NT-proBNP afname door SGLT2-remmer verklaart klein deel van voordeel op HF events
Effects of Canagliflozin on Amino-Terminal Pro-B-Type Natriuretic Peptide: Implications for Cardiovascular Risk Reduction.
Introductie en methoden
NT-proBNP wordt na myocardiale stress vrijgegeven door cardiomyocyten en is geassocieerd met een verhoogd risico op hartfalen en ongunstige CV events in patiënten met type 2 diabetes [1-4]. Ondanks het gebruik van NT-proBNP concentratielevels in trials om geassocieerde CV voordelen van nieuwe therapieën te bepalen, zijn grootschalige data om positieve effecten van SGLT2 remmers op NT-proBNP en andere biomarkers in T2DM patiënten te onderzoeken beperkt. Een eerdere studie liet zien dat canagliflozine, een SGLT2 remmer, de stijging van serum NT-proBNP levels en troponine I vertraagde in vergelijking met placebo [5]. Bij deze studie ontbrak echter data om deze bevindingen te associëren met CV uitkomsten.
Deze post-hoc analyse evalueerde de effecten van canagliflozine op NT-proBNP over een langere periode en onderzocht of NT-proBNP een prognostische marker was voor CV, nier- en mortaliteitsuitkomsten bij T2DM patiënten die deelnamen aan de Canagliflozin Cardiovascular Assessment Study (CANVAS) trial.
Deelnemers aan de CANVAS trial hadden T2DM en een hoog-risico op CV events. Patiënten die werden geïncludeerd in de trial waren ≥30 jaar met een geschiedenis van symptomatische ASCVD of ≥50 jaar met ≥ 2 risicofactoren voor CVD. Alle patiënten moesten een eGFR van >30 ml/min/1.73m² hebben. Deelnemers werden gerandomiseerd (1:1:1) naar 100 mg of 300 mg canagliflozine, of placebo. De primaire uitkomst MACE was een samenstelling van CV sterfte, non-fatale MI, of non-fatale beroerte. Andere eindpunten waren ziekenhuisopname door HF, een samenstelling van HF ziekenhuisopname of CV sterfte, mortaliteit door alle oorzaken, CV sterfte, non-fatale beroerte, non-fataal MI. Het samengestelde niereindpunt bestond uit een 40% aanhoudende afname in eGFR na ≥ twee opeenvolgende metingen, dialyse of niertransplantatie, of niersterfte. De mediane follow-up was 5.75 jaar (2.03-6.13 jaar). De uitkomst van deze subanalyse was serum NT-proBNP concentratie wat gemeten was bij baseline (n=3587), na 1 jaar (n=2918) en 6 jaar (n=995).
Belangrijkste resultaten
- Baseline TN-proBNP levels waren hoger bij patiënten met een geschiedenis van HF vergeleken met patiënten zonder (187 pg/mL vs. 81 pg/mL).
- Patiënten behandeld met canagliflozine hadden lagere NT-proBNP serum levels na 1 en 6 jaar vergeleken met patiënten die placebo kregen. Een basismodel gecorrigeerd voor baseline covariaten liet in het eerste jaar van de behandeling een 11% vermindering in NT-proBNP serumconcentratie door canagliflozine zien vergeleken met placebo (gecorrigeerd geometrisch gemiddelde: 0.89, 95% CI: 0.84-0.94, P<0.001).
- Log-getransformeerde NT-proBNP waarden op baseline waren significant geassocieerd met een verhoogd risico op MACE, ziekenhuisopname voor HF, ziekenhuisopname voor HF of CV sterfte, sterfte door alle oorzaken, CV sterfte, non-fatale beroerte, non-fatale MI, en het samengestelde niereindpunt. Het toevoegen van NT-proBNP concentraties na 1 jaar behandeling leidde niet tot een betere risicovoorspelling.
- Baseline NT-proBNP was een prognostische marker voor CV uitkomsten, wanneer patiënten werden verdeeld in een hoge (≥125 pg/mL) en lage (<125 pg/mL) NT-proBNP concentratiegroep. Het toevoegen van NT-proBNP waarden gemeten na 1 jaar behandeling aan de baseline waarden zorgde niet voor een verbeterde prognose.
- Het behandeleffect van canagliflozine was onafhankelijk van baseline NT-proBNP concentratielevels.
- 10.4% Van het behandeleffect van canagliflozine op ziekenhuisopname vanwege HF werd bereikt door een afname in NT-proBNP na 1 jaar (P-waarde voor indirect effect: P=0.048).
Conclusie
Ondanks dat de SGLT2-remmer canagliflozine na 1 jaar NT-proBNP serum levels in T2DM patiënten verlaagde in de CANVAS trial, was de afname in CV- en nieruitkomsten onafhankelijk van baseline NT-proBP levels. De NT-proBNP verlaging verklaarde slechts een klein deel (~10%) van het effect van canagliflozine op ziekenhuisopname vanwege HF.
Deel deze pagina met collega's en vrienden: