Cardiovasculaire Geneeskunde.nl
Vitamine D suppletie is niet geassocieerd met verlaging in majeure nadelige CV events

Vitamine D suppletie is niet geassocieerd met verlaging in majeure nadelige CV events

Vitamin D Supplementation and Cardiovascular Disease Risks in More Than 83000 Individuals in 21 Randomized Clinical Trials – A Meta-analysis

Literatuur - Barbarawi M, Kheiri B, Zayed Y, et al. - JAMA Cardiol 2019, doi:10.1001/jamacardio.2019.1870

Introductie en methoden

In observationele studies is gesuggereerd dat lage serum vitamine D waarden geassocieerd zijn met verhoogd risico op CVD [1-3]. Vasculaire weefsels, zoals het myocard en vasculaire gladde spiercellen brengen vitamine D receptoren tot expressie en vitamine D kan hierdoor fysiologische functies beïnvloeden [4,5]. Verder heeft vitamine D mogelijk een effect op endotheelfunctie en arteriële trombogenese door het beïnvloeden van het renine-angiotensione-aldosteron systeem en parathyreoïd hormoon [6-8].

In de VS is het gebruik van vitamine D suppletie toegenomen in de setting van primaire zorg [9,10], maar het is onbekend of vitamine D suppletie resulteert in CV voordelen. Daarom beveelt de US Preventive Services Task Force vitamine D suppletie niet aan om CVD te voorkomen [9]. In vorige gerandomiseerde klinische trials (RCTs) werd de associatie tussen vitamine D suppletie en CVD risico onderzocht met niet-eenduidige data. Recente grootschalige RCTs hebben bijgedragen aan meer bewijsvoering [11-14]. Daarom werd een meta-analyse uitgevoerd om te bepalen of vitamine D suppletie CVD kan verminderen.

Embase, MEDLINE/Pubmed en Cochrane Library werden gebruikt om te zoeken naar relevante RCTs vanaf het begin van deze databases tot december 2018. Criteria om in aanmerking te komen waren langdurige suppletie (interventie van ≥1 jaar) met vitamine D en verslaglegging van CV uitkomsten. Alle suppletie met vitamine D of analogen was toegestaan. Primair eindpunt was een samenstelling van majeure nadelige CV events (MACE). Secundaire eindpunten waren MI, stroke/cerebrovasculair accident (CVA), CVD mortaliteit en totale mortaliteit. 21 RCTs met 83291 deelnemers werden geïncludeerd in deze analyse, 41669 ontvingen vitamine D suppletie en 41622 placebo. 8 trials includeerden postmenopauzale vrouwen, 9 trials oudere patiënten, 2 trials patiënten met chronische nierziekte, 2 trials met HF patiënten, en 1 trial patiënten met chronische obstructieve pulmonaire ziekte. Follow-up in de trial varieerde van 1-12 jaar.

Belangrijkste resultaten

Vitamine D suppletie is niet geassocieerd met verlaging in majeure nadelige CV events

Conclusie

In deze meta-analyse van 21 RCTs die verschillende populaties omvatte (n>80000 deelnemers), resulteerde suppletie met vitamine D niet in een reductie van MACE. Ook waren risico op MI, stroke/CVA, CV mortaliteit en totale mortaliteit niet verlaagd in diegenen die vitamine D namen in vergelijking met placebo.

Redactioneel commentaar

In een redactioneel commentaar [15], bemerken Quyyumi en Al Mheid dat > 80% van de deelnemers in deze meta-analyse deelnam in 3 recente grote RCTs, de Vitamin D and Omega-3 Trial, de Vitamin D Assessment studies, en de Women’s Health Initiative. Andere dingen ter overweging zijn date r maar 4 trials waren die CVD als primair eindpunt hadden, de meeste trials onvoldoende power hadden voor CVD events, patiënt-level data ontbrak en de definitie voor MACE per trial was bepaald. Verder, is het algemeen aangenomen dat de associatie tussen vitamine D suppletie en uitkomsten lineair dosis-afhankelijk is, maar dit is waarschijnlijk niet het geval. Ook is selectie en monitoring van studiedeelnemers niet standaard in suppletie en voedingstrials en inclusie van deelnemers met voldoende vitamine D waarden brengt de interne validiteit van trials die het effect van vitamine D onderzoeken in gevaar. Echter, subgroepen met onvoldoende baseline vitamine D waarden hebben geen CV voordeel met vitamine D suppletie laten zien. Het is ook niet ethisch om vitamine te ontzeggen aan diegenen met ernstige vitamine D deficiency vanwege de vastgestelde voordelen voor het skelet.

Quyyumi en Al Mheid eindigen door te stellen dat deze studie bewijsvoering heeft geleverd dat testen van vitamine D en behandeling met vitamine D niet zou moeten worden gedaan in populaties die geen risico op deficiency hebben en niet met het doel om CVD morbiditeit en mortaliteit te voorkomen. Er moet echter wel worden opgemerkt dat vitamine D absoluut moet worden gebruikt in patiënten met chronische nierziekte en hyperparathyreoïdie.

Referenties

Toon referenties

Download de slide Vind dit artikel online in JAMA Cardiol

Deel deze pagina met collega's en vrienden: