Effecten van PCSK9i op MACE en sterfte als functie van baseline eGFR in patiënten met recent ACS
Effect of alirocumab on major adverse cardiovascular events according to renal function in patients with a recent acute coronary syndrome: prespecified analysis from the ODYSSEY OUTCOMES randomized clinical trial
Introductie en methoden
Patiënten met chronische nierziekte (CKD) hebben een zeer hoog risico op het ontwikkelen van een majeur nadelige CV event (MACE) [1-3]. Statinetherapie vermindert het risico op CV events in patiënten met matig tot ernstig CKD, maar niet in diegenen die hemodialyse nodig hebben [4-6]. Volgens de aangepaste VS cholesterolrichtlijn behoren CKD stadium 3 of 4 patiënten tot een zeer hoge risicogroep en wordt een hoge intensiteit of maximaal tolereerbare statinebehandeling in combinatie met ezetimibe of PCSK9-remmer aanbevolen, wanneer LDL-c concentraties boven de streefwaarde van 70 mg/dL blijven [3,7].
De PCSK9-remmer alirocumab verminderde CV events in patiënten met acuut coronair syndroom (ACS) [8]. Ook was het een veilige behandelmethode voor het verlagen van LDL-c concentraties in CKD patiënten [9]. Er is echter nog niet gekeken naar de werkzaamheid en veiligheid van alirocumab in patiënten met ACS en CKD. Deze subanalyse van de ODYSSEY OUTCOME trial evalueerde of effecten op MACE en totale sterfte bij patiënten die behandeld werden met alirocumab, bovenop de voorgeschreven intensieve of maximaal tolereerbare statinetherapie, werd beïnvloed door de nierfunctie.
De ODYSSEY OUTCOME trial was een gerandomiseerde, dubbelblinde, placebo-gecontroleerde vergelijking van de effecten van alirocumab met placebo. In totaal werden 18.924 patiënten met ACS, dat plaatsvond 1 tot 12 maanden voor randomisatie, willekeurig toegewezen naar een tweewekelijkse subcutane behandeling met alirocumab of placebo (1:1 ratio). Inclusiecriteria van het cohort waren: persistente dyslipidemie (LDL-c ≥70 mg/dL), of ≥100 mg/dL non-HDL-c, of ApoB ≥80 mg/dL, ondanks een hoog intensieve behandeling met atorvastatine (40-80 mg dagelijks) of rosuvastatine (20-40 mg dagelijks), of maximaal tolereerbare dosis van één van deze statines [10]. Patiënten met eGFR waarden <30 mL/min/m² werden uitgesloten. Primaire uitkomst was een samenstelling van MACE, bestaande uit sterfte door coronaire hartziekte, non-fataal MI, ischemische beroerte, of ziekenhuisopname vanwege een onstabiele angina. Secundaire uitkomst was totale sterfte. Mediane follow-up was 2.8 (IQR 2.3-3.4) jaar. Deze subanalyse evalueerde of het effect van alirocumab op MACE en sterfte afhankelijk was van de geschatte glomerulaire filtratiesnelheid (eGFR). Baseline eGFR werd bij het eerste bezoek gemeten en berekend volgens de Chronic Kidney Disease Epidemiology Collaboration vergelijking. De twee behandelgroepen werden verder opgedeeld in <60 mL/min/1.73m² (n=2122), eGFR 60 tot <90 mL/min/1.73m² (n=9326), en eGFR ≥90 mL/min/1.73m² (n=7470).
Belangrijkste resultaten
- Baseline LDL-c was 92±31 mg/mL in beide behandelgroepen. In de groep behandeld met alirocumab was de LDL-c concentratie afgenomen, ongeacht baseline nierfunctie. In de eGFR <60 mL/min/1.73m² groep was het LDL-c in 4 maanden tijd verminderd tot 40±30 mg/dL, in de eGFR 60 tot <90 mL/min/1.73m² groep tot 38±30 mg/dL, en in de eGFR ≥90 mL/min/1.73m² groep tot 38±28 mg/dL. Overeenkomstige LDL-c waarden na 36 maanden behandeling waren respectievelijk, 52±36, 56±40, en 60±42 mg/dL.
- Jaarlijkse incidentie van MACE en sterfte steeg progressief bij een afnemende eGFR (beginnend bij <80 mL/min/1.73m²). Incidentie voor MACE en sterfte was lager in de alirocumab groep vergeleken met de placebo groep voor alle eGFR groepen. Er waren geen significante interacties tussen de toegewezen behandeling en eGFR op MACE en sterfte incidentie (respectievelijk, P=0.14 en P=0.59).
- Voor de drie baseline eGFR groepen waren er geen significante verschillen in behandeleffecten van alirocumab op MACE (Pinteractie=0.21).
- Er waren geen significante verschillen in behandeleffecten van alirocumab op totale sterfte voor de drie baseline eGFR groepen (Pinteractie=0.83).
- Alirocumab had geen effect op eGFR tijdens de follow-up. Er waren geen verschillen tussen behandelgroepen in het percentage patiënten met een verminderde eGFR van ≥30% gemeten vanaf baseline.
- Patiënten in de alirocumab-groep, onafhankelijk van eGFR-groep, hadden een hogere incidentie van reacties op de injectieplek. Andere nadelige events kwamen even vaak voor in beide behandelgroepen voor alle eGFR subgroepen.
Conclusie
Er waren geen significante verschillen in behandeleffecten van alirocumab op incidentie van MACE of totale sterfte voor de drie baseline eGFR groepen.
Deel deze pagina met collega's en vrienden: