Aspirine monotherapie vermindert bloedingen na TAVI in patiënten zonder indicatie voor antistolling
Nieuws - 30 aug. 2020POPular-TAVI Aspirin With our Without Clopidogrel after Transcatheter Aortic Valve Implantation
Gepresenteerd op het ESC congres 2020 door Jorn Brouwer (Nieuwegein)
Introductie en methoden
Patiënten met ernstige symptomatische aortaklepstenose kunnen behandeld worden met een percutane aortaklepvervanging (TAVI). Ondanks dat een TAVI-procedure een gebruikelijke behandeling is, hebben patiënten een relatief hoog risico op bloedingen en trombo-embolische complicaties. Antitrombotische behandeling na een TAVI-procedure is nog onvolledig vastgesteld. Voor patiënten die geen indicatie voor orale stolling hebben, wordt door de 2012 ESC richtlijn voor valvulaire hartziekten een lage dosis aspirine in combinatie met clopidogrel aanbevolen kort na een TAVI-behandeling, gevolgd door een monotherapie met aspirine of clopidogrel. Echter kleine studies hebben laten zien dat een monotherapie met aspirine voldoende is om het risico op trombo-embolische events te verlagen met een verlaagd risico op bloedingen.
POPular-TAVI is een multicenter, gerandomiseerde, open-label klinische studie. Patiënten zonder een indicatie voor antistolling, die een TAVI-procedure ondergingen werden gerandomiseerd naar ofwel alleen aspirine (n=331) of aspirine plus 3 maanden clopidogrel (n=347). Follow-up was 1 jaar.
De studie testte de hypothese dat monotherapie met aspirine superieur zou zijn aan aspirine plus 3 maanden clopidogrel met betrekking tot de primaire uitkomst van bloedingen door alle oorzaken (procedureel en niet-procedureel). De tweede hypothese was dat monotherapie met aspirine niet-inferieur was aan aspirine plus clopidogrel voor de secundaire uitkomst van bloedingen en trombo-embolische events (een samenstelling van CV mortaliteit, niet-procedurele bloedingen, beroerte, of MI). Ook werd er onderzocht of alleen aspirine niet-inferieur was aan aspirine plus clopidogrel voor trombo-embolische events (een samenstelling van CV mortaliteit, beroerte, of MI).
Belangrijkste resultaten
- Behandeling alleen met aspirine was superieur aan behandeling met aspirine plus clopidogrel voor de primaire uitkomst van bloedingen door alle oorzaken. Bloedingen door alle oorzaken traden op bij 15.1% van de patiënten die alleen aspirine ontvingen en in 26.6% van de patiënten die aspirine plus clopidogrel ontvingen (RR 0.57, 95% CI: 0.42–0.77; P=0.001).
- CV sterfte, niet-procedurele bloedingen, beroerte, of MI kwamen voor in 23% van de patiënten op aspirine en in 31.1% van de patiënten op aspirine en clopidogrel (RR 0.74, 95% CI: 0.57-0.95, Pniet-inferioriteit<0.001, superioriteit=0.04). CV sterfte, beroerte, of MI kwamen voor in 9.7% van de patiënten op aspirine en in 9.9% van de patiënten op aspirine plus clopidogrel (RR 0.98, 95% CI: 0.62-1.55, Pniet-inferioriteit=0.004, Psuperioriteit=0.93).
Conclusie
Deze resultaten laten zien dat behandeling met alleen aspirine in vergelijking met aspirine plus 3 maanden clopidogrel het risico op bloedingen significant verminderde en trombotische events niet verhoogde in patiënten zonder een indicatie voor antistolling die een TAVI-procedure ondergingen. De auteurs concluderen dat patiënten zonder een indicatie voor antistolling die recentelijke geen coronaire stentbehandeling hebben gehad, na een TAVI-procedure alleen aspirine zouden moeten ontvangen.
Discussie
Tijdens de discussie werd gevraagd hoe groot de subgroep van TAVI-patiënten was die geen indicatie voor antistolling hadden. Prof. Jurrien ten Berg (Nieuwegein), de hoofdonderzoeker, antwoordde, dat door te kijken naar het volledige POPular-TAVI cohort, het percentage patiënten zou uitkomen tussen de 60% á 65%.
- Onze berichtgeving is gebaseerd op de op het ESC congres verstrekte informatie -
De resultaten van deze studie werden tegelijkertijd gepubliceerd in N Engl J Med Bekijk een video van Jorn Brouwer over deze studie
Deel deze pagina met collega's en vrienden: