Cardiovasculaire Geneeskunde.nl

Geen verschil in ex vivo trombogeniciteit met ticagrelor monotherapie vs. DAPT

Ticagrelor With or Without Aspirin After PCI- The TWILIGHT Platelet Substudy

Literatuur - Baber U, Zafar MU, Dangas, G et al. - J Am Coll Cardiol 2020;75:578–86, doi.org/10.1016/j.jacc.2019.11.056

Introductie en methoden

Korte duur van duale antiplaatjestherapie (DAPT) gevolgd door het weglaten van aspirine en behouden van een P2Y12 remmer is een potentieel therapeutische aanpak om bloedingsrisico te verlagen terwijl ischemisch voordeel behouden blijft in patiënten na PCI [1]. Deze aanpak werd getest in de TWILIGHT (Ticagrelor With Aspirin or Alone in High-Risk Patients After Coronary Intervention) trial en toonde aan dat ticagrelor monotherapie klinisch relevante bloedingen verlaagde zonder verhoging van ischemische events in hoog risico patiënten die PCI ondergaan met medicijn-afgevende stents [2].

Deze farmacodynamische substudie van TWILIGHT onderzocht het effect van ticagrelor monotherapie vs. ticagrelor plus aspirine op bloed trombogeniciteit en plaatjesreactiviteit.

TWILIGHT was een gerandomiseerde, dubbelblinde, placebo-gecontroleerde trial die hoog risico patiënten includeerde die PCI ondergingen en aspirine en ticagrelor ontvingen na ontslag [2]. Na 3 maanden DAPT werden patiënten gerandomiseerd in een 1:1 ratio naar aspirine plus ticagrelor or placebo plus ticagrelor. Deze substudie werd uitgevoerd in 1 centrum (Mount Sinai Hospital, New York, NY, VS) en includeerde 51 patiënten (23 gerandomiseerd naar ticagrelor monotherapie en 28 naar DAPT). De primaire uitkomst was bloed trombogeniciteit, gemeten als het oppervaltke van een trombus gevormd onder hoge-shear dynamische flow condities over de aorta van een varken in een ex vivo Badimon perfusiekamer [3-6]. Plaatjesreactiviteit werd gemeten in volbloed door impedance aggregometrie met gebruik van de Multiplate Analyzer, in reactie op plaatjesagonisten adenosine difosfaat (ADP), trombine, en cyclo-oxygenase (COX-1) (wat geblokt wordt door aspirine) arachidonzuur (AA) en collageen. Trombogeniciteit en plaatjesreactiviteit werden gemeten direct na randomisatie (baseline) en 1 tot 6 maanden na randomisatie (mediane tijd tussen metingen was 41 dagen, IQR: 31-61 dagen).

Belangrijkste resultaten

Conclusie

Deze substudie van de TWILIGHT trial toonde aan dat er geen verschil is in trombogeniciteit tussen patiënten behandeld met ticagrelor monotherapie en diegenen behandeld met DAPT. Plaatjesreactiviteit, gemeten door aggregometrie, in reactie op ADP of trombine was vergelijkbaar tussen groepen, maar was verschillend tussen diegenen op ticagrelor monotherapie en diegenen op DAPT in reactie op agonisten die gevoelig zijn voor COX-1.

Referenties

Toon referenties

Vind dit artikel online op J Am Coll Cardiol

Deel deze pagina met collega's en vrienden: