Beter mondhygiënegedrag kan CV risico geassocieerd met slechte mondgezondheid gunstig beïnvloeden
Improved oral hygiene care attenuates the cardiovascular risk of oral health disease: a population-based study from Korea
Introductie en methoden
Mondgezondheid en CV ziekte zijn met elkaar in verband gebracht in observationele studies [1-3]. Parodontale ziekte (tandvleesziekte) veroorzaken voorbijgaande bacteriemie, systemische inflammatie en endotheeldysfunctie. Dit zouden de mechanismen kunnen zijn onderliggend aan de link met atherogenese [4]. Het is echter onbekend of deze link een causaal verband weerspiegelt, en het is onbekend of parodontale behandeling voordeel geeft op CV ziekte [5,6].
Van regelmatig tandenpoetsen, dat alleen neerslag op de tanden onder de tandvleesrand verwijdert, en professioneel tanden laten schoonmaken, dat gemineraliseerde plaque (tandsteen) verwijdert, is bewezen dat ze tandvleesziekte, cariës en tandverlies verminderen [7,8]. Het is vooralsnog onbekend hoe mondhygiëne interacteert met mondziekten zoals tandvleesziekte in relatie tot primaire CV preventie.
Park et al. planden daarom een populatiegebaseerde studie, gebruikmakend van een grote nationale database, om de impact van zelf-gerapporteerd mondhygiënegedrag te bepalen op het optreden van CV ziekte. Volwassenen (≥40 jaar) zonder geschiedenis met CV ziekte werden gekozen uit het National Health Insurance System-National Health Screening Cohort (NHIS-HEALS). Dit is de enige verzekeraar in Korea, die bijna de hele bevolking beslaat. Het cohort bevat data van 514.866 individuen die routinematig (2-jaarlijks) een gezondheidscheck kregen tussen 2002 en 2003, en heeft mortaliteitdata tot eind 2013. Een screeningsprogramma voor orale gezondheid wordt aangeboden aan verzekerden, dat bestaat uit een zelf-gerapporteerde vragenlijst en mondonderzoek door professionele tandartsen. Data van 247.696 volwassenen werden gebruikt voor deze analyse. Mediane follow-up was 9.5 jaar, waarin 14.893 ernstige CV events optraden (10-jaars event rate: 6.84%).
Belangrijkste resultaten
- De zelf-gerapporteerde vragenlijsten suggereerden dat ongeveer 30% van de deelnemers parodontale ziekte had, 20% ten minste één gaatje, en 25% had minstens 1 tand verloren.
- Tandenpoetsen werd ten minste drie keer per dag gedaan door 40.5%, twee keer door 44.8% en een keer of minder door 14.7%. 25.9% van de deelnemers rapporteerde ten minste één keer per jaar naar de tandarts te gaan voor professionele gebitsreiniging.
- Survivalcurves voor tijd vrij van CV events lieten zien dat beter mondgezondheidsgedrag geassocieerd was met minder CV events. Het omgekeerde was het geval voor verschillende uitingen van mondziekten, op dosis-afhankelijke wijze.
- In multivariabele analyse, was het effect van tandvleesziekte op CV events grotendeels afgezwakt na correctie voor leeftijd en sekse (HR: 1.04 i.p.v. HR: 1,17), maar het aantal missende tanden (HR: 1.12, 95%CI: 1.07-1.16 voor 1-7 missende tanden, HR: 1.42 95%CI: 1.22-1.64 voor 22-28 missend) en cariës (HR: 1.10, 95%CI: 1.06-1.15 voor 1-5 gaatjes, HR: 1.32, 95%CI: 1.15-1.52 voor ≥6) bleven statistisch significant geassocieerd met CV events.
- Na correctie bleek eén keer vaker poetsen per dag geassocieerd met 9% lager risico op CV events (HR: 0.91, 95%CI: 0.89-0.93, P<0.001) en regelmatige professionele reiniging verlaagde het risico met 14%, onafhankelijk van mogelijke confounding factoren en orale gezondheidsproblemen (HR: 0.86, 95%CI: 0.82-0.90).
- Vaak tandenpoetsen en regelmatige professionele gebitsreiniging waren geassocieerd met betere CV uitkomsten, zelfs in mensen met slechte mondgezondheid. Het voordeel van tandenpoetsen was wel meer uitgesproken in afwezigheid van tandvleesziekte en bij weinig gaatjes. Het voordeel van tandenpoetsen toonde geen significante interactie met het aantal verloren tanden. Het voordeel van professionele reiniging was ook consistent in alle mondcondities.
Conclusie
Deze studie liet zien dat parodontale ziekte, een hoger aantal gaatjes en meer tandverlies in verband stonden met een hoger risico op CV events. Na correctie voor confounders zoals leeftijd, hypertensie, diabetes en tabak roken, was tandvleesziekte niet meer significant geassocieerd met CV ziekte. Gaatjes en tandverlies, beide meer gevorderde mondproblemen, bleven echter wel significant geassocieerd met CV risico. Betere orale hygiëne daarentegen, zoals vaak tandenpoetsen en regelmatige tandartsbezoeken, waren geassocieerd met minder CV events.
Deze data suggereren daarom dat beter orale hygiëne-gedrag het risico geassocieerd met aandoeningen van slechte orale gezondheid, met name parodontale ziekte en gaatjes, gunstig kan beïnvloeden. In gevorderde stadia van orale problemen, zoals bij een hoog aantal gaatjes of tandverlies, wordt deze afzwakking van CV uitkomsten niet gezien.
Redactioneel commentaar
Masi en collega’s [9] merken op dat het verband tussen parameters van slechte mondgezondheid en het risico op CV ziekte vaak genoeg is gerapporteerd, voor parodontitis om opgenomen te zijn in de 2016 ESC Richtlijn voor CVD preventie, in de groep van mogelijke condities die het risico op CVD verhogen. De resultaten van Park et al. dragen bij aan het bewijs voor de mogelijke impact van orale inflammatoire ziekte op CV eventrisico, in aanvulling op traditionele CV risicofactoren. Bovendien leveren ze klinisch bewijs voor een mogelijk voordeel van CV bescherming door het invoeren van simpele gedragingen ten aanzien van de mondgezondheid.
De biologische pathways die ten grondslag liggen aan het geobserveerde verband moeten nog opgehelderd worden, maar Masi et al. speculeren dat “de systemische voordelen die verkregen worden met betere mondgezondheid afhankelijk kunnen zijn van minder blootstelling aan chronische systemische inflammatie”. De resultaten suggereren echter ook dat andere factoren een rol kunnen spelen, naast inflammatie. Dit wordt geïllustreerd door de observatie dat gaatjes vaak geassocieerd zijn met een lagere systemische inflammatie-blootstelling dan tandvleesziekte, maar dat in de huidige studie gaatjes een sterker verband met CV events lieten zien.
Er is steeds meer aandacht voor microbiota-gastheer-interacties, aangezien microbiota ook een rol lijken te spelen in CVD. Van de systemische inflammatoire respons geassocieerd met mondziekte wordt gedacht dat het voortkomt uit translocatie van pathogene bacteriën van de mondholte naar de systemische circulatie. Een dysbiose die leidt tot mondziekte kan ook bijdragen aan atherosclerose, en inderdaad zijn orale bacteriën geïsoleerd uit atherosclerotische plaques.
Hogere systemische oxidatieve stress zou ook een rol spelen in de relatie tussen mondgezondheid en CVD. Aan de ene kant kan het het cytokinenpatroon geproduceerd door inflammatoire immuuncellen veranderen, waardoor hun capaciteit om tegenwicht te bieden aan de bacteriële effecten in de mondholte kan beperken. Aan de andere kant kan chronische activatie van deze cellen en blootstelling aan hoge niveaus van oxidatieve stress ze uitputten, en uiteindelijk tot celveroudering leiden.
De auteurs concluderen dat dit het eerste klinische bewijs is van de mogelijke impact van betere tandhygiëne op toekomstig risico op CV events. Dit moet worden bevestigd in grote klinische trials die het effect op harde klinische eindpunten evalueren, en de onderliggende mechanismen moeten ook nog ontcijferd worden. Maar, “gezien parodontale ziekte de bekendste vorm van inflammatoire/infectieuze ziekte is wereldwijd, zijn de publieke gezondheidsvoordelen van het promoten van mondgezondheid potentieel groot”.
Deel deze pagina met collega's en vrienden: