Cardiovasculaire Geneeskunde.nl

Individuele absolute risicoreducties en -toenames met DOAC behandeling schatten in AF patiënten

Individual Treatment Effect Estimation of 2 Doses of Dabigatran on Stroke and Major Bleeding in Atrial Fibrillation: Results from the RE-LY Trial

Literatuur - Stam-Slob MC, Connolly SJ, van der Graaf Y et al. - Circulation 2019 May 3. doi: 10.1161/CIRCULATIONAHA.118.035266

Introductie en methoden

De effectiviteit van directe orale anticoagulantia (DOAC’s) in vergelijking met vitamine K antagonisten (VKA’s) in de reductie van ischemische stroke en systemische embolie (SE) bij patiënten met niet-valvulair atriumfibrilleren (AF) is goed vastgesteld [1-4]. Met betrekking tot veiligheid lijken ze evenveel of minder majeure bloedingen te induceren dan VKA’s, afhankelijk van DOAC-type en -dosering. Internationale richtlijnen bevelen daarom DOAC’s aan voor patiënten met non-valvulair.e AF.

De RE-LY trialresultaten toonden aan dat hoge-dosering dabigatran (tweemaal daags 150 mg) effectiever was in de preventie van ischemische stroke/SE dan lage-dosering dabigatran (tweemaal daags 110 mg), ten koste van een hoger risico op gastro-intestinale bloedingen [1]. Vergelijkbare observaties werden gedaan in algemene praktijksetting [5].

De trialresultaten geven één schatting van het behandeleffect voor alle patiënten, hoewel absolute behandeleffecten voor een individu waarschijnlijk verschillen tussen individuen. Uitgaan van een enkel kenmerk is suboptimaal, omdat meerdere patiëntkarakteristieken het risico op ischemische stroke/SE en het risico op bloedingen anders beïnvloeden [6,7]. Door het schatten van individuele behandeleffecten kunnen patiënten worden geïdentificeerd die een gunstige balans tussen absoluut voordeel en schade van behandeling met dabigatran hebben, in vergelijking met geen behandeling. Bovendien kan de optimale dosering worden geselecteerd voor elke individuele patiënt.

Deze studie trachtte een model te ontwikkelen en te valideren om het absolute behandeleffect van dabigatran op ischemische stroke/SE en majeure bloeding bij individuele patiënten met AF te schatten. Toegang tot geanonimiseerde individuele patiëntendata van RE-LY werd verkregen via clinicalstudydatarequest.com. AF patiënten in de RE-LY trial (n=18133) waren gemiddeld an 71 jaar (SD: 8) oud en de meesten hadden een indicatie voor orale antistollingstherapie met een CHA2DS2-VASc score ≥2. Patiënten werden gevolgd voor een mediane duur van 2.0 (IQR: 1.6-2.4) jaar. Voor deze studie werd de RE-LY populatie willekeurig verdeeld in een derivatie- (n=11.955) en validatiecohort (n=6.158). 751 Majeure bloedingen werden geregistreerd in het derivatiecohort en 431 in het validatiecohort.

Belangrijkste resultaten

Conclusie

Deze studie toont aan dat gemakkelijk beschikbare patiëntkenmerken gebruikt kunnen worden om het absolute behandelvoordeel en de -schade met dabigatrantherapie te bepalen in individuele patiënten met AF. In een populatie met AF patiënten met additionele risicofactoren voor ischemische stroke/SE werd de indicatie voor anticoagulantia bevestigd bij de meeste patiënten. Individuele variatie werd gezien in de 5-jaars ARR voor ischemische stroke/SE en de ARI voor majeure bloeding met de twee behandeldoseringen.

Referenties

Toon referenties

Vind dit artikel online op Circulation

Deel deze pagina met collega's en vrienden: