Pupiloppervlakte voorspelt sterfte en heropname door HF in patiënten met HF
Prognostic value of pupil area for all-cause mortality in patients with heart failure
Literatuur - Nozaki K, Hamazaki N, Yamamoto S et al. - ESC Heart Fail. 2020 Aug 10. doi: 10.1002/ehf2.12933.Introductie en methoden
Het autonome zenuwstelsel speelt een cruciale rol in cardiovasculaire fysiologie. Dysregulatie hiervan draagt bij aan de pathofysiologie van veel CV afwijkingen [1]. Autonome dysregulatie (AD) in patiënten met hartfalen (HF), d.w.z. de upregulatie van het sympatisch zenuwstelsel en downregulatie van het parasympatisch zenuwstelsel, in combinatie met abnormale CV functie is geassocieerd met slechte uitkomsten [2].
AD wordt over het algemeen bepaald door hartslagvariabiliteit vast te stellen door een elektrocardiogram [3]. HF patiënten hebben echter een 20-50% prevalentie van atriumfibrilleren (AF) en non-sinus ritme [4-7], waardoor het onmogelijk is om in deze specifieke subgroep autonome regulatie op basis van hartslagvariabiliteit te bepalen.
De pupilradius reageert op licht door het sympatische en parasympatische autonome zenuwstelsel [8]. In deze studie werd verondersteld dat de pupilradius een prognostische tool zou kunnen zijn om het ziekteverloop bij HF patiënten te kunnen voorspellen.
Het doel van de studie was om te bepalen of metingen van pupiloppervlakte gebruikt kunnen worden voor risicostratificatie bij HF patiënten. 870 patiënten (≥18 jaar), opgenomen met acuut HF in het Kitasato Universitair Ziekenhuis (Sagamihara, Japan) tussen januari 2012 en december 2017 werden geïncludeerd. Patiënten die een oogoperatie hadden ondergaan of een oogziekte hadden, waardoor de pupilreflex was aangetast, werden uitgesloten. Tenminste 7 dagen na ziekenhuisopname werd voor beide ogen de pupiloppervlakte gemeten met een draagbaar infrarood videopupillografie systeem. Patiënten werden ingedeeld in een groep met een klein pupiloppervlakte (mediaan pupiloppervlakte 11.9 mm2, IQR: 8.9-14.2, n=434)) en in een groep met een groot pupiloppervlakte (mediaan pupiloppervlakte 21.8 mm2, IQR: 19.2-26.0, n=436) op basis van het mediaan pupiloppervlakte 16.6 mm2 (IQR: 12.0-21.8, n=870). Het primaire eindpunt was totale sterfte en het secundaire eindpunt was heropname in het ziekenhuis door HF. Mediane follow-up was 1.9 jaar (IQR: 1.0-3.7).
Belangrijkste resultaten
- Patiënten met een klein pupiloppervlakte waren significant ouder, hadden een lager gewicht en BMI, lager hemoglobine, lager LDL-c, lager eGFR, ernstiger verloop van HF (gebaseerd op Seattle Heart Failure Score (SHFS) en New York Heart Association (NYHA) functionele classificatie) en meerdere heropnames vanwege HF vergeleken met de patiënten met een groot pupiloppervlakte.
- In de groep met een groot pupiloppervlakte was het sterftecijfer significant lager vergeleken met de groep met klein pupiloppervlakte (respectievelijk (44 (10.1%) patiënts vs. 87 (20%), P<0.001). In een multivariate Cox regressieanalyse was een groot pupiloppervlakte geassocieerd met verminderde totale sterfte (HR 0.72, 95%CI: 0.59-0.88, P=0.001).
- Vergeleken met de patiëntengroep met klein pupiloppervlakte kwam een heropname in het ziekenhuis vanwege HF minder vaak voor in de groot pupiloppervlakte-groep (respectievelijk 28.2% vs. 47.2%, P<0.001). Multivariate Cox regressieanalyse bevestigde dat personen met groot pupiloppervlakte een verminderd risico hadden op heropname in het ziekenhuis door HF (HR 0.82, 95% CI: 0.73-0.93, P=0.003).
- Subgroepanalyses lieten zien dat patiënten met een groot pupiloppervlakte verbeterde uitkomsten hadden voor verschillende subgroepen (LVEF, SHFS, BNP, eGFR, eerder HF, hartritme).
- De area under the curve verbeterde wanneer pupiloppervlakte werd meegenomen in de analyse in vergelijking met alleen SHFS (respectievelijk 0.72, 95% CI: 0.66-0.78 vs. 0.69, 95% CI: 0.65-0.74, P=0.034).
- Patiënten met een klein pupiloppervlakte hadden een significant hogere CV sterftepercentage vergeleken met patiënten met een groot pupiloppervlakte (respectievelijk 61 patiënten (14.1%) vs. 29 patiënten (6.7%), P<0.001).
Conclusie
Deze studie toont aan dat metingen van pupiloppervlakte in patiënten opgenomen voor acuut HF prognostische waarde hebben voor totale sterfte en heropname in het ziekenhuis vanwege HF.
Deel deze pagina met collega's en vrienden: