Risico op ASCVD neemt geleidelijk toe met toenemende SBP waarden vanaf 90 mmHg
Literatuur - Whelton SP, McEvoy JW, Shaw L et al. - JAMA Cardiol. 2020. doi:10.1001/jamacardio.2020.1731Introductie en methoden
Veel Individuen die in een lage atherosclerotisch CVD (ASCVD) risicogroep vallen, hebben wel hebben subklinische atherosclerose zoals gemeten door de aanwezigheid van coronaire arterie calcificatie (CAC) [1-3]. Personen met een lagere blootstelling aan ASCVD risicofactoren, zoals langdurig hoge SBP waarden, hebben een lager risico op toekomstige ASCVD events [4-6]. Het is echter nog onzeker of de relatie tussen SBP en risico op ASCVD ook van toepassing is op personen zonder hypertensie of andere ASCVD risicofactoren. Bovendien is nog niet duidelijk of het risico voor incidente ASCVD een plateau bereikt of stijgt bij lage SBP waarden [7-10].
De huidige studie evalueerde de associatie tussen SBP waarde en de prevalentie van CAC en incidente ASCVD in individuen met SBP waarden tussen 90 en 129 mmHg. Er is gebruik gemaakt van het Multi-Ethnic Study of Atherosclerosis (MESA) cohort [11]. Er werden 1457 deelnemers geïncludeerd, die een baseline CAC scan hadden ondergaan, event-vrij waren van ASCVDs en een SBP waarde hadden tussen de 90-129 mmHg. Exclusiecriteria waren: hypertensie (SBP >129 mm Hg) of hypotensie (SBP<90 mm Hg), dyslipidemie (LDL-c waarde ≥160 mg/dL of HDL-c waarde <40 mg/dL), diabetes, roken, en gebruik van cholesterolverlagende of glucoseverlagende medicatie. De gemiddelde (SD) follow-up van de studie was 14.5 (3.9) jaar. Deelnemers werden ingedeeld in 4 groepen op basis van hun baseline SBP waarde: 90-99 mmHg (n=208), 100-109 mmHg (n=414), 110-119 mmHg (n=504), 120-129 (n=331) mmHg. CAC werd gemeten en geclassificeerd als afwezig of aanwezig en diffuus CAC werd gedefinieerd als de aanwezigheid van CAC in 2 of meer kransslagaders. Incidente ASCVD werd gedefinieerd als fatale of niet-fatale incidente coronaire hartziekte, incidente beroerte of andere incidente ASCVD.
Belangrijkste resultaten
- Het aandeel van individuen met aanwezigheid van CAC en diffuse CAC nam stapsgewijs toe met toenemende SBP waarde van 19.7% van de deelnemers in de groep met SBP waarden 90-99 mmHg tot 40.8% in de groep met SBP waarden van 120-129 mmHg (P <0.001 voor trend).
- Er waren 94 incidente ASCVD events tijdens follow-up. Het mediane 10-jaar gepoolde cohortvergelijkingen ASCVD risico nam ook toe met stijgende SBP waarden (1.1% [IQR 0.5%-3.0%] in de 90-99 mmHg groep; 2.1% [IQR 0.8%-5.0%] in de 100-109 mmHg groep, 3.3% [IQR 1.5%-6.7%] in de 110-119 mmHg groep en 5.6% [IQR 2.5%-12.5%] in de 120-129 mmHg groep; P waarde voor trend <0.001).
- De gecorrigeerde HR (aHR) voor ASCVD was 1.53 (95%CI: 1.17-1.99) voor elke 10 mmHg verhoging in SBP.
- De aHR voor ASCVD, vergeleken met de SBP 90-99 mmHg groep, was 3.00 (95%CI: 1.01-8.88) in de 100 tot 109 mmHg groep, 3.10 (95%CI: 1.03-9.28) in de 110 tot 119 mmHg groep en 4.58 (95%CI: 1.47-14.27) in de 120 tot 129 mmHg groep (P waarde voor trend <0.06). Deze toename van het ASCVD risico met stijgende SBP waarden werd ook waargenomen wanneer SBP werd gemodelleerd als een continue variabele.
Conclusie
Aanwezigheid van CAC en risico op incidente ASCVD events namen stapsgewijs toe met toenemende SBP waarden bij personen met een SBP tussen 90 en 129 mmHg die geen andere traditionele ASCVD risicofactoren hadden.
Deel deze pagina met collega's en vrienden: