Lager risico op HF ziekenhuisopnames met ijzer carboxymaltose in patiënten met ijzertekort, gestabiliseerd na acuut HF
Ferric carboxymaltose for iron deficiency at discharge after acute heart failure: a multicentre, double-blind, randomised, controlled trial.
Literatuur - Ponikowski P, Kirwan BA, Anker SD, et al. - Lancet. 2020;396:1895-1904. doi: 10.1016/S0140-6736(20)32339-4. Epub 2020 Nov 13.Introductie en methoden
IJzertekort bij patiënten met acuut hartfalen komt vaak voor en wordt geassocieerd met een slechte uitkomst [1-5], onafhankelijk van anemie. Twee gerandomiseerde klinische trials (FAIR-HF en CONFIRM-HF) hebben aangetoond dat intraveneus (IV) ijzer carboxymaltose (FCM) symptomen, bewegingsvermogen en kwaliteit van leven verbeterde bij patiënten met HFrEF en een tekort aan ijzer [6,7]. En een meta-analyse liet zien dat FCM therapie in deze patiënten geassocieerd was met verminderde totale HF ziekenhuisopnames en CV sterfte [8]. Het effect van FCM behandeling op uitkomsten van CV sterfte of HF ziekenhuisopname bij patiënten met een ijzertekort die werden opgenomen in het ziekenhuis voor acuut HF is echter niet prospectief onderzocht.
Deze studie onderzocht het effect van IV FCM of placebo op morbiditeit en mortaliteit bij patiënten met ijzertekort na een ziekenhuisopname voor acuut HF.
De AFFIRM-AHF was een multicenter, gerandomiseerde, dubbelblinde, placebo-gecontroleerde trial die patiënten met acuut HF, LVEF<50% en ijzertekort includeerde tussen 21 maart 2017 en 30 juli 2019. IJzertekort werd gedefinieerd als serum ferritine < 100 ng/mL of 100-299 ng/mL met transferrine saturatielevels <20%. Patiënten (n=1132) werden gerandomiseerd (1:1) om FCM of placebo te ontvangen kort voor ontslag uit het ziekenhuis. De tweede dosis werd in week 6 gegeven. Een vervolgbehandeling met FCM werd op week 12 en 24 gegeven aan patiënten met aanhoudend ijzertekort. De werkzaamheid en veiligheid werden in week 4, 12, 36 en 52 beoordeeld. De primaire uitkomst was een samenstelling van totale HF ziekenhuisopnames en CV sterfte tot 52 weken na randomisatie. Secundaire uitkomsten waren de samenstelling van totale CV ziekenhuisopnames en CV sterfte, totale HF ziekenhuisopnames, CV sterfte, totale CV ziekenhuisopname, en de samenstelling van tijd tot eerste HF ziekenhuisopname of CV sterfte, en dagen verloren als gevolg van HF ziekenhuisopname of CV sterfte. De follow-up was 52 weken.
Belangrijkste resultaten
- Het primaire event vond 293 keer plaats in 558 patiënten die met FCM werden behandeld in vergelijking met 372 events in 550 patiënten die placebo kregen (RR 0.79, 95% CI: 0.62-1.01, P=0.059). Het effect van FCM was consistent tussen vooraf gespecificeerde groepen en was onafhankelijk van leeftijd, anemie, en NT-proBNP levels.
- 370 CV ziekenhuisopnames en CV sterfte vonden plaats in de FCM groep in vergelijking met 451 events in de placebogroep (RR 0.80, 95% CI: 0.64-1.00, P=0.050).
- Patiënten behandeld met FCM werden minder vaak opgenomen voor HF ten opzichte van diegenen die placebo kregen (respectievelijk 217 vs. 294 ziekenhuisopnames, RR 0.74, 95% CI: 0.58-0.94, P=0.013).
- De CV sterfte incidentie was vergelijkbaar in beide groepen (HR 0.96, 95% CI: 0.70-1.32).
- 32% Van de patiënten behandeld met FCM had een eerste HF ziekenhuisopname of CV sterfte in vergelijking met 38% van patiënten met placebo (HR 0.80, 95% CI: 0.66-0.98, P=0.030).
- Patiënten die FCM kregen verloren 369 dagen per 100 patiëntjaren door HF ziekenhuisopnames en CV sterfte in vergelijking met 548 dagen per 100 patiëntjaren bij patiënten die placebo kregen (RR 0.67, 95% CI: 0.47-0.97, P=0.035).
- Er waren 295 CV ziekenhuisopnames in de FCM groep in vergelijking met 374 in de placebogroep (RR 0.77, 95% CI: 0.62-0.95, P=0.015).
- 80% Van de patiënten kregen 1 of 2 IV FCM toedieningen tijdens de behandelfase. De gemiddelde totale FCM dosis tijdens de trials was 1352 mg (SD 568 mg).
- IV FCM behandeling was veilig en werd goed verdragen.
- Na het toepassen van een pre-COVID-19 sensitiviteitsanalyse was er een significante afname in het samengestelde primaire eindpunt bij patiënten behandeld met FCM in vergelijking met placebo (RR 0.75, 95% CI: 0.59-0.96, P=0.024). Er was geen afname in CV sterfte.
Conclusie
Patiënten met ijzertekort en acuut HF die behandeld werden met IV FCM werden minder vaak vanwege HF opgenomen in het ziekenhuis in vergelijking met diegenen die placebo kregen. De FCM behandeling had geen effect op CV sterfte.
Deel deze pagina met collega's en vrienden: