Grotere eiwitinname geassocieerd met snelle afname van nierfunctie in gezonde volwassenen
High-protein diet with renal hyperfiltration is associated with rapid decline rate of renal function: a community-based prospective cohort study
Scroll naar beneden voor de poll.
Introductie en methoden
Sommige studies hebben laten zien dat een eiwitrijk dieet geassocieerd is met verhoogd risico op renale hyperfiltratie (RHF) in de algemene populatie [1-3] en progressie van chronische nierziekte (CKD) kan verergeren [4-6]. In tegenstelling toonden andere studies geen associatie tussen eiwitinname en eGFR [7].
Het is aangetoond dat RHF een nieuwe marker is van totale sterfte in de algemene populatie [8], en een associatie tussen RHF en snelle afname van nierfunctie werd gezien in patiënten met diabetes [9,10]. Oorzaken van RHF omvatten medische aandoeningen, zoals diabetes, hypertensie en autosomale dominante polycystische nierziekte, als ook fysiologische aandoeningen, zoals zwangerschap of obesitas [2, 11-14].
Deze studie onderzocht de associatie tussen een eiwitrijk dieet en RHF met afname van nierfunctie in een gezonde volwassen populatie. RHF werd gecorrigeerd voor leeftijd, geslacht, geschiedenis van diabetes en/of hypertensie, lengte en gewicht. Bovendien werd het effect van tijdsgemiddelde eiwitinname op de associatie tussen RHF en afname in nierfunctie onderzocht en de associatie tussen eiwitinname en afname in nierfunctie werd gevalideerd met gebruik van een andere gemeenschaps-gebaseerde cohort dataset.
Individuen met data over eiwitinname werden geïncludeerd uit de Korean Genome and Epidemiology Study (KoGES) (2001-2014), een prospectieve gemeenschaps-gebaseerde cohort studie, bestaande uit inwoners (40-69 jaar) van twee Zuid-Koreaanse steden. Diegenen met een eGFR <60 mL/min/1.73 m² of nierziekte bij baseline, ontbrekende data en ontbrekende follow-up creatinine data werden uitgesloten, waardoor 9226 individuen overbleven.
Dieet inname werd bepaald op baseline en het tweede follow-up onderzoek, met gebruik van een semi-kwantitatief voedsel frequentievragenlijst (FFQ) [15]. Gebaseerd op het FFQ werden individuen ingedeeld in 4 groepen gebaseerd op de kwartielen van dagelijkse hoeveelheid eiwitinname op baseline. RHF was gedefinieerd als het logaritme-getransformeerd eGFR groter dan het 95e percentiel in de verdeling van residuen van de multivariabele lineaire regressie na correctie voor logaritme-getransformeerde leeftijd, geslacht, geschiedenis van hypertensie en/of diabetes, lengte en gewicht. De exacte eGFR waarde voor de RHF was 94.4 mL/min/1.73 m². Een snelle eGFR afname was gedefinieerd als een jaarlijkse eGFR afname snelheid van 3 mL/min/1.73 m²/jaar.
De impact van gemiddelde eiwitinname in de tijd (tijdsgemiddelde hoeveelheid eiwitinname) op RHF en afname van nierfunctie werd verder bepaald in individuen van wie dieet inname data beschikbaar waren bij het tweede follow-up (6906 individuen). De Korean National Health and Nutrition Examination Survey (KNHANES IV, V en VI,2008–15) werd gebruikt voor validatie van de associatie tussen grote dagelijkse eiwitinname en RHF, waarvan 40113 deelnemers voor deze analyse werden geïncludeerd.
Belangrijkste resultaten
- Grotere eiwitinname was geassocieerd met RHF (OR voor Q4 in vergelijking met Q1: 3.48, 95%CI: 1.39–8.71, P=0.01).
- Grotere eiwitinname was geassocieerd met snelle afname van eGFR (OR voor Q4 in vergelijking met Q1: 1.32, 95%CI: 1.02-1.73, P=0.03).
- Wanneer individuen werden verdeeld in twee groepen gebaseerd op RHF status was eiwitinname hoger in de RHF groep (n=472) in vergelijking met de niet-RHF groep (n=8754) (1.07 g/kg vs. 1.02 g/kg, P=0.02). Snelheid van eGFR afname was groter in de RHF groep in vergelijking met de niet-RHF groep (-3.1 vs. -2.1 mL/min/1.73 m²/jaar, P<0.001).
- Wanneer individuen werden verdeeld in kwartielen in de RHF en niet-RHF groepen had het hoogste kwartiel in de RHF groep het hoogste risico voor snelle afname van nierfunctie (OR voor Q4 in vergelijking met Q1: 3.35, 95%CI: 1.07-10.51, P=0.04). In de niet-RHF groep was er geen verschil in snelle afname van nierfunctie voor de verschillende kwartielen.
- Wanneer tijdsgemiddelde hoeveelheid van eiwitinname werd gebruikt, was snelle eGFR afname groter in de groep met de grootste eiwitinname (OR voor Q4 in vergelijking met Q1: 2.66, 95%CI: 1.37-5.17, P=0.01). Dit werd ook gezien in de RHF groep (OR: 1.55, 95%CI: 1.14–2.09, P=0.01), maar in de niet-RHF groep werd er geen verschil gezien voor snelle eGFR afname tussen kwartielen.
- Een analyse van data van het KNHANES cohort toonde ook aan dat hogere eiwitinname geassocieerd was met hogere prevalentie van RHF.
Conclusie
In een Koreaanse gemeenschaps-gebaseeerde prospectieve studie was grotere inname van eiwitten geassocieerd met RHF en snellere afname van eGFR in vergelijking met lagere eiwitinname in gezonde volwassenen. Deze bevindingen suggereren dat een eiwitrijk dieet schadelijke effecten op nierfunctie kan hebben in de algemene populatie.
Discussie
In hetzelfde tijdschrift werden de resultaten van een studie over dieet eiwitinname en afname in nierfunctie in stabiele patiënten na myocardinfarct gerapporteerd: Dietary protein intake and kidney function decline after myocardial infarction: the Alpha Omega Cohort, Esmeijer K et al. Nephrol Dial Transplant 2019. Post-MI patiënten hebben een verhoogd jaarlijks risico op afname in nierfunctie (dubbel in vergelijking met de algemene populatie), en hebben daarom een verhoogd risico op CKD. Hoewel KDIGO richtlijnen aanbevelen om de dagelijkse totale eiwitinname in volwassen met risico op CKD te beperken [16,17], is het onbekend of eiwitrestrictie in post-MI patiënten afname van nierfunctie vertraagt. De Alpha Omega Cohort werd gebruikt, een prospectief cohort van Nederlandse patiënten tussen de 60-80 jaar met een diagnose van MI, 10 jaar voor aanvang van de studie. Data over voedselinname werd verzameld met gebruik van een 203-items voedselfrequentie vragenlijst (FFQ) op baseline. Met gebruik van data van 2255 patiënten met een follow-up van 41 maanden vonden de auteurs een sterke lineaire associatie tussen eiwitinname en jaarlijkse afname van nierfunctie. Jaarlijkse verandering in eGFR-cysC was dubbel in patiënten met eitwitinname >1.20 in vergelijking met diegenen met eitwitinname <0.80 g/kg voor ideaal lichaamsgewicht: -1.60 vs -0.84 mL/min/1.73 m². Er was ook een inverse associatie tussen inname van diereiwitinname en eGFR-cysC en een vergelijkbare maar niet-significante associatie voor planten-eiwitinname. Deze studie toonde aan dat grotere eiwitinname geassocieerd was met grotere afname van nierfunctie in post-MI patiënten.
Redactioneel commentaar
In hun redactionele commentaar [18] schrijven de auteurs dat een eiwitrijk dieet (high protein diet - HPD) geen opkomende voedseltrend is maar tegenwoordig meer een heersend dogma in de maatschappij is. ‘Het is zelfs zo ver gegaan dat we druk voelen om meer eiwitten te eten en minder koolhydraten’, zeiden de auteurs. Ze leggen uit hoe teveel voedsel heeft geresulteerd in het accepteren van voordelen van een HPD. Maar, vragen ze zich af: ‘is HPD veilig voor een gezonde nierfunctie of niet?’ en ze benoemen enkele bewijsvoeringen en aanbevelingen tegen een HPD. Een dieet laag in eiwitten (low protein diet - LPD) is aanbevolen voor diegenen met CKD of met risico op CKD, zoals diabetespatiënten en obese individuen met microalbuminurie, en in diegenen met verminderde nierreserve (enkele nier of vroege stadia van CKD). De aanbevolen dagelijkse hoeveelheid (RDA) voor eiwit is 0.8 g/kg/dag en de geschatte behoefte is waarschijnlijk zelfs lager, rond 0.6 g/kg/dag. Een LPD voor CKD management is gedefinieerd als dagelijks eiwitinname in de reeks van 0.6–0.8 g/kg/dag en voor personen met een enkele nier of met hoog risico op CKD moet grote eiwitinname >1.0 g/kg/dag vermeden worden. Ze eindigen met: ‘Het is tijd om het taboe te doorbreken en het luid en duidelijk te maken dat een eiwitrijk dieet niet zo veilig is als wordt geclaimd, en het kan gezonde nierfunctie in gevaar brengen en resulteren in een snellere afname van nierfunctie in individuen of populaties met hoog risico op CKD. Het is verstandig om aanbevelingen van grote eiwitinname te negeren voor gewichtsafname in obese individuen of diabetespatiënten of in diegenen met eerdere CV events of een enkele nier als een gezonde nierfunctie niet voldoende beschermd kan worden’.
Referenties
Zou u uw patiënten afraden om een eiwitrijk dieet te nemen?
- Ja, alle patiënten
- Ja, maar alleen CKD patiënten of diegenen met een hoog risico op nierfalen
- Nee
Deel deze pagina met collega's en vrienden: