Inname van bloeddrukverlagende medicatie voor het slapengaan vermindert risico op CVD
Bedtime hypertension treatment improves cardiovascular risk reduction: the Hygia Chronotherapy Trial
Introductie en methoden
Prospectieve studies en meta-analyses hebben aangetoond dat gemiddelde nachtelijke BP ¬- bepaald door ambulante BP (ABP) monitoring (ABPM)- een sensitievere prognosemarker is voor CVD dan overdag office BP metingen, ABP-afgeleide overdag gemiddelde of 24h BP gemiddelde [1-6]. Therapeutische interventie die leidde tot een reductie in nachtelijk systolische BP (SBP) gemiddelde en verbetering van relatieve nachtelijke SBP daling naar een normaal dipping profiel resulteerde in een verminderd risico op CVD [3,6]. Inname van bloeddrukverlagende medicatie voor het slapengaan leidde tot een verbeterde normalisering van zowel nachtelijke BP als 24h BP in vergelijking met inname van medicatie in de ochtend [7,8]. Meerdere studies hebben het effect van inname van bloeddrukverlagende medicatie voor het slapengaan op CVD risico onderzocht. Een controlegroep met patiënten die medicatie in de ochtend innamen ontbrak echter in deze studies [7-12]. De MAPEC (Ambulatory Blood Pressure Monitoring for Prediction of Cardiovascular Events) studie liet in een relatief kleine populatie van 2156 hypertensiepatiënten zien dat inname van bloeddrukverlagende medicatie voor het slapengaan leidt tot een significante reductie in nachtelijke BP, verlaagde prevalentie van non-dipping en een reductie van CVD events in vergelijking met inname ’s ochtends [13]. De huidige studie onderzocht het effect van innametijd van bloeddrukverlagende medicatie op ABP controle en CVD risico in een grote patiëntenpopulatie in een eerstelijns, klinische setting.
De Hygia Chronotherapy Trial is een multicenter, gecontroleerde, PROBE (prospectieve, gerandomiseerde, open-label met geblindeerd eindpunt) studie met 19084 (10614 mannen, 8470 vrouwen) hypertensiepatiënten met een leeftijd van 60,6 ± 13,7 (gemiddelde ± SD) jaar. Patiënten werden gerandomiseerd om de gehele dagelijkse dosis van ≥1 voorgeschreven bloeddrukverlagende medicatie (ARB, ACE-remmer, calciumantagonist, bètablokker en/of diureticum) in te nemen ofwel voor het slapengaan (n=9552) of na het opstaan (n=9532). ABP werd gemeten over 48h op baseline en tijdens elk bezoek aan de kliniek (ten minste 1 keer per jaar). Mediane follow-up was 6.3 jaar (IQR 4.1-8.3 jaar).
De primaire CVD uitkomst was myocardinfarct, coronaire revascularisatie, hartfalen, ischemische beroerte, hemorragische beroerte en CVD sterfte.
Belangrijkste resultaten
- Op baseline was de 48h SBP van alle patiënten 131,6 ± 13,8 mmHg (gemiddelde ± SD) en 48h diastolische BP (DBP) was 77,4 ± 10,4.
- Patiënten die de medicatie voor het slapengaan innamen hadden een significant lager nachtelijk BP gemiddelde in vergelijking met patiënten die de medicatie in de ochtend innamen (nachtelijk SBP respectievelijk 114,7 ± 14,6 vs. 118,0 ± 16,6, en nachtelijk DBP respectievelijk 64,5 ± 9,3 vs. 66,1 ± 10,1, beide P<0,001). Het overdag BP gemiddelde werd niet beïnvloed door innametijd van medicatie. Relatieve nachtelijke BP daling was groter bij patiënten die de medicatie voor het slapengaan innamen vergeleken met diegene die de medicatie in de ochtend namen (relatieve nachtelijke SBP daling respectievelijk 12,2% ± 7,7% vs. 8,5% ± 8,4%, en relatieve nachtelijke DBP daling respectievelijk 15,3% ± 8,6% vs. 13,3% ± 9,4%, beide P <0,001). Dit leidde tot significante lagere prevalentie van een non-dipping bloeddrukprofiel (37,5% in de inname voor het slapengaan groep vs. 50,3% in de inname in de ochtend groep, P<0,001).
- Patiënten die de medicatie voor het slapengaan innamen hadden een significant lager HR van de primaire CVD uitkomst in vergelijking met patiënten die de medicatie in de ochtend innamen (HR:0,55, 95% CI: 0,50-0,61, P<0,001, gecorrigeerd voor significante invloedrijke factoren).
- Analyse van individuele CVD events toonde aan dat inname voor het slapengaan leidt tot een significante risico reductie in vergelijking met inname na het wakker worden voor CVD sterfte (HR:0,44, 95%CI: 0,34-0,56, P<0,001), hemorragische beroerte (HR:0,39, 95%CI: 0,23–0,65, P< 0,001), hartfalen (HR:0,58, 95%CI: 0,49–0,70, P<0,001) en perifeer arterieel vaatlijden (HR:0,52, 95%CI:0,41–0,67, P<0,001).
- Patiënten die de medicatie voor het slapengaan innamen hadden een significant lager creatinine en LDL-c en hoger HDL-c en eGFR vergeleken met patiënten die de medicatie in de ochtend na het wakker worden innamen op het moment van de laatste evaluatie.
- De innametijd van medicatie had geen effect op de prevalentie van bijwerkingen en therapietrouw.
Conclusie
Deze studie toonde aan dat inname van de gehele dagelijkse dosis van bloeddrukverlagende medicatie voor het slapengaan nachtelijke ABP significant verbetert en CVD morbiditeit en mortaliteit significant verlaagt. Innametijd van bloeddrukverlagende medicatie had geen effect op overdag BP gemiddelde, noch op prevalentie van bijwerkingen.
Deel deze pagina met collega's en vrienden: