Vroege verhoging ANP na starten ARNI geassocieerd met latere cardiale hermodellering in HFrEF
Atrial Natriuretic Peptide and Treatment With Sacubitril/Valsartan in Heart Failure With Reduced Ejection Fraction
Literatuur - Murphy SP, Prescott MF, Camachoet A et al., - J Am Coll Cardiol 2020, doi.org/10.1016/j.jchf.2020.09.013Introductie en methoden
Het binden van atriaal natriuretisch peptide (ANP) en het gerelateerde B-type natriuretisch peptide (BNP) aan de NP receptor A leidt tot activatie van cyclisch guanosine monofosfaat (cGMP) wat resulteert in natriurese, diurese en vasodilatatie. Dit compenseert activatie van het RAS en sympathisch zenuwstelsel in hartfalen. Andere effecten die door cGMP route gemedieerd worden zijn antithypertrofische, antifibrotische en positieve lusitrope effecten, wat suggereert dat deze route mogelijk een therapeutisch doel kan zijn in hartfalen [1]. Remming van neprilysine blokkeert gedeeltelijk de klaring van ANP en BNP.
Sacubitril/valsartan is een angiotensine receptor blokker/neprilysine remmer (ARNI) en er is aangetoond dat het mortaliteit en HF ziekenhuisopname verlaagt in patiënten met HFrEF [2,3]. De PROVE-HF studie toonde aan dat sacubitril/valsartan veranderingen in markers van cardiale reverse hermodellering induceert (verhoging in LVEF en verbeteringen in linker atrium volume index [LAVI]), die geassocieerd zijn met verlagingen in NT-proBNP. Het is onbekend of veranderingen in ANP geassocieerd zijn met verbeteringen in markers van cardiale hermodellering.
Deze vooraf gespecificeerde substudie van PROVE-HF bepaalde multivariate associaties tussen verandering in ANP, cGMP, LVEF en LAVI gedurende een periode van 12 maanden.
De PROVE-HF studie was een 52-weken, multicenter, open-label, single-arm studie die 794 patiënten met HFrEF includeerde en deze patiënten startten met sacubitril/valsartan [4,5]. Echocardiografische bepalingen werden gedaan op baseline en na 6 en 12 maanden. Naast verzameling van bloed en urine monster tijdens ieder studiebezoek, werden bloed monsters afgenomen in buizen met protease remmers tijdens 9 extra bezoeken in de biomarker substudie. Na toepassen van restricties van ontbrekende data werden 111 patiënten geïncludeerd.
Belangrijkste resultaten
- Na starten met sacubitril/valsartan was er een vroege en significante toename in ANP; van een geometrisch gemiddelde van 99 pg/mL op baseline naar 157 pg/mL op dag 14 (P<0.001). Van dag 30 tot dag 45 was er een trend voor een daaropvolgende toename (P=0.07). Hoogste niveau van ANP werd gezien na 3 maanden (203 pg/mL).
- Leeftijd en ANP waren positief geassocieerd (P=0.04) en ANP en eGFR waren negatief geassocieerd (P=0.04). ANP was lager in patiënten zonder een geschiedenis van AF dan in patiënten met AF.
- Vroege verandering in ANP was gecorreleerd met latere verandering in cGMP in urine, vooral tussen baseline en 2 maanden.
- Veranderingen in ANP en cGMP waren geassocieerd op alle tijdspunten (lineaire helling: r=0.734, P<0.001, kwadratische helling: r=0.605, P<0.001).
- Baseline waarden van ANP en LVEF waren negatief geassocieerd (r=-0.333, P<0.001). Na starten met sacubitril/valsartan, was de toename in ANP positief geassocieerd met verbetering in LVEF (r=0.237, P<0.001).
- Baseline waarden voor ANP en LAVI waren sterk geassocieerd (r=0.6999, P<0.001), en na starten met sacubitril/valsartan waren veranderingen in ANP geassocieerd met verlagingen in LAVI, zelfs sterker dan met LVEF.
Conclusie
Deze vooraf gespecificeerd analyse met gebruik van data van de PROVE-HF trial toonde dat na starten met sacubitril/valsartan in HFrEF patiënten, een sterke significante stijging in ANP geassocieerd was met grotere verbetering in LVEF en afname van LAVI, markers van cardiale hermodellering. Deze resultaten suggereren een rol voor ANP in het mechanisme van voordeel door sacubitril/valsartan.
Referenties
Vind dit artikel online op JACC Heart Fail Bekijk een video van Sean Murphy over deze studie
Deel deze pagina met collega's en vrienden: