U-vormige associatie tussen LDL-c niveaus en mortaliteit in de algemene populatie
Association between low density lipoprotein and all cause and cause specific mortality in Denmark: prospective cohort study
Literatuur - Johannesen CDL, Langsted A, Mortensen MB et al., - BMJ. 2020 Dec 8;371:m4266. doi: 10.1136/bmj.m4266.Introductie en methoden
Er is duidelijk aangetoond dat lipidenverlagende middelen het risico op atherosclerotische CV events verlagen [1-4]. Deze kennis heeft geleid tot een algemene perceptie dat hoge LDL-c waarden geassocieerd zijn met een hoog risico op sterfte door alle oorzaken, terwijl lage waarden dat niet zijn. Studies hebben echter tegenstrijdige resultaten laten zien over het verband tussen LDL-c en mortaliteit door alle oorzaken [5-11]. De meeste van deze studies zijn uitgevoerd in historische populatiegebaseerde cohorten en bij personen ouder dan 65 jaar. Deze studie bepaalde de associatie tussen LDL-c niveaus en het risico van sterfte door alle oorzaken en oorzaakspecifieke sterfte in een hedendaags algemeen populatiecohort.
In totaal werden 108,243 personen uit de Copenhagen General Population study geïncludeerd in deze studie. Deelnemers van de Copenhagen General Population study werden willekeurig geselecteerd uit het nationale Deense burgerregistratiesysteem. Dit cohort geldt dus als een afspiegeling van de algemene Deense bevolking. De deelnemers waren 20-100 jaar op baseline. Alle deelnemers vulden een vragenlijst in, ondergingen een lichamelijk onderzoek en gaven (niet-nuchtere) bloedmonsters. De primaire uitkomst was sterfte door alle oorzaken. Secundaire uitkomsten waren oorzaakspecifieke mortaliteit (CV-sterfte, kankersterfte en sterfte door andere oorzaken). De mediane follow-up was 9.4 jaar. 11,376 mensen stierven tijdens de follow-up.
Belangrijkste resultaten
- In de totale populatie werd een U-vormige associatie gevonden tussen LDL-c waarden en risico op sterfte door alle oorzaken; lage en hoge LDL-c niveaus waren geassocieerd met een verhoogd risico op sterfte door alle oorzaken. Dit verband werd ook gezien bij personen die geen lipidenverlagende therapie kregen. Er werd geen associatie gevonden tussen LDL-c waarden en risico op sterfte door alle oorzaken bij personen die wel lipidenverlagende therapie kregen.
- De LDL-c waarde die geassocieerd was met het laagste risico op sterfte door alle oorzaken was 3.6 mmol/l in de totale populatie en bij degenen die geen lipideverlagende therapie kregen, en 2.3 mmol/l bij personen die wél lipidenverlagende therapie kregen.
- Vergeleken met personen met LDL-c waarden van 3.4-3.9 mmol/l (61ste-80ste percentiel), was de multivariabele gecorrigeerde HR voor sterfte door alle oorzaken in de totale populatie 1.25 (95%CI 1.15-1.36) voor personen met LDL-c waarden van <1.8 mmol/l (1e-5e percentiel) en 1.15 (95%CI 1.05-1.27) voor personen met LDL-c waarden >4.8 mmol/l (96ste-100ste percentiel).
- Er werd ook een U-vormige associatie waargenomen tussen LDL-c waarden en het risico op kankersterfte en sterfte door andere oorzaken in de totale populatie. Er werd geen associatie waargenomen tussen LDL-c waarden en algemene CV sterfte.
- Elke toename van LDL-c was geassocieerd met een verhoogd risico op MI in de totale populatie en bij deelnemers die geen lipidenverlagende therapie kregen. Bij personen die een lipidenverlagende behandeling kregen, omvatte het 95%CI een HR van 1.0 bij elke LDL-c waarde.
Conclusie
Deze studie toonde een U-vormige associatie aan tussen LDL-c waarden en het risico op sterfte door alle oorzaken in de algemene Deense bevolking; lage en hoge LDL-c waarden waren geassocieerd met een verhoogd risico op sterfte door alle oorzaken. Een LDL-c waarde van 3.6 mmol/l was geassocieerd met het laagste sterfterisico. Een U-vormige associatie werd ook waargenomen voor sterfte aan kanker en sterfte door andere oorzaken. Risico op MI nam toe met toenemende LDL-c waarden.
Deel deze pagina met collega's en vrienden: