Verschillen tussen mannen en vrouwen in de prevalentie van voorgeschreven CV medicatie in de eerstelijnszorg
Sex Differences in Cardiovascular Medication Prescription in Primary Care: A Systematic Review and Meta-Analysis
Literatuur - Zhao M, Woodward M, Vaartjes I et al., - J Am Heart Assoc. 2020. doi: 10.1161/JAHA.119.014742.Introductie en methoden
De afgelopen decennia is er aandacht naar uit gegaan om CVD bij vrouwen te karakteriseren. Dit heeft geresulteerd in inzichten in sekseverschillen in de presentatie, diagnose en medische behandeling van CVD [1,2]. Studies naar sekseverschillen bij CVD management zijn voornamelijk uitgevoerd in instellingen voor tweedelijnszorg [3-6]. Het is nog onduidelijk of er in de eerstelijnszorg verschillen bestaan tussen mannen en vrouwen in CVD management. In deze studie werd een systematische review en meta-analyse uitgevoerd om de prevalentie van voorgeschreven CV medicatie bij mannen en vrouwen in de eerstelijnszorg te bepalen.
Deze studie includeerde observationele studies die seksespecifieke prevalentie van voorgeschreven CV medicatie rapporteerden bij patiënten met een hoog risico of met vastgestelde CVD (coronaire hartziekte, beroerte, hartfalen en atriumfibrilleren). De prevalentie van de volgende CV medicatie werd geanalyseerd: aspirine, statines, antihypertensiva (inclusief bètablokkers, calciumantagonisten, angiotensine converterende enzymremmers [ACE-remmers]) en diuretica.
Er werd gebruik gemaakt van random effects meta-analyse voor het analyseren van gepoolde prevalentieratio’s tussen vrouwen en mannen voor elke voorgeschreven CV medicatie. De primaire uitkomst was de vrouwen-tot-mannen prevalentieratio met 95%CI voor elk CV medicijn. Secundaire uitkomsten waren sekse-specifieke percentages van voorgeschreven CV medicatie.
Belangrijkste resultaten
- In totaal werden 43 onderzoeken (n = 2,264,600) geïncludeerd. 28% Van de deelnemers was vrouw en de gemiddelde leeftijd varieerde van 51 tot 76 jaar. 18 studies bevatten informatie over aspirine, 30 over statines, 14 over antihypertensiva, 21 over bètablokkers, 13 over calciumantagonisten, 21 over ACE-remmers en 14 over diuretica.
- De gepoolde prevalentie van voorgeschreven CV medicatie bij vrouwen was 41% voor aspirine, 60% voor statines en 68% voor antihypertensiva. De corresponderende percentages voor mannen waren respectievelijk 56%, 63% en 69%.
- De gepoolde vrouwen-tot-mannen prevalentieratio's waren 0.81 (95%CI 0.72-0.92) voor aspirine, 0.90 (95%CI 0.85-0.95) voor statines en 1.01 (95%CI 0.95-1.08) voor antihypertensiva.
- Als gekeken wordt naar individuele antihypertensiva kregen vrouwen minder vaak ACE-remmers voorgeschreven dan mannen (vrouwen-tot-mannen prevalentieratio: 0.85, 95%CI 0.81-0.89). Aan de andere kant werden diuretica vaker voorgeschreven bij vrouwen dan bij mannen (vrouwen-tot-mannen prevalentieratio: 1.27, 95%CI 1.17-1.37). Er werden geen significante verschillen gevonden in de prevalentie van voorgeschreven bètablokkers en calciumantagonisten tussen vrouwen en mannen.
Conclusie
Deze studie vond sekseverschillen in de prevalentie van voorgeschreven medicatie in de eerstelijnszorg bij patiënten met een hoog risico of met vastgestelde CVD. De prevalentie van voorgeschreven aspirine, statines en ACE-remmers was lager bij vrouwen, vergeleken met mannen. Diuretica werden wel vaker voorgeschreven bij vrouwen dan bij mannen. Verdere studies zijn nodig om de onderliggende oorzaken van de sekseverschillen in de prevalentie van voorgeschreven CV medicatie in de eerste lijn te identificeren.
Deel deze pagina met collega's en vrienden: