Cardiovasculaire Geneeskunde.nl

Consistente effecten met SGLT2-remmers in HFrEF in meta-analyse

SGLT2 inhibitors in patients with heart failure with reduced ejection fraction: a meta-analysis of the EMPEROR-Reduced and DAPA-HF trials

Literatuur - Zannad F, Ferreiro JP, Pocock SJ, et al. - Lancet. 2020 Sep 19;396(10254):819-829. doi: 10.1016/S0140-6736(20)31824-9.

Introductie en methoden

Twee grote klinische trials, de Study to Evaluate the Effect of Dapagliflozin on the Incidence of Worsening Heart Failure or Cardiovascular Death with Chronic Heart Failure (DAPA-HF) en de Empagliflozin Outcome Trial in Patients With Chronic Heart Failure With Reduced Ejection Fraction (EMPEROR-Reduced), hebben aangetoond dat SGLT2 remming, CV uitkomsten verbetert in HFrEF patiënten met of zonder type 2 diabetes. Meer specifiek hebben deze studies een significante reductie aangetoond van het gecombineerde primaire eindpunt van risico op CV sterfte of ziekenhuisopname door HF [1,2]. Geen van deze trials waren gepowerd om behandeleffecten op de secundaire uitkomsten, zoals CV sterfte, totale mortaliteit, of ernstig nadelige nier events, voldoende te kunnen onderzoeken of om effecten in klinisch relevante subgroepen te kunnen karakteriseren.

Deze studie voer een vooraf gespecificeerde meta-analyse uit, om de effecten en veiligheid van SGLT2i behandeling op CV sterfte, ziekenhuisopname voor HF, nieruitkomsten, en klinische effecten in subgroepen in HFrEF patiënten met en zonder T2DM te onderzoeken. Hierbij werd gebruik gemaakt van gepubliceerde data van DAPA-HF en patiëntendata van EMPEROR-Reduced.

8474 Symptomatische HFrEF patiënten met een LVEF ≤40%, met of zonder type 2 diabetes werden geïncludeerd in de meta-analysis. Patiënten in de DAPA-HF trial hadden hogere LVEF vergeleken met patiënten in de EMPEROR-Reduced trial (respectievelijk ~31% vs. ~27%), lagere NT-proBNP levels (respectievelijk ~1440 vs. ~1900 pg/mL), en hogere eGFR levels (respectievelijk ~66 vs. ~62 mL/min/1.73m²). De mediane follow-up tijd van DAPA-HF was 18 maanden en EMPEROR Reduced 16 maanden.

Het vooraf gedefinieerde primaire eindpunt in de meta-analyse was tijd tot totale sterfte. De CV secundaire uitkomsten waren tijd tot CV sterfte, eerste ziekenhuisopname vanwege HF of CV sterfte, eerste ziekenhuisopname door HF, en heropname in het ziekenhuis vanwege HF of CV sterfte, en de renale secundaire uitkomst was een samenstelling van ≥50% aanhoudende achteruitgang in eGFR, eindstadium nierfalen (ESRD, gedefinieerd als aanhoudende eGFR lager dan 15mL/min per 1.73m², chronische dialyse of niertransplantatie) of renale sterfte. De vooraf gedefinieerde subgroepen waren: T2DM, geslacht, ARNI behandeling, New York Heart Association (NYHA) klasse II of III-IV, ras, leeftijd (≤65 of >65 jaar), voorgeschiedenis van ziekenhuisopname door HF, eGFR<60 of ≥60 mL/min/1.73m², BMI <30 of ≥30kg/m², en regio (Noord-Amerika, Latijns-Amerika, Europa, en Azië. De laatste subgroep, regio, was post-hoc toegevoegd aan de studie om vast te stellen of de behandeleffecten waargenomen in de rassensubgroep, ook aanwezig waren in de regionale subgroep.

Belangrijkste resultaten

Conclusie

De meta-analyse van de DAPA-HF en EMPEROR-Reduced trials toonde een reductie in totale mortaliteit en CV sterfte, HF ziekenhuisopname, en serieuze nadelige nier events aan in HFrEF patiënten met behandeling met een SGLT2 remmer, zonder enige heterogeniteit tussen de twee trials. De risicoverminderingen waren onafhankelijk van T2DM, geslacht, leeftijd, of ARNI behandeling.

Referenties

Toon referenties

Vind dit artikel online op the Lancet

Deel deze pagina met collega's en vrienden: