pharmacological Reduction of Functional, Ischemic Mitral Regurgitation (PRIME) trial uitgevoerd, waarin het effect van sacubitril/valsartan op functionele MR werd getest in vergelijking met alleen valsartan.

Criteria om in aanmerking te komen voor deze prospectieve, multicenter, dubbelblinde, gerandomiseerde, actief-gecontroleerde trial waren: ≥20 jaar, stabiel HF met NYHA klasse II/III symptomen, EF 25-<50%, functionele MR die >6 maanden duurde. Patiënten moesten bètablokkers en ACEi of ARB nemen ten minste 4 weken voor de screening. Na randomisatie naar valsartan (max 160 mg tweemaal daags) of sacubitril/valsartan (max 97/103 mg tweemaal daags), werden patiënten omgezet van de ACEi of ARB naar het studiemedicijn.

Echocardiografie werd uitgevoerd op tijdstip van randomisatie en na 12 maanden follow-up of tijdens vroegtijdige beëindigingvisites. Eind-systolisch volume (ESV), eind-diastolisch volume (EDV) van het LV werden berekend met behulp van de biplane Simpson methode [8]. Effectief terugstromend openingsgebied (EROA) werd bepaald door het delen van de flow rate van terugstroming, berekend als 2πr² × aliasing velocity, waarbij r de proximale isovelocity surface area (PISA) radius is, met de peak MR velocity [9]. Een significant verschil in de mate van MR was vooraf bepaald als absolute verandering in EROA >0.1 cm² of percentage verandering in EROA vanaf baseline EROA >50%. Het terugstromend volume werd bepaald als EROA vermenigvuldigd met de velocity time integraal van de MR jet.

Het primaire eindpunt was verandering in EROA van functionele MR vanaf baseline tot 12 maanden follow-up. Secundaire eindpunten omvatten veranderingen in terugstromend volume, ESV, EDV en incompleet mitralisklepsluitingsgebied. 118 Patiënten (60 toegewezen aan sacubitril/valsartan en 58 aan valsartan) werden geïncludeerd tussen maart 2016 en januari 2017.

Belangrijkste resultaten

Conclusie

In deze gerandomiseerde gecontroleerde trial resulteerde behandeling met sacubitril/valsartan in een grotere reductie van MR dat geassocieerd was met HF in vergelijking met alleen valsartan. Deze resultaten suggereren dat sacubitril/valsartan overwogen kan worden als optimale medische therapie voor patiënten met HF en functionele MR.

Referenties

Toon referenties

Find this article online at Circulation

Deel deze pagina met collega's en vrienden: