Cardiovasculaire Geneeskunde.nl

Geen verbetering in nier- en CV uitkomsten met DPP-4 remmer in diabetespatiënten

Nieuws - 17 juni 2019

De dipeptidylpeptidase-4 (DPP-4) remmer linagliptine had geen effect op eGFR en CV events in diabetespatiënten in de CARMELINA trial, ongeacht of ze proteïnurie in het nefrotisch bereik hadden. Linagliptine verlaagde wel albuminurie en HbA1c in alle patiënten. Deze resultaten werden gepresenteerd op het ERA-EDTA (European Renal Association – European Dialysis and Transplant Association) congres in Budapest, Hongarije.

In de gerandomiseerde, dubbelblinde, multicenter CARMELINA trial, werd het CV effect van linagliptine vergeleken met placebo, in aanvulling op standaardzorg, in patiënten met type 2 diabetes en hoog risico op CV events en/of CKD. In de analyse gepresenteerd op de ERA-EDTA, werd de cardio-renale last en het effect van linagliptine op CV, eGFR en albuminurie uitkomsten onderzocht in diabetespatiënten met en zonder proteïnurie in het nefrotisch bereik (gedefinieerd als UACR ≥2200 mg/g bij baseline).

Bijna 10% van de patiënten in deze trial had proteïnurie in het nefrotisch bereik bij baseline (646 van 6979 patiënten), wat geassocieerd is met hoog risico op CV events en slechte nieruitkomsten; er werd een 3-voudige grotere afname in eGFR gezien in degenen met proteïnurie in het nefrotisch bereik in vergelijking in diegenen zonder. Het verschil in HbA1c na de duur van de trial (2.2 jaar) was groter in patiënten die linagliptine ontvingen, onafhankelijk van proteïnurie in het nefrotisch bereik status. Een grotere proportie patiënten in de linagliptinegroep herstelde naar normoalbuminurie of had een verlaging van urine albumine-naar-creatinine ratio ≥50% vanaf baseline, waarbij er geen verschil werd gezien tussen patiënten die proteïnurie in het nefrotisch bereik hadden vs. diegenen zonder. Afname in eGFR was niet verschillend tussen diegenen die linagliptine ontvingen vs. placebo (-6.51/jaar vs placebo -7.07/jaar), noch waren 3-punts majeure nadelige cardiovasculaire events (MACE) (HR 1.02, 95%CI: 0.89-1.17), CV mortaliteit (HR 0.96, 95%CI: 0.81-1.14), en totale ziekenhuisopname (HR: 0.93, 95%CI: 0.85-1.00]) verschillend, onafhankelijk van proteïnurie in het nefrotisch bereik status.

“De studie laat duidelijk zien dat er een groep patiënten met diabetes is die duidelijk behoefte hebben aan uitkomst-verbeterende therapieën, omdat hun prognose behoorlijk slecht is. Proteïnurie in het nefrotisch bereik kan een goede marker zijn om deze patiënten te stratificeren. Ik zou willen adviseren om deze patiënten met SLGT2 remmers te behandelen in plaats van DPP-4 remmers, of een combinatie van SGLT2 remmer en DPP-4 remmer. Afgezien van diabetesregulatie hebben SGLT2 remmers laten zien dat ze effectief zijn in reductie van renaal en cardiovasculair risico”, concludeerde hoofdonderzoeker professor Wanner.

Bron: persbericht ERA-EDTA, 14 juni 2019

Deel deze pagina met collega's en vrienden: