Starten met statines in kinderen met FH vermindert subklinische en klinische atherosclerotische ziekte
20-Year Follow-up of Statins in Children with Familial Hypercholesterolemia
Literatuur - Luirink IK, Wiegman A, Kusters DM et al., - N Engl J Med 2019; 381:1547-1556. DOI: 10.1056/NEJMoa1816454Introductie en methoden
Patiënten met familiaire hypercholesterolemie (FH) hebben een verhoogd risico op premature CVD. Dit is het gevolg van verhoogde LDL-c waarden vanaf de geboorte, veroorzaakt door mutaties in genen die coderen voor eiwitten die betrokken zijn bij het LDL-receptormetabolisme [1]. Het is aangetoond dat de eerste functionele en morfologische veranderingen in de arteriewand beginnen op kinderleeftijd [2,3]. Een EAS-consensus panel en de huidige ACC/AHA richtlijnen voor FH adviseren daarom om te starten met statines bij kinderen van respectievelijk 8 [4] of 10 [5] jaar.
Het lipidenverlagende effect van statines in kinderen is goed gedocumenteerd [6], maar goede follow-up data van de klinische uitkomsten in behandelde kinderen zijn schaars. Ook bij volwassenen met FH is het voordeel van behandeling met statines in de preventie van CVD prospectief niet voldoende vastgesteld.
Deze studie is een 20-jarige follow-up studie van kinderen met genetisch bepaalde FH, in wie behandeling met statines is gestart tussen het 8ste en 18de levensjaar. Het doel van de studie was het verschil in progressie van zowel subklinische atherosclerose als klinische CVD vast te stellen. Bovendien werden de uitkomsten tussen personen met FH die in de kinderjaren gestart zijn met statines vergeleken met personen met onbehandelde FH en gezonde personen. Subklinische atheroscleroseprogressie werd beoordeeld door de intima mediadikte van de halsslagader (cIMT) in patiënten met FH te vergelijken met de waarde in hun onaangedane, leeftijd-gematchte boers of zussen. De follow-up liep tot in de volwassenheid, op een leeftijd waarop aangedane ouders mogelijk al een CV event hadden doorgemaakt. De incidentie van CVD onder FH patiënten werd vergeleken met die onder hun ouders met FH die op veel latere leeftijd gestart zijn met statines.
214 kinderen met FH die deelnamen aan een dubbelblinde, placebogecontroleerde studie welke de 2-jarige effectiviteit en veiligheid van pravastatine evalueerde van 1997 tot 1999 [6], kwamen in aanmerking voor deze studie. De controlegroep van 95 onaangedane personen (bevestigd door genetisch onderzoek) van bovengenoemde studie kwamen ook in aanmerking voor de huidige studie. Ongeveer 20 jaar na initiële inclusie werden patiënten en hun onaangedane broers of zussen opnieuw gecontacteerd. Diegenen die toestemden om deel te nemen aan de huidige studie beantwoordden een vragenlijst over hun medische geschiedenis, leefstijl, geneesmiddelengebruik en familiegeschiedenis. Deelnemers aan de studie bezochten de kliniek eenmalig.
Belangrijkste resultaten
- De gemiddelde duur van de follow-up was 18 jaar (bereik: 15-21) en de gemiddelde leeftijd na follow-up was 31,7 (SD: 3,2) jaar voor patiënten met FH en 31,6 (SD: 3,0) jaar voor hun broers of zussen (geen significant verschil).
- Na follow-up werd in vergelijking met baseline een verlaging van 32% LDL-c tot 160,7 (SD: 72,6) mg/dL (of 4,16 mmol/L, SD: 1,88) geconstateerd in patiënten met FH. Een verhoging van 24% LDL-c tot 121,9 (SD: 37,0) mg/dL (of 3,15 mmol/L, SD: 0,96 mmol/L) werd geconstateerd in hun broers of zussen.
- 37 Patiënten met FH (20%) bereikten de LDL-c streefwaarde van<100 mg/dL en 8 van hen hadden een LDL <70 mg/dL.
- Op baseline, was cIMT waarde groter in patiënten met FH (gemiddelde 0,446 mm, 95%CI: 0,439-0,453) dan in hun onaangedane broers of zussen (gemiddelde 0,439, 95%CI: 0,430-0,449). Gemiddelde verschil gecorrigeerd voor leeftijd en geslacht: 0,012 (95%CI: 0,002-0,021).
- Bij de follow-up na 20 jaar was de gemiddelde cIMT 0,555 mm (95%CI: 0,542-0,567) in de personen met FH en 0,551 (95%CI: 0,531-0,570) in hun broers of zussen (gemiddeld verschil gecorrigeerd voor leeftijd, geslacht, gemiddelde BP en baseline cIMT: 0.008, 95%CI: -0,009-0,026).
- Tijdens de follow-up was de snelheid van progressie van cIMT 0,0056 mm/jaar in patiënten met FH en 0,0057 mm/jaar in hun onaangedane broers en zussen (gemiddeld verschil gecorrigeerd voor geslacht: -0,0001 mm/jaar, 95%CI: -0,0010-0,0008).
- Van de 156 ouders met FH hadden 41 (26%) een CV event doorgemaakt voor hun 40e .
- De cumulatieve CVD-vrije overleving op 39-jarige leeftijd was 99% in patiënten met FH die in de kindertijd zijn begonnen met statines. Bij hun aangedane ouders met HF was dit 74% (HR gecorrigeerd voor geslacht en rook-status: 11:8, 3,0-107,0).
- Geen van de jongvolwassenen op statines sinds hun kinderjaren overleed aan een CV aandoening tijdens follow-up, in vergelijking met 7% van de aangedane ouders (allemaal door een myocardinfarct).
Conclusie
Deze studie laat zien dat 20 jaar na inclusie in een statinetrial onder kinderen, de mate van progressie van cIMT in deelnemers met genetisch bepaalde FH vergelijkbaar is met die in hun onaangedane broers of zussen. In vergelijking met hun aangedane ouders die pas later in hun leven begonnen zijn met statines hebben patiënten met FH die vanaf de kinderjaren behandeld zijn met statines een lagere cumulatieve incidentie van CV events en CV sterfte.
Deel deze pagina met collega's en vrienden: