Ruimte voor verbetering van diabeteszorg in Nederland
Trends in mortality, cardiovascular complications, and risk factors in type 2 diabetes
Literatuur - Heintjes EM, Houben E, Beekman-Hendriks WI, et al. - Neth J Med. 2019 Dec;77(9):317-329Introductie en methoden
In de Euro Diabetes Index 2014 nam de kwaliteit van T2DM zorg in Nederland de tweede plaats in door de eerstelijnszorgprogramma’s die goed georganiseerd zijn (regelmatige check-ups in een multidisciplinair team) [1]. Huisartsen zijn de primair behandelende artsen van T2DM patiënten in Nederland. Grootste kritiek van de Euro Diabetes Index 2014 over Nederlandse diabeteszorg was het gebrek aan data over CV uitkomsten.
Het is onduidelijk of veranderingen hebben plaatsgevonden in diabeteszorg en hoe dit uitkomsten heeft beïnvloed in T2DM patiënten in Nederland. Trends in CV incidentie en mortaliteit in T2DM patiënten in vergelijking met individuen zonder diabetes tussen 2008 en 2016 werden onderzocht, als ook trends in proportie patiënten die streefwaarden behaalden van risicofactoren en veranderingen in gebruik van glucose-verlagende middelen.
Data werden verkregen uit het PHARMO Database Network. Dit netwerk koppelt poliklinische uitgifte van medicijnen door apotheken, resultaten van labtesten van eerstelijns en tweedelijnszorg, eerstelijnszorg-dossiers van huisartsen, en dossiers over tweedelijnszorg-ziekenhuisopnames en sterfte. Ook werd data over ziekenhuisopname van de Dutch Hospital Data Foundation[2] gebruikt voor juiste datums van CV events. Jaarlijkse cohorten van T2DM patiënten met index datums van 1 januari van ieder jaar werden geïdentificeerd tussen 2008 en 2016. Patiënten zonder diabetes waren gematchte controles om gematchte jaarlijkse cohorten te creëren (matching was gebaseerd op leeftijd, geslacht en behandeld huisarts).
Belangrijkste resultaten
- 53602 T2DM patiënten werden geïncludeerd in jaarlijkse cohorten. Proportie mannen verhoogde van 51% tot 55% tussen 2008 en 2016 en totale gemiddelde leeftijd steeg van 66 tot 69 jaar.
- Proportie T2DM patiënten met CV morbiditeit verhoogde van 23% tot 37%.
- Antihypertensiva-gebruik van T2DM patiënten verhoogde van 69% tot 74%, statinegebruik van 60% tot 68% en gebruik van plaatjesaggregatieremmer was stabiel op 31%. Gemiddelde waarden van LDL-c, bloeddruk en HbA1c nam licht af. Gemiddeld BMI was stabiel op 30 kg/m² tijdens de studieperiode.
- T2DM verhoogde het risico op mortaliteit met 86%, het risico op acuut myocardinfarct (AMI) met 69%, congestief hartfalen (CHF) met 185%, en beroerte met 57%.
- Langzaam verhoogde trends werden gezien voor leeftijds-gestandaardiseerde incidentie van CV events in T2DM (P trend=0.0153 voor AMI; P<0.0001 voor CHF en beroerte) en sterfte (P trend <0.0001). RRs lieten geen duidelijke trends zien, wat suggereert dat de verhoging proportioneel was in diabetespatiënten en niet-diabetes patiënten.
- Verloren levensjaren door T2DM was 3.5 jaar op de leeftijd van 55 tot net over 1 jaar op 80 jarige leeftijd. CVD gecombineerd met T2DM resulteerde in een extra verlies van 1.5 jaar op 55-jarige leeftijd en 0.7 jaar op 80-jarige leeftijd in vergelijking met alleen T2DM.
- Proportie patiënten dat LDL-c streefwaarden behaalde steeg van 56% in 2009 tot 65% in 2016 (P trend<0.0001). Voor SBP, proportie dat de streefwaarde behaalde steeg van 57% tot 72% (P trend <0.0001), en voor HbA1c steeg het van 58% tot 65% (P trend <0.0001). In 2009, behaalde 21% van patiënten alle streefwaarden, wat steeg tot 33% in 2016 (P trend <0.0001).
- >80% van patiënten gebruikte metformine, en deze proportie steeg langzaam gedurende de studieperiode. De proportie die SUs gebruikte daalde van 50% in 2008 tot 43% in 2016. Tussen 2012 en 2016 werd er een scherpe toename gezien in gliclazidegebruik van ongeveer 11% tot ongeveer 25%. De proportie insulinegebruikers was ongeveer 25%, met een minimale toename gedurende de gehele studieperiode. Voor DDP-4 remmers, steeg de proportie gebruikers van 1% in 2008 tot 7% in 2013 waarna het gebruik stabiliseerde. Andere glucose-verlagende middelen werden slechts gebruikt tot 0.5% van de patiënten.
- De meest gebruikte tweedelijnsbehandeling na ≥6 maanden mono-metformine gebruik was SUs (96% in 2008 en 93% in 2016). Binnen de SU klasse, steeg het gebruik van gliclazide scherp van 19% in 2012 tot 88% van alle tweedelijnstherapie. De tweede meest gebruikte medicijnklasse als tweedelijnstherapie was DPP-4 remmers.
Conclusie
Een analyse van data van het PHARMO Database Network toonde aan dat hoewel diabeteszorg goed georganiseerd is in Nederland, aantallen voor CV events en mortaliteit niet verlaagd zijn gedurende de studieperiode van 2008 tot 2016. Verloren levensjaren door T2DM is 3.5 jaar op een leeftijd van 55 jaar en in aanwezigheid van CVD is er een extra verlies van 1.5 jaar. Deze bevindingen suggereren dat er ruimte voor verbetering is in management van T2DM patiënten om betere uitkomsten te verkrijgen.
Deel deze pagina met collega's en vrienden: