SGLT2i resulteert in regressie van linkerventrikelmassa in T2DM patiënten met LVH
A randomized controlled trial of dapagliflozin on left ventricular hypertrophy in people with type two diabetes: the DAPA-LVH
Literatuur - Brown AJM, Gandy S, McCrimmon R et al., - Eur Heart J 2020, doi:10.1093/eurheartj/ehaa419Introductie en methoden
Een klasse effect van SGLT2 remmers op ziekenhuisopname voor hartfalen (HH) is gesuggereerd, omdat consistente effecten van SGLT2 remmers gezien werden in meerdere trials die T2DM patiënten includeerden. De recente DAPA-HF trial [1] toonde aan dat de SGLT2i dapagliflozine incidentie van CVD en verslechtering van hartfalen verlaagde in patiënten met HFrEF, met en zonder T2DM, wat suggereert dat voordeel van SGLT2i onafhankelijk is van glycemische regulatie.
De exacte mechanismen van SGLT2i zijn echter onduidelijk en omvatten mogelijk natriurese, vermindering in interstitiële oedeem, verlaging van preload en afterload, verbetering in nierfunctie en cardiorenale fysiologie, remming van cardiale natrium-hydrogeen uitwisseling en verbetering van cardiale bio-energetica [2]. Reductie in preload en afterload vermindert mogelijk linkerventrikelwandstress en leidt tot gunstige cardiale remodelering door regressie van linkerventrikelhypertrofie (LVH).
De ‘proof of concept’ gerandomiseerde gecontroleerde DAPA-LVH trial werd uitgevoerd om te onderzoeken of dapagliflozine regressie van linkerventrikelmassa (LVM) verlaagt in T2DM patiënten met LVH, gemeten door cardiale magnetische resonantie beeldvorming (MRI). Verkennende secundaire uitkomsten waren lichaamsgewicht en samenstelling, BP en insuline resistentie, die allen mogelijk betrokken zijn in de pathofysiologie van LVH in T2DM. 66 Patiënten werden geïncludeerd in deze single-center trial in Tayside, Scotland en gerandomiseerd naar dapagliflozine of placebo. Cardiale en abdominale MRIs werden uitgevoerd op baseline en na 10-12 maanden (gemiddelde behandelperiode was 11.9 maanden).
Belangrijkste resultaten
- Verandering in LVM in de dapagliflozinegroep was -3.95 ± 4.85 g en in de placebogroep -1.13 ± 4.55 g (P=0.018), wat resulteert in een absoluut gemiddeld verschil van -2.82 g (95%CI: -5.13 tot -0.51).
- LVH regressie door dapagliflozine was groter in diegenen met LVMI (LVM index) boven de mediaan op baseline (gemiddeld verschil van -3.88 g, 95% CI: -7.15 tot -0.61, P=0.021).
- Dapagliflozine behandeling resulteerde in een reductie in LVM geïndexeerd voor hoogte, hoogte¹∙⁷, hoogte²∙⁷ in vergelijking met placebo. Ook was LVM geïndexeerd voor baseline lichaamsoppervlakte (body surface area; BSA) meer verlaagd door dapagliflozine in vergelijking met placebo (verandering in LVMI BSA: dapagliflozinegroep -2.06 g/m2 vs. placebogroep -0.65 g/m2; P = 0.019) resulterend in een geschat gemiddeld verschil van -2.41 g/m2 (95%CI: -2.58 tot -0.24).
- 24-h ambulante SBP en nachtelijke SBP waren verlaagd door dapagliflozine in vergelijking met placebo (gemiddeld verschil in 24-h ambulante SBP was -3.6 mmHg, 95%CI: -6.4 tot -0.8; P = 0.012 en gemiddeld verschil in nachtelijke SBP was -4.4 mmHg, 95%CI: – 7.9 tot -0.8; P=0.017).
- Er was een matige correlatie tussen verandering in LVM en verandering in ambulante 24 SBP en nachtelijke SBP (respectievelijk r=0.415, P=0.001, en r=0.321, P=0.012).
- Dapagliflozine verminderde viscerale vetweefsel (VAT) en subcutaan vetweefsel (SCAT), en VAT/SCAT ratio in vergelijking met placebo. Er was een sterke correlatie tussen verandering in LVM en verandering VAT (r=0.592, P<0.001) en een matige correlatie tussen verandering in LVM en verandering in SCAT (r=0.360, P=0.006).
- Dapagliflozine verminderde significant gewicht, nuchter glucose, geglyceerd hemoglobine, hsCRP, verbeterde HOMA-IR en verhoogde hemoglobine en hematocriet in vergelijking met placebo.
Conclusie
Er werd LVM regressie gezien na 1 jaar behandeling met dapagliflozine in vergelijking met placebo, gemeten door cardiale MRI, in T2DM patiënten met LVH. Deze bevindingen suggereren dat dapagliflozine cardiale omgekeerde remodelering kan faciliteren, wat mogelijk gedeeltelijk de cardiogunstige effecten kan verklaren die gezien worden met deze SGLT2 remmer.
Verder waren bepalingen van lichaamsgewicht, VAT, SCAT, 24-h ambulante en nachtelijke SBP en insuline resistentie significant verlaagd door dapagliflozine in vergelijking met placebo. Deze biomarkers zijn mogelijk betrokken in de pathofysiologie van LVH in T2DM.
Deel deze pagina met collega's en vrienden: