Voorschrijven van medicatie aan HFrEF-patiënten verschilt tussen klinische centra in Nederland

Voorschrijven van richtlijn-aanbevolen medicatie en bijbehorende doseringen is significant verschillend tussen klinische centra in Nederland, blijkt uit data van het CHECK-HF register.

Differences in guideline-recommended heart failure medication between Dutch heart failure clinics: an analysis of the CHECK-HF registry
Literatuur - Linssen GCM, Veenis JF, Brunner-La Roca HP et al., - Neth Heart J. 2020. doi: 10.1007/s12471-020-01421-1.

Inleiding en methoden

Optimalisatie van hartfalen (HF) therapieën op basis van aanbevolen richtlijnen verbetert gezondheidsgerelateerde kwaliteit van leven en prognose in patiënten met HF [1-3], maar in de dagelijkse praktijk wordt aanbevolen behandeling niet optimaal nageleefd [4-7]. HF patiënten geïncludeerd in klinische trials en studies naar effecten van HF medicatie zijn daarbij niet representatief voor real-life populaties [8-10]. Daarnaast zijn verschillen in behandeling van HF tussen regio’s en ziekenhuizen grotendeels onverklaard en niet onderzocht.

Deze studie onderzocht de verschillen in HF therapieën en factoren die een rol spelen bij het voorschrijven van individuele, aanbevolen HF medicatie voor HFrEF patiënten (n=8360) [11, 12] in het Chronic Heart failure ESC guideline-based Cardiology practice Quality project (CHECK-HF) register [11], met 34 deelnemende klinieken in Nederland. Voor een subanalyse werden de patiënten verdeeld naar HFmrEF (n=1574 [19%]), HFrEF (n=5701 [68%]) en naar HFsemiq (HF met een semi-kwantitatieve analyse van alleen systolische linker ventriculaire functie (n=1085 [13%]). De voorgeschreven medicatie voor patiënten (naam medicatie, dosering, frequentie inname en totale dagelijkse dosis) werd bijgehouden. Dosering werd berekend vergeleken met aanbevolen dosis en volgens richtlijnen als dagelijkse dosis of percentage werkelijk aanbevolen dagelijkse dosis.

Belangrijkste resultaten

  • De ranges in voorschrijfpercentages voor HFrEF-patiënten tussen klinische centra waren 58,9-97,4% (P<0,01) voor bètablokkers, 61,9-97,1% (P <0,01) voor RAS-remmers, 29,9-86,8% (P <0,01) voor mineralcorticoïde receptorantagonisten (MRA's), 0,0-31,3% (P <0,01) voor ivabradine en 64,9-100,0% (P <0,01) voor diuretica.
  • Combinatietherapie (bètablokker en RAS-remmer) werd voorgeschreven bij 47,7-80,5% van de HFrEF-patiënten, één van de twee bij 15,6-43,7% en geen bij 0,9–13,5%. Drievoudige combinatietherapie (bètablokker, RAS-remmer en MRA) werd voorgeschreven bij 16,1-68,4% van de HFrEF-patiënten, twee van de drie bij 28,9-58,9%, één van de drie bij 0,0 -24,7% en geen bij 0,0–6,9%.
  • Het percentage patiënten dat de target dosis kreeg verschilde significant tussen centra: 5,9-29,1% voor bètablokkers (P<0,01), 18,4-56,1% voor RAS-remmers (P <0,01) en 13,2-60,6% voor MRA's (P <0,01) .
  • Verschillen tussen klinische centra in het voorschrijven van medicatie voor HFrEF-patiënten konden niet worden verklaard door klinische variabelen, zoals bleek uit multivariabele analyse.
  • Het voorschrijven van bètablokkers, RAS-remmers en MRA’s aan HFmrEF- en HFsemiq-patiënten verschilde niet van het voorschrijven aan HFrEF-patiënten.

Conclusie

Tussen klinische centra in Nederland zijn er significante verschillen gevonden in het voorschrijven van medicatie voor HFrEF-patiënten op basis van aanbevolen richtlijnen, samen met bijbehorende doseringen. Deze verschillen worden niet volledig verklaard door verschillen in het klinisch profiel van patiënten. Om de verschillen recht te trekken zouden bijvoorbeeld gedetailleerde protocollen, educatieve activiteiten voor professionele teams en apotheekzorg ingezet kunnen worden.

Referenties

1. McMurray JJ, Adamopoulos S, Anker SD, et al. ESC Guidelines for the diagnosis and treatment of acute and chronic heart failure 2012: The Task Force for the Diagnosis and Treatment of Acute and Chronic Heart Failure 2012 of the European Society of Cardiology. Developed in collaboration with the Heart Failure Association (HFA) of the ESC. Eur Heart J.2012;33:1787–847.

2. Ponikowski P, Voors AA, Anker SD, et al. 2016 ESC Guidelines for the diagnosis and treatment of acute and chronic heart failure: The Task Force for the diagnosis and treatment of acute and chronic heart failure of the European Society of Cardiology (ESC).Developed with the special contribution

of the Heart Failure Association (HFA) of the ESC. Eur J Heart Fail. 2016;18:891–975.

3. Komajda M, SchöpeJ , Wagenfleil S, et al. Physicians’ guideline adherence is associated with long-term heart failure mortality in outpatients with heart failure with reduced ejection fraction: the QUALIFY international registry. Eur J Heart Fail. 2019;21:921–9.

4. Kruik-Kollöffel WJ, Linssen GCM, Kruik HJ, et al. Effects of European Society of Cardiology guidelines on medication profiles after hospitalization for heart failure in 22,476 Dutch patients: from 2001 until 2015. Heart Fail Rev. 2019;24:499–510.

5. Chioncel O, Lainscak M, Seferovic PM et al. Epidemiology and one-year outcomes in patients with chronic heart failure and preserved, mid-range and reduced ejection fraction: an analysis of the ESC Heart Failure Long-Term Registry. Eur J Heart Fail. 2017;19:1574–85.

6. Greene SJ, Butler J, Albert NM, et al. Medical therapy for heart failure with reduced ejection fraction: The CHAMP-HF Registry. J Am Coll Cardiol. 2018;72:351–66.

7. Brunner-La Rocca HP, Linssen GC, Smeele FJ, et al. Contemporary drug treatment of chronic heart failure with reduced ejection fraction. The CHECK-HF registry. J Am Coll Cardiol. 2019;7:13–21.

8. Flather MD, Shibata MC, Coats AJ, et al. Randomized trial to determine the effect of nebivolol on mortality and cardiovascular hospital admission in elderly patients with heart failure (SENIORS). Eur Heart J. 2005;26:215–25.

9. Van Spall HG, Toren A, Kiss A, Fowler RA. Eligibility criteria of randomized controlled trials published in high-impact general medical journals: a systematic sampling review. JAMA. 2007;297:1233–40.

10. Burnett H, Earley A, Voors AA, et al. Thirty years of evidence on the efficacy of drug treatments for chronic heart failure with reduced ejection fraction: a network meta-analysis. Circ Heart Fail. 2017;10(e003529):1.

11. Brugts JJ, Linssen GCM, Hoes AW, Brunner-La Rocca HP, Investigators of CHECK-HF. Real-world heart failure management in 10,910 patients with chronic heart failure in the Netherlands: design and rationale of the Chronic Heart failure ESC guideline-based Cardiology practice Quality project (CHECK-HF) registry. Neth Heart J. 2018;26:272–9.

12. Brunner-La Rocca HP, Linssen GC, Smeele FJ, et al. Contemporary drug treatment of chronic heart failure with reduced ejection fraction. The CHECK-HF registry. J Am Coll Cardiol. 2019;7:13–21.

Vind dit artikel online op Neth Heart J

Registreren

We zijn blij te zien dat je geniet van CVGK…
maar wat dacht u van een meer gepersonaliseerde ervaring?

Registreer gratis