Lage natriumexcretie na diuretica geassocieerd met mortaliteit in acuut HF
Clinical importance of urinary sodium excretion in acute heart failure
Literatuur - Damman K, Ter Maaten JM, Coster JE et al., - Eur J Heart Fail. 2020. doi: 10.1002/ejhf.1753.Introductie en methoden
Behandeling van acuut hartfalen (AHF) is gericht op verlichting van congestie, volume-overvulling en verkorting van ziekenhuisopname [1,2]. Het grootste aandeel in decongestie wordt vroeg na ziekenhuisopname behaald en neemt in de volgende dagen af. 25% Van de patiënten heeft overblijvende signalen van congestie bij ontslag [3]. Een sterke en snelle diuretische respons is geassocieerd met betere uitkomsten. Het blijkt echter lastig om het behandeleffect te beoordelen aan de hand van congestiestatus na initiatie van de diuretica [4-7].
In een Heart Failure Association ESC consensuspaper werd voorgesteld om natrium in een urinemonster en/of diurese zeer vroeg na initiatie van diureticum te meten, en om de behandeling met lisdiuretica te intensiveren of uit te breiden als natriurese of diurese onvoldoende zijn [8]. Deze prospectieve studie werd uitgevoerd in het UMC Groningen en onderzocht het klinische belang van natriumexcretie via urine in patiënten met AHF.
De diagnose van AHF was gebaseerd op de ESC hartfalenrichtlijn [1]. Patiënten (n=175, 71±14 jaar, 44% was vrouw) met symptomen van congestie die intraveneuze diuretische therapie nodig hadden werden geïncludeerd. Patiënten met een systolische bloeddruk >110 mmHg bij opname ontvingen intraveneuze vasodilatoren en patiënten ontvingen bumetanide als voorkeurslisdiureticum (dosis werd bepaald door de behandelend arts). Urinevolume en natrium in de urine werden gemeten in de urine die werd opgevangen in de volgende tijdspannes: 0-6h, 6-24h, 24-48h, 48-72h en 72-96h na initiatie van lisdiureticum. De variabele van interesse was natriumexcretie via de urine in de eerste 6 uur na initiatie van diureticum (natriumconcentratie x urinevolume in de eerste 6 uur).
Het primaire klinische eindpunt was sterfte door alle oorzaken na ziekenhuisopname. Secundaire eindpunten waren HF heropname na ontslag en een gecombineerd eindpunt van sterfte door alle oorzaken en/of HF heropname. De mediane follow-up was 257 (152-427) dagen.
Belangrijkste resultaten
- Mediane natriumexcretie in urine was 130 (67-229) mmol in de eerste 6h na initiatie van IV diureticum, 347 (211-526) mmol tussen 6-24h, 181 (94-270) mmol tussen 24-48h, 126 (74-194) mmol tussen 48-72h, en 114 (73-160) mmol tussen 72-96h.
- Natriumexcretie in de eerste 6 uur was een voorspeller van totale urinevolume na 24h (P<0.001). In het laagste tertiel van natriumexcretie na 6 uur had 27% van de patiënten >3L diurese bereikt na 24h, vs. 73% en 94% in het middelste en hoogste tertiel.
- Natriumexcretie via urine na 6h was geassocieerd met sterfte door alle oorzaken (HR 1.05, 95%CI 1.02–1.08, P=0.001 per 10 mmol afname in natriumexcretie via urine). Als gestratificeerd werd naar tertielen van natriumexcretie in de eerste 6 uur, was de HR 3.81 (95% CI 1.92–7.57, P <0.001) voor het laagste vs. het hoogste tertiel.
- Urinevolume en natriumconcentratie in de urine na 6 uur waren ook voorspellers voor sterfte door alle oorzaken (HR 1.05, 95%CI 1.01–1.08, P = 0.007 per 100 mL afname in urinevolume en HR 1.16, 95%CI 1.06–1.26, P = 0.001 per 10 mmol/L afname in natriumexcretie via de urine).
- Natriumexcretie via urine was niet geassocieerd met HF ziekenhuisopname (HR 1.03, 95%CI 1.00-1.07, P=0.033 per 10 mmol afname).
- Lagere natriumexcretie via urine was geassocieerd met het gecombineerde eindpunt van sterfte door alle oorzaken en HF heropname (HR 1.04, 95% CI 1.01–1.07 per 10 mmol afname, P = 0.005).
Conclusie
In patiënten met AHF is een lage natriumexcretie via urine tijdens de eerste 6 uur na initiatie van een diureticum geassocieerd met een lager urinevolume in de eerste 24 uur, en met sterfte door alle oorzaken.
Deel deze pagina met collega's en vrienden: