Cardiovasculaire Geneeskunde.nl

SGLT2i vermindert incidente T2DM bij patiënten met HFrEF

Dapagliflozin and the Incidence of Type 2 Diabetes in Patients With Heart Failure and Reduced Ejection Fraction: An Exploratory Analysis From DAPA-HF

Literatuur - Inzucchi SE, Docherty KF, Køber L et al., - Diabetes Care. 2021 Feb;44(2):586-594. doi: 10.2337/dc20-1675.

Introductie en methoden

T2DM wordt voorafgegaan door prediabetes, een langdurige asymptomatische fase met milde hyperglycemie [1]. Strategieën die als doel hebben om de overgang van prediabetes naar T2DM te voorkomen zijn onder andere leefstijlveranderingen, bariatrische chirurgie of verschillende glucoseverlagende of gewichtsverlagende medicijnen [2]. SGLT2i induceren glucosurie en verlagen daardoor bloedglucose- en HbA1c-concentraties. Uitkomsttrials hebben bovendien aangetoond dat behandeling met SGLT2i het risico op MACE, HF ziekenhuisopname en progressie van CKD vermindert bij patiënten met T2DM met een hoog cardiovasculair of renaal risico [3]. De DAPA-HF trial toonde aan dat de SGLT2i dapagliflozine CV sterfte en verslechtering van HF verminderde bij patiënten met HFrEF [4]. Het was echter nog niet bekend of dapagliflozine incidente T2DM in deze populatie kan voorkomen. Deze vooraf gespecificeerde verkennende analyse van DAPA-HF evalueerde of dapagliflozine de incidentie van nieuw ontstaande T2DM bij patiënten met HFrEF zonder diabetes op baseline kon verminderen.

In DAPA-HF werden 4744 patiënten met HFrEF gerandomiseerd naar dapagliflozine (10 mg, eenmaal daags) of placebo [4,5]. HbA1c werd bij alle patiënten gemeten op baseline en bij elk studiebezoek (2 weken, 2 maanden en 4 maanden na randomisatie en vervolgens elke 4 maanden tot voltooiing van de studie). Voor deze analyse werden personen met een eerdere diagnose van T2DM of met HbA1c ≥6,5% op zowel baseline als tijdens het randomisatiebezoek uitgesloten. Het overgebleven cohort bestond uit deelnemers (n=2605) met normoglykemie (HbA1c <5.7%, n=857 [33%]) of met prediabetes (HbA1c tussen 5.7 en 6.4%, n=1748 [67%]). Het verkennende eindpunt van deze analyse was een nieuwe diagnose van T2DM, gedefinieerd als ofwel HbA1c ≥6,5% bij twee opeenvolgende follow-upbezoeken of een klinische diagnose van diabetes buiten de trialsetting die leidde tot de start van een glucoseverlagend middel. De mediane follow-up was 18.2 maanden (IQR 14.2-21.5).

Belangrijkste resultaten

Conclusie

Deze verkennende analyse van DAPA-HF liet zien dat dapagliflozine, in vergelijking met placebo, het risico op incidente T2DM verlaagde bij patiënten met HFrEF zonder T2DM op baseline. De meeste patiënten die T2DM kregen tijdens de follow-up, hadden prediabetes op baseline. Patiënten met incidente T2DM hadden een hogere mortaliteit in vergelijking met degenen die geen T2DM ontwikkelden. Studies met een langere loopduur en met mensen zonder HF zijn nodig om het potentiële voordeel van dapagliflozine in het verminderen van incidente T2DM te bevestigen.

Referenties

Toon referenties

Vind dit artikel online op Diabetes Care.

Deel deze pagina met collega's en vrienden: