Hogere olijfolieconsumptie geassocieerd met lager CV en CHD risico bij Amerikaanse volwassenen
Olive Oil Consumption and Cardiovascular Risk in U.S. Adults
Literatuur - Guasch-Ferré M, Liu G, Li Y et al - J Am Coll Cardiol. 2020. doi: 10.1016/j.jacc.2020.02.036.Inleiding en methoden
Consumptie van olijfolie is geassocieerd met lager CV risico, zoals blijkt uit ecologische studies op landelijk niveau [1], klinische trials [2, 6] en observationele studies [3-5]. Ook liet een recente meta-analyse zien dat consumptie van olijfolie kan beschermen tegen beroerte, hoewel er inconsistenties waren tussen de studies die CHD als eindpunt beoordeelden [7]. Echter deze studies waren slechts beperkt tot onderzoek in Mediterrane populaties.
De huidige studie onderzocht, onder de Amerikaanse bevolking, associaties tussen CV risico en consumptie van olijfolie en het geschatte risico op CVD wanneer consumptie van margarine, boter, mayonaise, melkvet en plantaardige oliën werd vervangen door olijfolie. Ook werd het verband tussen categorieën van olijfolieconsumptie en bloedlipidenwaarden geanalyseerd. Twee grote Amerikaanse prospectieve cohorten werden gebruikt met een follow-up periode van 24 jaar, waaronder de Nurse's Health Study (NHS) (n=61181 vrouwelijke geregistreerde verpleegsters) en de Health Professional's Follow-up Study (HPFS) (n=31797 mannelijke gezondheidswerkers). Olijfolieconsumptie werd elke 4 jaar gemeten met een voedselfrequentievragenlijst (FFQ), waarin de deelnemers werd gevraagd hoe vaak ze gemiddeld specifieke voedingsmiddelen consumeerden, evenals welke soorten vetten, oliën en merk of type olie ze gebruikten voor koken en consumeren in het voorgaande jaar. De consumptie van olijfolie werd onderverdeeld in vier categorieën: (1) nooit of minder dan één keer per maand (NHS: n=32673, HPFS: n=16073), (2) >0 tot ≤1 theelepel (>0 tot ≤4,5 g/dag) (NHS: n=22918, HPFS: n=12853), (3) >1 theelepel tot ≤1/2 eetlepel (>4,5 tot ≤7 g / d) (NHS: n=2412, HPFS: n=1246 ), en (4) >1/2 eetlepel (>7 g/dag) (NHS: n=3178, HPFS: n=1625). De primaire uitkomstmaat was ernstige CVD gedefinieerd als een gecombineerd eindpunt van niet-fataal myocardinfarct, niet-fatale beroerte of fatale CVD (fatale beroerte, fataal myocardinfarct en andere CV-gerelateerde sterfte).
Belangrijkste resultaten
- Na correctie voor demografische en leefstijlfactoren hadden de personen die >0,5 eetlepel/dag (of >7 g/dag) consumeerden, vergeleken met de personen die minder dan eens per maand olijfolie consumeerden, een 14% lager risico op totale CVD (samengevoegd HR: 0,86, 95% CI: 0,79-0,94, P-trend <0,001) en een 18% lager risico op CHD (samengevoegd HR: 0,82, 95% CI: 0,73-0,91, P-trend=0,001). Er werden geen significante associaties gevonden voor totale of ischemische beroerte.
- In de samengevoegde en volledig gecorrigeerde analyse, was elke toename van 5 g/dag in olijfolieconsumptie geassocieerd met een 19% lager risico op fatale CVD (95% CI: 0,71-0,93, P-trend=0,01) en een 9% lager risico op niet-fatale CVD (95% CI: 0,82-1,01, P-trend=0,02).
- Vervangen van 5 g/dag margarine door 5 g/dag olijfolie had een geschatte associatie met 6% lager risico op CVD (95% CI: 0,91-0,97, P<0,001). De respectievelijke schatting voor vervanging van boter was 5% lager risico op CVD (95% CI: 0,91-1,00, P=0,06), voor mayonaise 7% (95% CI: 0,89-0,98, P <0,001) en voor melkvet 5% (95% CI : 0,92-0,98, P <0,001). Vervangen van olijfolie door andere plantaardige oliën was niet significant geassocieerd met CVD. Vergelijkbare resultaten werden gevonden voor CHD en er werden geen significante associaties gevonden voor beroerte.
- In secundaire analyses in een subpopulatie van de NHS- en HPFS-cohorten met beschikbare biomarkerdata, was een hogere olijfolieconsumptie (van nooit of <1/maand tot >7 g/dag) geassocieerd met lagere waarden van verschillende inflammatoire biomarkers, waaronder interleukine-6 (P-trend=0,006; n=13797), oplosbaar intercellulair adhesiemolecuul-1 (sICAM-1) (P-trend=0,05; n=10296) en tumor necrosefactor-α receptor 2 (TNFα-R2) (P-trend=0,007; n=14310). Voor lipiden was een hogere olijfolieconsumptie geassocieerd met hogere waarden van HDL-c (P-trend=0,004; n=8733). Er werden geen significante associaties gevonden voor LDL-c of triglyceriden.
Conclusie
Hogere olijfolieconsumptie was geassocieerd met een lager CV risico en een lager CHD risico in twee grote cohorten van mannen en vrouwen uit de VS. Ook kan het vervangen van margarine, boter, mayonaise of melkvet door olijfolie leiden tot een lager risico op CHD en CVD. Ten slotte was bij een subgroep van de deelnemers een hogere olijfolie consumptie geassocieerd met lagere waarden van inflammatoire biomarkers en een beter lipidenprofiel. Concluderend kan de consumptie van planten-gebaseerde gezonde vetten de kwaliteit van dieet verbeteren en bijdragen aan de preventie van CVD in de algemene bevolking.
Deel deze pagina met collega's en vrienden: